Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt. | Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering. |
Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten. | Breng al de tienden naar het voorraadhuis, zodat er voedsel in Mijn huis is. Beproef Mij toch hierin, zegt de HEERE van de legermachten, of Ik niet de vensters van de hemel voor u zal openen, en zegen over u zal uitgieten, zodat er geen schuren genoeg zullen zijn. |
Wat u geleerd en overgeleverd is, wat gij van mij gehoord en gezien hebt, breng dat in toepassing en de God des vredes zal met u zijn. | Wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn. |
Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. | Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. |
Want de droefheid naar Gods wil brengt onberouwelijke inkeer tot heil, maar de droefheid der wereld brengt de dood. | Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg. |
En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen. | En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal. |
De lippen van de dwaas brengen twist voort, en zijn mond roept om slagen. | De lippen van een dwaas komen terecht in onenigheid, zijn mond roept om slagen. |
Want alle tucht schijnt op het ogenblik zelf geen vreugde, maar smart te brengen, doch later brengt zij hun, die erdoor geoefend zijn, een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid. | En elke bestraffing schijnt op het moment zelf wel geen reden tot blijdschap te zijn, maar tot droefheid. Maar later geeft zij hun die erdoor geoefend zijn een vreedzame vrucht van gerechtigheid. |
Een valsaard veroorzaakt twist, een lasteraar brengt scheiding tussen vrienden. | Een verderfelijke man brengt ruzie teweeg, en een lasteraar maakt scheiding tussen de beste vrienden. |
Een goed mens brengt uit de goede schat zijns harten het goede voort en een slecht mens brengt uit de boze schat het boze voort. Want waar het hart vol van is, daarvan spreekt de mond. | De goede mens brengt het goede voort uit de goede schat van zijn hart, en de slechte mens brengt het slechte voort uit de slechte schat van zijn hart, want uit de overvloed van het hart spreekt zijn mond. |
Iemands geschenk maakt ruimte voor hem en brengt hem in de tegenwoordigheid der groten. | De gift van een mens maakt ruimte voor hem, en leidt hem in de tegenwoordigheid van groten. |
Nu brengt inderdaad de godsvrucht grote winst, (indien zij gepaard gaat) met tevredenheid. | Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid. |
Here, God der heerscharen, herstel ons, doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden. | HEERE, God van de legermachten, breng ons terug; doe Uw aangezicht lichten, dan zullen wij verlost worden. |
Wie een overtreding bedekt, jaagt liefde na; maar wie een zaak ophaalt, brengt scheiding tussen vrienden. | Wie de overtreding toedekt, zoekt liefde, maar wie de zaak weer oprakelt, maakt scheiding tussen de beste vrienden. |
Daarom brengt gij toch ook belastingen op; want zij zijn dienaren Gods, die juist op dit punt voortdurend letten. | Om die reden immers betaalt u ook belastingen. Het zijn namelijk dienaars van God, die juist daarmee voortdurend bezig zijn. |
Maar de Trooster, de heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb. | Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. |
De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen. | En de Heere zal mij bevrijden van alle boze opzet en mij verlossen tot de komst van Zijn hemels Koninkrijk. Hem zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen. |
Overigens, broeders, weest blijde, laat u terecht brengen, laat u vermanen, weest eensgezind, houdt vrede, en de God der liefde en des vredes zal met u zijn. | Ten slotte, broeders, verblijd u, laat u terechtbrengen, laat u aansporen, wees eensgezind, leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn. |
God heeft in de eerste plaats voor u zijn Knecht doen opstaan en Hem tot u gezonden, om u te zegenen, door een ieder uwer af te brengen van zijn boosheden. | God, Die Zijn Kind Jezus heeft doen opstaan, heeft Hem eerst naar u gezonden om u hierin te zegenen dat Hij ieder van u zou afbrengen van zijn slechte daden. |
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. | En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen. |
Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? | Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven? |
Och Here, geef toch heil, och Here, geef toch voorspoed! Gezegend hij, die komt in de naam des Heren; wij zegenen u uit het huis des Heren. | Och HEERE, breng toch heil; och HEERE, geef toch voorspoed. Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE! Wij zegenen u vanuit het huis van de HEERE. |
Maak er ernst mede u wèl beproefd ten dienste van God te stellen, als een arbeider, die zich niet behoeft te schamen, doch rechte voren trekt bij het brengen van het woord der waarheid. | Beijver u om uzelf welbeproefd voor God te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen en die het Woord van de waarheid recht snijdt. |
Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning. | Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede laat horen, die een goede boodschap brengt van het goede, die heil laat horen, die tegen Sion zegt: Uw God is Koning. |
Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking. | Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand. |