Bijbelteksten over 'Belijden'
En alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader! | Dan zal iedereen zeggen: ‘Jezus Christus is de Heer.’ En zo zal iedereen God, de Vader, eren. |
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. | Maar als we onze zonden eerlijk aan God vertellen, zal hij ons vergeven. Hij zal al het kwaad uit ons weghalen, zodat we helemaal rein worden. Want God is trouw en rechtvaardig. |
Wanneer hij nu aan een van deze dingen schuldig is, dan zal hij belijden, waarin hij gezondigd heeft. | Als iemand weet dat hij iets verkeerds gedaan heeft, moet hij dat in het openbaar zeggen. Hij moet zijn fout toegeven. |
Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de Here mijn overtredingen belijden, en Gij vergaaft de schuld mijner zonden. sela | Toen vertelde ik u over mijn fouten, ik zweeg niet langer over mijn schuld. Ik zei eerlijk wat niet goed was, en u hebt me alles vergeven. |
Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen. | Als jullie volhouden, zullen ook jullie die witte kleren dragen. Ik zal jullie naam dan niet wegstrepen uit het boek van het leven. Maar ik zal tegen mijn Vader en zijn engelen zeggen dat jullie bij mij horen. |
Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw. | Wij geloven dat God ons zal redden. Aan dat geloof moeten we vasthouden, zonder te twijfelen. Want God zal doen wat hij beloofd heeft. Daar kunnen we op vertrouwen. |
Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt. | Vertel elkaar wat je verkeerd gedaan hebt. En bid voor elkaar. Dan zullen jullie gered worden. Want als goede en eerlijke mensen tot God bidden en hem om iets vragen, zullen ze het zeker krijgen. |
Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. | Blijf strijden voor het geloof! Zorg dat je het eeuwige leven krijgt, waarvoor God je uitgekozen heeft. Denk aan wat je beloofd hebt: dat je alles overhebt voor het geloof. Alle christenen waren erbij toen je dat hardop beloofde. |
Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. | Als je je fouten niet toegeeft, krijg je ellende, maar als je echt spijt hebt, krijg je vergeving. |
Want er staat geschreven: (Zo waarachtig als) Ik leef, spreekt de Here: voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal God loven. | In de heilige boeken zegt God: «Zo zeker als ik leef, alle mensen zullen voor mij knielen en mij eren.» |
Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren. | Nu moeten jullie je leven veranderen en weer doen wat God wil. Dan zal hij jullie alles vergeven wat jullie verkeerd gedaan hebben. |
Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. | Want als we geloven met heel ons hart, ziet God ons als goede mensen. En als we Jezus eren als onze Heer, worden we gered. |
Komt met woorden van schuldbelijdenis, bekeert u tot de Here, zegt tot Hem: Vergeef de ongerechtigheid geheel en al, en wees genadig; wij bieden als offerstieren de belijdenis onzer lippen. | Zeg dat jullie spijt hebben, en keer terug naar de Heer. Zeg tegen hem: ‘Vergeef al onze misdaden en neem ons offer aan. Wij zullen geen dieren offeren, maar woorden. Woorden van dankbaarheid.’ |
Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg onder mijn gejammer de ganse dag. | Eerst zweeg ik over mijn fouten. Ik werd ziek, ik huilde de hele dag. |
Wij hebben gezondigd en misdreven, wij hebben goddeloos gehandeld en zijn wederspannig geweest; wij zijn afgeweken van uw geboden en van uw verordeningen. | Maar wij zijn fout geweest. We gingen tegen uw wetten in, en we gehoorzaamden u niet. We verzetten ons tegen u, en we deden niet wat u van ons vraagt. We hielden ons niet aan uw regels. |
Evenzo, dat de vrouwen zich sieren met waardige klederdracht, zedig en ingetogen, niet met haarvlechten en goud of paarlen en kostbare kleding, maar – zó immers betaamt het vrouwen, die voor haar godsvrucht uitkomen – door goede werken. | De vrouwen moeten eenvoudige, nette kleding dragen. Ik wil niet dat ze de aandacht trekken met dure kleren, goud, parels of mooi gevlochten haren. Laat ze aandacht trekken met hun goede daden, zoals dat hoort bij gelovige vrouwen. |
Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden. | Met onze mond eren we Jezus als onze Heer. En met heel ons hart geloven we dat God hem uit de dood heeft laten opstaan. Daarom zullen we gered worden. |
Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. | Want alle mensen doen verkeerde dingen. Daardoor leeft niemand dicht bij God. Maar God wil de mensen redden, zomaar, voor niets. Hij vergeeft de zonden van iedereen die gelooft in Jezus Christus. Zo goed wil God voor ons zijn. |
Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt. | Luister goed, jullie slechte mensen, jullie die twijfelen aan Gods macht! Doe het kwaad weg uit je hart, en ga een heilig leven leiden. |
Een ieder, die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader. | Want iedereen die niet in de Zoon gelooft, die hoort niet bij de Vader. Maar wie wel in de Zoon gelooft, die hoort wel bij de Vader. |
Gerelateerde onderwerpen
Belijden
Belijdt daarom elkander uw...
Erkennen
Al wie belijdt, dat...
Zonde
Of weet gij niet...
Berouw
En mijn volk waarover...
Vergeving
Wie een overtreding bedekt...
Geloof
Daarom zeg Ik u...