Een goede naam is verkieslijker dan grote rijkdom, goede gunst dan zilver en dan goud. | Een goede naam is te verkiezen boven grote rijkdom, waardering boven zilver en goud. |
Het loon van nederigheid – de vreze des HEEREN – is rijkdom, eer en leven. | Wie bescheiden is en ontzag heeft voor de HEER wordt beloond met rijkdom, eer en een lang leven. |
Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg, ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken. | Leer een kind van jongs af aan de juiste weg, en het zal er niet van afwijken wanneer het oud geworden is. |
Een rijke heerst over armen, en wie leent, wordt slaaf van de uitlener. | Een rijke heeft macht over armen, wie leent is de slaaf van zijn geldschieter. |