Deze boodschap is betrouwbaar: Als wij met Hem gestorven zijn, zullen we ook met Hem leven. | Dit is de boodschap waarop we vertrouwen: Als wij met Christus verbonden zijn in zijn dood, dan zijn we ook met hem verbonden in het eeuwige leven. |
De boodschap over het kruis is dwaasheid voor wie verloren gaan, maar voor ons die worden gered is het de kracht van God. | Dit is de boodschap die ik breng: Jezus Christus is voor ons aan het kruis gestorven. Die boodschap heeft niets te maken met menselijke wijsheid. Mensen die niet in Jezus geloven, vinden die boodschap onzin. Maar voor de mensen die gered worden, is die boodschap het bewijs van Gods macht. |
Verkondig de boodschap, blijf aandringen, of het nu uitkomt of niet, wijs terecht, straf en vermaan met alle geduld dat het onderricht vereist. | Maak Gods boodschap bekend. Het maakt niet uit of mensen er graag naar willen luisteren of niet. Je moet mensen die iets slechts gedaan hebben, streng toespreken en straffen. Maar je moet mensen ook nieuwe moed geven met je uitleg. Doe dat met veel geduld. |
Dit is immers wat u vanaf het begin hebt horen verkondigen: dat we elkaar moeten liefhebben. | Dit is de boodschap die we kennen sinds we christenen zijn: houd van elkaar. |
Wees daarom zachtmoedig en leg alle verdorvenheid en elk denkbaar wangedrag af. En aanvaard zo de boodschap die in u is geplant en die u kan redden. | Nee, blijf altijd vriendelijk. Doe alles weg wat slecht is! Doe geen verkeerde dingen meer, maar doe wat God van je vraagt. Jullie kennen Gods boodschap, en jullie weten dat je daardoor gered kunt worden. |
Toen ze hun gebed beëindigd hadden, begon de plaats waar ze bijeen waren te beven, en allen werden vervuld van de heilige Geest en verkondigden de boodschap van God vrijmoedig. | Na dat gebed begon de aarde te schudden op de plaats waar ze bij elkaar waren. En de heilige Geest kwam in alle apostelen. Ze begonnen zonder angst het goede nieuws over Jezus te vertellen. |
Dit is wat wij Hem hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis. | Dit is de boodschap die we van Gods Zoon gehoord hebben, en die we aan jullie vertellen: God is licht. Er is helemaal geen duisternis in hem. |
Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u hebt aangenomen, dat uw fundament is en uw redding – als u tenminste vasthoudt aan de boodschap zoals ik u die verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen. | Vrienden, ik heb jullie vroeger het goede nieuws van God verteld. Jullie hebben dat toen allemaal gehoord. En jullie geloven in die boodschap van God. Daarom zullen jullie door God gered worden. Maar alleen als jullie ook blijven geloven in die boodschap. Anders is alles voor niets geweest. |
Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’ | Iedereen wacht op het goede nieuws. Iedereen wacht op de snelle boodschapper die over de bergen komt. De mensen zijn blij als hij komt. Hij zegt dat er vrede komt, en dat God de mensen zal bevrijden. Hij roept naar de inwoners van Jeruzalem: ‘Jullie God is koning!’ |
Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde. | Ik wilde jullie alleen maar vertellen over Jezus Christus, en over zijn dood aan het kruis! |
Luister, dit zegt de HEER over Zerubbabel: Niet door eigen kracht of macht zal hij slagen – zegt de HEER van de hemelse machten – maar alleen met hulp van mijn geest. | Dit was de boodschap van de Heer: ‘Zerubbabel moet niet vertrouwen op zijn eigen kracht, maar alleen op mij. Want ik zal hem helpen om alle moeilijkheden te overwinnen.’ |
De geest van God, de HEER, rust op mij, want de HEER heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij mij gezonden, om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding. | Gods dienaar zegt: ‘God, de Heer, heeft mij uitgekozen. Hij heeft mij zijn geest gegeven. Hij heeft mij gestuurd om aan arme mensen het goede nieuws te brengen. En om aan mensen die lijden, weer hoop te geven. Hij heeft me gestuurd om tegen gevangenen te zeggen: ‘Jullie zijn vrij!’’ |
Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen. | Lieve vrienden, geloof niet zomaar iedereen. Onderzoek eerst of iemand door de Geest van God geleid wordt. Want er zijn veel valse profeten in de wereld. |
Draag de verlossing als helm en Gods woord als zwaard, dat u van de Geest ontvangt. | Vertrouw erop dat God je zal redden, want dat vertrouwen beschermt je als een helm. En de boodschap van God is je zwaard. De heilige Geest zal je helpen om die boodschap kracht te geven. |
Aan hen heeft God bekend willen maken hoe luisterrijk dit geheim is voor alle volken: Christus is in u, Hij is uw hoop op goddelijke luister. | Want ook zij horen bij God, en God wilde dat ze zijn prachtige boodschap zouden leren kennen. Daarom moest ik ook aan jullie die boodschap vertellen, die eeuwenlang geheim gebleven was: de boodschap dat Christus ook in jullie aanwezig is. Dankzij hem krijgen jullie een schitterende toekomst. |
Probeer ik nu mensen te overtuigen of God? Probeer ik soms mensen te behagen? Als ik dat nog altijd zou doen, zou ik geen dienaar van Christus zijn. | Misschien vinden de mensen het niet prettig wat ik zeg. Maar dat maakt me niet uit. Ik doe alleen wat God wil. Ik ben alleen maar bezig met mijn werk voor Christus. |
Misschien vraagt u zich af: Hoe weten we dat een profetie niet van de HEER komt? Dit is het antwoord: als een profeet zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de HEER geweest. Heb geen ontzag voor een profeet die zich dat aanmatigt. | Misschien denken jullie: Hoe weten we of een profeet namens de Heer spreekt? Dat weet je als de woorden van een profeet ook echt uitkomen. Als dat niet gebeurt, dan weet je dat de profeet niet namens de Heer gesproken heeft. Voor de boodschap van zo’n profeet hoef je niet bang te zijn. |
Jezus zei: ‘Wat Ik onderwijs heb Ik niet van mijzelf, maar van Hem die Mij gezonden heeft.’ | Jezus zei tegen hen: ‘Wat ik aan de mensen leer, heb ik niet van mijzelf. Het is de boodschap van God, hij heeft mij gestuurd.’ |
Wat uzelf betreft: wat u vanaf het begin hebt gehoord, laat dat in u blijven. Als in u blijft wat u vanaf het begin hebt gehoord, zult u in de Zoon en in de Vader blijven. | De boodschap die jullie vanaf het begin gehoord hebben, moeten jullie in je hart bewaren. Als jullie dat doen, zullen jullie met de Zoon en met de Vader verbonden blijven. |
En tegen de Joden die in Hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u blijft vasthouden aan wat Ik zeg, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’ | Jezus zei tegen de Joden die in hem geloofden: ‘Mijn boodschap moet in jullie hart zijn. Alleen dan zijn jullie echt mijn leerlingen. Dan zullen jullie de waarheid kennen, en daardoor zullen jullie bevrijd worden.’ |
Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. | Als je geen liefde hebt voor anderen, beteken je niets. Zelfs al laat God je zijn boodschap bekendmaken en krijg je van hem al zijn geheime kennis. En zelfs al heb je zo’n groot geloof dat je bergen kunt verplaatsen. |
Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Spreek eerlijk recht, wees goed en zorgzaam voor elkaar; onderdruk geen weduwen en wezen en ook geen vreemdelingen en armen, en wees er niet op uit om een ander kwaad te doen. | En nu stuurt de machtige Heer mij! Dit is zijn boodschap: Spreek eerlijk recht, wees goed voor elkaar en zorg voor elkaar. Onderdruk geen weduwen en geen kinderen zonder vader, geen vreemdelingen en geen arme mensen. Maak geen plannen om elkaar kwaad te doen. |
Omdat God mij echter tot op de dag van vandaag bijstaat, blijf ik mijn getuigenis zonder onderscheid aan iedereen bekendmaken, en daarbij zeg ik niets anders dan wat volgens de profeten en Mozes moest gebeuren, namelijk dat de messias zou lijden en sterven en dat Hij als eerste van de doden zou opstaan om aan zijn eigen volk en aan de andere volken het licht te verkondigen. | Maar God hielp me, zoals altijd. En dus vertel ik nog steeds aan iedereen over de messias. Mozes en de profeten hebben al gezegd wat er met de messias zou gebeuren. En ik vertel precies hetzelfde: De messias zou lijden en sterven, en als eerste opstaan uit de dood. En hij zou een boodschap van redding brengen aan alle volken. |
Ga weer naar binnen en zeg tegen Hizkia, de vorst van mijn volk: “Dit zegt de HEER, de God van je voorvader David: Ik heb je gebed gehoord en je tranen gezien. Welnu, Ik zal je genezen. Over drie dagen zul je in staat zijn naar mijn tempel te gaan.” | Jesaja wilde weggaan. Maar al voordat hij het paleis uit was, stuurde de Heer hem terug naar Hizkia, met deze boodschap: ‘Hizkia, jij bent de koning van mijn volk. Ik ben de Heer, de God van je voorvader David. Ik heb je gebed gehoord en ik heb je tranen gezien. Ik zal zorgen dat je beter wordt. Over twee dagen zul je weer naar mijn tempel kunnen gaan.’ |
Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen. | Vroeger waren jullie vreemdelingen, en hoorden jullie niet bij het volk van God. Maar dat is veranderd. Jullie horen er nu wel bij. Jullie zijn Gods kinderen, samen met de andere christenen. Alle christenen samen vormen een eenheid: de heilige kerk van Christus. Je kunt het vergelijken met een gebouw. Het fundament van het gebouw is dan de boodschap van de apostelen en de profeten. Jullie zijn de stenen in de muren. En de belangrijkste steen, die het hele gebouw op zijn plaats houdt, dat is Jezus Christus. |