Bijbelteksten over 'Ander'
Je kan nooit twee heren dienen. Want je zal altijd meer van de één dan van de ander houden. Je kan niet God dienen, én Mammon. | Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon. |
Want als ze vallen, helpt de één de ander weer overeind. Maar als iemand alleen is en valt, wie helpt hem dan weer overeind? | Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt. |
Maar als jullie een ánder veroordelen, kunnen jullie je eígen slechte gedrag niet goedpraten. Dat geldt voor iedereen, wie je ook bent. Want als jullie vinden dat een ander voor iets streng gestraft moet worden, veroordelen jullie daarmee ook jezelf. Want jullie doen dezelfde dingen als zij! | En u, wie u ook bent, met uw oordeel al klaar: u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. |
Alles mag, maar niet alles is nuttig. Alles mag, maar niet alles is goed voor een ander. | U zegt: ‘Alles is toegestaan.’ Zeker, maar niet alles is goed. Alles is toegestaan, maar niet alles is opbouwend. |
De één vindt de ene dag belangrijker dan de andere dagen, maar een ander vindt dat ze allemaal gelijk zijn. Laat iedereen gewoon doen wat volgens zijn eigen geweten goed is. | De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen. |
Zorg ervoor dat je bij niemand schulden maakt. De enige 'schuld' die je aan andere mensen hebt, is: het geven van liefde. Ik bedoel dat je van alle mensen moet houden. Want als je van de andere mensen houdt, heb je gedaan wat de wet van God vraagt. | Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. |
Doe niets om er zelf beter van te worden of om erover te kunnen opscheppen. Maar wees bescheiden en vind andere mensen belangrijker dan jezelf. | Handel niet uit geldingsdrang of eigenwaan, maar acht in alle nederigheid de ander belangrijker dan uzelf. |
Wees niet jaloers op wat iemand anders heeft. Je moet niet willen hebben wat al van een ander is: zijn huis, of zijn vrouw, of zijn knecht, of zijn slavin, of zijn koe, of zijn ezel, of iets anders wat van iemand anders is. | Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort. |
Denk niet alleen maar aan jezelf, maar denk vooral aan de anderen. | Wees niet op uzelf gericht, maar op de ander. |
Ik geef jullie vrede. Ik geef jullie míjn vrede. De vrede die Ik jullie geef, is een ander soort vrede dan de vrede van de wereld. Wees niet bang of verdrietig. | Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. |
Liefde is niet blij met oneerlijke dingen, maar met de waarheid. Liefde vertelt fouten van andere mensen niet door, denkt altijd het beste van een ander en blijft altijd geduldig. | Ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. |
De tweede wet, die net zo belangrijk is, is deze: 'Houd net zoveel van je broeders als van jezelf.' Geen enkele wet is belangrijker dan deze twee. | En daarna komt dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze. |
We moeten allemaal proberen om het beste voor de anderen te zoeken en hun geloof op te bouwen. | Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is. |
Wees verdraagzaam. Vergeef elkaar als je iets tegen elkaar hebt. Net zoals Christus jullie vergeven heeft, moeten jullie ook elkaar vergeven. | Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. |
De liefde is geduldig en vriendelijk. Liefde wordt niet jaloers. Liefde schept niet op en vindt zichzelf niet vreselijk belangrijk. Liefde zegt of doet geen onaardige dingen en denkt niet alleen maar aan zichzelf. Liefde raakt niet verbitterd. Liefde vergeeft als een ander iets verkeerds heeft gedaan. | De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan. |
Want de wetten: "Wees niet ontrouw aan je man of vrouw," "Dood niemand," "Steel niet," "Beschuldig niemand van iets wat niet waar is," "Wees niet jaloers" en al Gods andere wetten kun je samenvatten met de volgende woorden: "Houd net zoveel van je medemensen als van jezelf." | Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ |
Want we zijn allemaal in één Geest ondergedompeld, zodat we samen één Lichaam werden. Het maakt niet uit of we Joden zijn of van een ander volk zijn. Het maakt ook niet uit of we slaven zijn of vrije mensen. We zijn allemaal vol van dezelfde Geest. | Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden; of we nu Joden of Grieken zijn, slaven of vrije mensen, we zijn allen van één Geest doordrenkt. |
Zoals ijzer met ijzer scherp wordt gemaakt, zo scherpt de ene mens de andere. | Zoals men ijzer scherpt met ijzer, zo scherpt een mens zijn medemens. |
Als je gastvrij bent voor een kind omdat je Mij gelooft, ben je eigenlijk gastvrij voor Mij. En als je gastvrij bent voor Mij, ben je ook gastvrij voor Hem die Mij heeft gestuurd. Want als je jezelf onbelangrijk vindt en een ander dient, ben je het belangrijkst. | Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam ontvangt, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’ |
En ik zag de doden, belangrijke en gewone mensen, klein en groot, voor God staan. En er werden boeken opengedaan. En er werd nog een ander boek opengedaan: het Boek van het Leven. En de doden werden geoordeeld naar wat er in de boeken over hen stond opgeschreven. Alles wat ze hadden gedaan, stond er in. Alle doden kwamen tevoorschijn: uit de zee, uit de dood en uit het dodenrijk. Ze werden allemaal geoordeeld, iedereen naar wat hij had gedaan. | Ik zag de doden, groot en klein, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. |
Als iemand je kwaad doet, doe dan niet iets kwaads terug. Doe liever allemaal je best om altijd het goede te doen. Niet alleen voor elkaar, maar voor alle mensen. | Zie erop toe dat niemand kwaad met kwaad vergeldt en streef altijd naar het goede, zowel voor elkaar als voor ieder ander. |
Bemoedig elkaar hiermee en bouw elkaars geloof op. Maar dat doen jullie ook. | Dus troost elkaar en wees elkaar tot steun, zoals u trouwens al doet. |
Denk er dus goed om dat de Heer de enige God is in de hemel daarboven en op de aarde hier beneden. Er is geen andere God. | Wees u er daarom van bewust en laat goed tot u doordringen dat alleen de HEER God is, boven in de hemel en hierbeneden op de aarde; een ander is er niet. |
Ook zag ik dat het harde werken en zwoegen van de mensen alleen maar anderen jaloers maakt. Ook dat is maar lucht en iets teleurstellends. | Ik heb al het gezwoeg gezien, en vastgesteld dat alles wat een mens bereikt het resultaat is van zijn afgunst op een ander. Ook dat is enkel lucht en najagen van wind. |
Houd als broeders en zusters van elkaar. Laat elkaar zien dat je respect voor elkaar hebt. Wees daarin een voorbeeld voor elkaar. | Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. |
Bijbeltekst van de dag
Wie is die geweldige Koning toch?Het is de Aanvoerder van de hemelse legers.
Hij is de machtige Koning.