Bijbelteksten over 'Begeren'
Wees niet jaloers op wat iemand anders heeft. Je moet niet willen hebben wat al van een ander is: zijn huis, of zijn vrouw, of zijn knecht, of zijn slavin, of zijn koe, of zijn ezel, of iets anders wat van iemand anders is. | U zult niet begeren het huis van uw naaste. U zult niet begeren de vrouw van uw naaste, noch zijn dienaar, noch zijn dienares, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets wat van uw naaste is. |
Ik bedoel dit: laat je leiden door de Geest en niet door je 'ik.' | Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. |
Jullie hebben gehoord dat er in de Boeken tegen onze voorouders wordt gezegd dat je niet ontrouw mag zijn aan je vrouw. Dus dat je niet met een andere vrouw naar bed mag gaan. Maar Ik zeg jullie: als je naar een andere vrouw kijkt en denkt: 'Ik zou best eens met haar naar bed willen,' ben je in gedachten al ontrouw aan je vrouw geweest. | U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen. Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft. |
En de wereld met alles wat ze belangrijk vindt, zal verdwijnen. Maar als je doet wat God wil, zul je eeuwig leven. | En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid. |
Hoe zit het dan? Is de wet dan iets slechts? Nee, helemaal niet. Want zonder de wet zou ik niet geweten hebben wat slecht is. Ik zou bijvoorbeeld niet geweten hebben dat jaloersheid verkeerd is, als de wet niet had gezegd dat je niet jaloers mag zijn. | Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen dan door de wet. Ik zou immers ook niet geweten hebben dat begeerte zonde was, als de wet niet zei: U zult niet begeren. |
Want de wetten: "Wees niet ontrouw aan je man of vrouw," "Dood niemand," "Steel niet," "Beschuldig niemand van iets wat niet waar is," "Wees niet jaloers" en al Gods andere wetten kun je samenvatten met de volgende woorden: "Houd net zoveel van je medemensen als van jezelf." | Want dit: U zult geen overspel plegen, u zult niet doden, u zult niet stelen, u zult geen vals getuigenis geven, u zult niet begeren, en welk ander gebod er ook is, wordt in dit woord samengevat, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. |
Want wat het 'ik' wil, is precies het tegenovergestelde van wat de Geest wil. En wat de Geest wil, is precies het tegenovergestelde van wat het 'ik' wil. Jullie moeten dus niet doen wat je maar wil. | Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. |
Sommige mensen willen altijd maar méér hebben. Maar goede mensen zijn gul en delen uit van wat ze hebben. | De hele dag is hij belust op begerenswaardige zaken, maar een rechtvaardige geeft en houdt niets achter. |
Wij kunnen de Almachtige God niet zien en niet begrijpen. Hij is machtig en rechtvaardig. | De Almachtige, wij kunnen Hem niet vinden; Hij is groot van kracht en recht en hoogst rechtvaardig; Hij onderdrukt niet. |
U bent geweldig. U verdient het te worden geprezen. U bent zó machtig, het is niet te begrijpen. | De HEERE is groot en zeer te prijzen, Zijn grootheid is niet te doorgronden. |
En je zal begrijpen wat eerlijk en rechtvaardig is. Je zal weten hoe je op de goede weg kan blijven. | Dan zul je gerechtigheid en recht begrijpen, en billijkheid, op elk goed spoor. |
En toen ik begon te spreken, werd de Heilige Geest op hen uitgestort. Net zoals Hij in het begin ook op ons werd uitgestort. | En toen ik begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, evenals op ons in het begin. |
Veel mensen zullen zich laten schoonwassen en bij God willen horen. Maar de mensen die zich niets van God aantrekken, zullen gewoon slechte dingen blijven doen. Zij zullen hier niets van begrijpen. Maar de wijze en verstandige mensen zullen deze dingen begrijpen. | Velen zullen gereinigd, zuiver wit gemaakt en gelouterd worden. De goddelozen echter zullen goddeloos handelen en geen enkele van de goddelozen zal het begrijpen, maar de verstandigen zullen het begrijpen. |
Hij zei tegen hen: "Begrijpen jullie het dan óók niet? Begrijpen jullie niet dat alles wat je mond íngaat, je niet onrein kan maken? Want het komt niet in je hart, maar in je buik. En op een bepaalde plaats gaat het er ook weer uit." Zo zei Hij dus dat alle soorten eten rein zijn. | En Hij zei tegen hen: Bent ook u zo onwetend? Ziet u niet in dat alles wat van buitenaf de mens binnengaat, hem niet kan verontreinigen? Want het komt niet in zijn hart maar in zijn buik en gaat in de afzondering naar buiten. Zo wordt al het voedsel gereinigd. |
Het is heerlijk voor je als je begrijpt dat je God nodig hebt. Want dan zul je het Koninkrijk van God mogen binnengaan. | Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. |
Maar Hij heeft het zó gemaakt, dat alles op zijn tijd goed is. Ook heeft Hij de mensen een besef van de eeuwigheid gegeven. Maar toch kunnen ze niets begrijpen van wat God vanaf het begin tot aan het einde heeft gedaan. | Hij heeft alles op zijn tijd mooi gemaakt. Ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens het werk dat God gedaan heeft, van het begin tot het eind kan doorgronden. |
Wat zijn Gods wijsheid en kennis toch onbegrijpelijk groot! Wat is het moeilijk om zijn plannen te begrijpen en zijn daden uit te leggen! | O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! |
In het begin was het Woord er. Het Woord was bij God, en het Woord was God Zelf. | In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. |
Kijk eens hoe ontzettend veel de Vader van ons houdt: Hij noemt ons 'kinderen van God.' De mensen die niet geloven, begrijpen ons niet. Dat komt omdat ze Hem niet kennen. | Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. |
God is in jullie een goed werk begonnen. En ik weet zeker dat Hij dat werk ook zal afmaken. Hij zal met jullie bezig blijven, totdat Jezus Christus terugkomt. | Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus. |
Maar alle wijsheid begint bij een diep ontzag voor de Heer. Wie geen ontzag heeft voor God, wil niets van wijsheid weten. | De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis, dwazen verachten wijsheid en vermaning. |
Want dit is de boodschap die jullie vanaf het begin hebben gehoord: dat we van elkaar moeten houden. | Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar moeten liefhebben. |
Want net zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn mijn plannen hoger dan jullie plannen. Mijn plannen gaan jullie verstand ver te boven. De dingen die Ik doe, zijn voor jullie niet te begrijpen. | Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten. |
Als je fouten vergeeft, bewaar je de vriendschap. Maar als je er steeds weer over begint, maak je zelfs goede vriendschappen kapot. | Wie de overtreding toedekt, zoekt liefde, maar wie de zaak weer oprakelt, maakt scheiding tussen de beste vrienden. |
Naar wijsheid verlangen is het begin van alle wijsheid. Van alles wat je hebt, is wijsheid het belangrijkste. | Het beginsel van wijsheid is: verwerf wijsheid, en bij alles wat je verwerft: verwerf inzicht! |
Gerelateerde onderwerpen
Begrijpen
Als je Mij om...
Begeerte
Ik bedoel dit: laat...
Wet
Bewaar in je hart...
Zonde
Weten jullie dan niet...
Wijsheid
Want de Heer geeft...
Naaste
De tweede wet, die...