Open je mond voor een stomme, voor de rechtszaak van allen die verkwijnen. | Spreek voor hen die weerloos zijn, bescherm het recht van de vertrapten. |
Open je mond, oordeel met rechtvaardigheid, en verschaf recht aan de ellendige en de arme. | Spreek, oordeel rechtvaardig, geef de armen en behoeftigen hun recht. |
Wie zal een deugdelijke vrouw vinden? Haar waarde gaat die van robijnen ver te boven. | Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Zij is meer waard dan edelstenen. |
Bevalligheid is bedrieglijk en schoonheid vergankelijk, een vrouw die de HEERE vreest, die zal geprezen worden. | Charme is bedrieglijk en schoonheid vergaat, maar een vrouw met ontzag voor de HEER moet worden geprezen. |