Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden. | Vrienden, bedenk dit goed: Je moet altijd bereid zijn om naar een ander te luisteren. Maar denk eerst goed na voordat je iets terugzegt. En word vooral niet meteen kwaad. |
Maar Hij zei: ‘Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.’ | Maar Jezus zei: ‘Het echte geluk is voor mensen die luisteren naar God, en doen wat hij wil.’ |
Roep Mij aan, en Ik zal je antwoorden, Ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn. | Jeremia, vraag me wat er gaat gebeuren, dan zal ik je antwoord geven. Ik ga je belangrijke dingen vertellen. Dingen die voor mensen verborgen zijn, en die ook jij niet weet. |
Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen. | Je moet niet alleen luisteren naar Gods woorden, maar ook doen wat God van je vraagt. Anders ben je verkeerd bezig. |
Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat Hij naar ons luistert als we Hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. | Als we bidden, mogen we vol vertrouwen zijn. Want God luistert naar ons als wij hem iets vragen dat past bij zijn wil. |
Jullie zullen Mij aanroepen en weer tot Mij gaan bidden, en Ik zal naar jullie luisteren. | In die tijd zullen jullie weer tot mij bidden, en zal ik naar jullie luisteren. |
De HEER heb ik lief, hij hoort mijn stem, mijn smeken, hij luistert naar mij, ik roep hem aan, mijn leven lang. | Ik heb de Heer lief, want hij luistert naar mij. Als ik om hulp roep, geeft hij mij antwoord. Ik blijf tot hem bidden, mijn leven lang. |
Wie goed luistert, zal het goed vergaan, wie op de HEER vertrouwt is gelukkig. | Als je goed luistert, zul je een goed leven hebben. Als je op de Heer vertrouwt, zul je gelukkig zijn. |
Wie deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een wijs man, die zijn huis bouwde op een rots. | Luister naar mijn woorden en doe wat ik vraag. Dan lijk je op een verstandige man, die zijn huis bouwt op stevige grond. |
Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Dan zal de God van de vrede met u zijn. | Houd je aan alles wat ik jullie geleerd heb. Doe alles wat ik jullie verteld heb en wat ik aan jullie heb laten zien. Dan zal God zijn vrede aan jullie geven. |
En omdat we weten dat Hij naar ons luistert, wat we Hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we Hem gevraagd hebben. | We weten dus dat God naar ons luistert als we hem iets vragen. We hebben God gevraagd om ons het eeuwige leven te geven. En we kunnen er dus zeker van zijn dat hij ons dat gegeven heeft. |
Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij. | Ik roep jullie alsof ik voor jullie deur sta. Als jullie mij horen en binnenlaten, zal ik altijd bij jullie zijn. |
Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus. | Je kunt pas geloven als je het goede nieuws over Christus gehoord hebt. Maar niet iedereen die het gehoord heeft, wil het geloven. In het boek Jesaja staat: «Heer, wij hebben het nieuws bekendgemaakt, maar veel mensen wilden het niet geloven.» |
In mijn nood riep ik tot de HEER, ik schreeuwde naar mijn God om hulp. In zijn paleis hoorde Hij mijn stem, mijn roepen bereikte zijn oren. | Toen schreeuwde ik om hulp naar mijn God, vol angst riep ik naar de Heer. En hij hoorde mij roepen, vanuit de hemel hoorde hij mijn stem. |
Wie zich laat terechtwijzen, is op weg naar een gelukkig leven, wie zich niet berispen laat, bevindt zich op een dwaalspoor. | Als je luistert naar kritiek, zul je een gelukkig leven hebben, maar als je daar niet naar luistert, loopt het verkeerd met je af. |
Mijn zoon, heb aandacht voor mijn woorden, geef aan mijn uitspraken gehoor. Houd ze steeds voor ogen, bewaar ze in het diepste van je hart. | Luister goed! Luister aandachtig naar mijn woorden. Denk er altijd aan, bewaar ze in je hart. En doe wat ik je zeg. |
In de morgen, HEER, hoort U mijn stem, in de morgen wend ik mij tot U en wacht. | Elke ochtend hoort u mijn stem, Heer. Elke ochtend bid ik tot u, en dan wacht ik op antwoord. |
Als jullie niet luisteren, en als jullie niet ter harte nemen dat je mijn naam in ere moet houden – zegt de HEER van de hemelse machten –, dan zal Ik jullie met mijn vloek treffen en vervloek Ik alles waarmee jullie gezegend zijn; Ik zal jullie zéker vervloeken, want jullie nemen het toch niet ter harte. | Als jullie niet naar mij luisteren en geen eerbied voor mij hebben, dan zal ik jullie straffen. Ik zal jullie straffen en ongelukkig maken. En ik zal ook jullie kinderen straffen. Ja, ik zal jullie zeker straffen, want jullie willen toch niet luisteren! Ik zal het afval van jullie offers in je gezicht gooien, en jullie wegjagen uit mijn tempel. |
Het oog van de HEER rust op de rechtvaardigen, zijn oor luistert naar hun hulpgeroep. | De Heer helpt mensen die trouw zijn aan hem, hij hoort hen als ze om hulp roepen. |
Blijf de HEER, uw God, volgen en heb alleen voor Hem ontzag. Leef zijn geboden na en luister naar Hem; dien alleen Hem en blijf Hem toegedaan. | Jullie moeten alleen voor de Heer eerbied hebben, jullie moeten alleen hem dienen. |
Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God. De andere gevangenen luisterden aandachtig naar hen. | Midden in de nacht waren Paulus en Silas aan het bidden. En ze zongen liederen voor God. De andere gevangenen luisterden ernaar. |
Geeft God u de Geest en laat Hij zijn kracht in u werkzaam zijn omdat u de wet naleeft, of omdat u gelooft wat u hebt gehoord? | God geeft jullie de heilige Geest en hij doet wonderen bij jullie. Maar dat doet hij omdat jullie in Christus geloven, niet omdat jullie je aan de Joodse wet houden. |
Alles wat jullie in het donker zeggen, zal in het licht worden gehoord, en wat jullie binnenskamers in iemands oor fluisteren, zal van de daken geschreeuwd worden. | Nu is alles waarover jullie praten, nog geheim. Maar straks zal iedereen het te horen krijgen. |
Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.”’ | Maar Jezus antwoordde: ‘In de heilige boeken staat: «Alleen van brood kan een mens niet leven. Maar hij leeft van elk woord dat God spreekt.»’ |
Ik zocht de HEER en Hij gaf antwoord, Hij heeft mij van alle angst bevrijd. | Ik riep de Heer, en hij gaf mij antwoord. Ik was doodsbang, en hij heeft mij bevrijd. |