Wie vermaning liefheeft, heeft kennis lief, maar wie bestraffing haat, is onverstandig. | Wie tucht liefheeft, heeft kennis lief; maar wie terechtwijzing haat, is dom. |
De toorn van de dwaas wordt dezelfde dag bekend, maar wie schrander is, bedekt schande. | Een dwaas maakt zijn ergernis aanstonds bekend, maar een schrandere bedekt de smaad. |
Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden, maar wie vrede aanraden, hebben blijdschap. | Bedrog is in het hart van wie kwaad smeden, maar voor wie tot vrede raden, is er vreugde. |
Valse lippen zijn voor de HEERE een gruwel, maar wie betrouwbaar handelen, zijn Hem welgevallig. | Leugenlippen zijn de Here een gruwel, maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig. |
De hand van de vlijtigen zal heersen, maar bedrog leidt tot herendienst. | De hand der vlijtigen zal heersen, maar traagheid voert tot dienstbaarheid. |
Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer, maar een goed woord verblijdt het. | Kommer in het hart van de mens buigt het neder, maar een goed woord verblijdt het. |
Gerelateerde onderwerpen
Spreken
Dood en leven zijn...
Begrijpen
Roep tot Mij, en...
Leren
Ik onderwijs u en...
Luisteren
Zo dan, mijn geliefde...
Boosheid
Word boos, maar zondig...
Zelfbeheersing
Zoals een opengebroken stad...
Bijbeltekst van de dag
Een dwaas verwerpt de vermaning van zijn vader,maar wie de bestraffing in acht neemt, is schrander.