Bijbelteksten over 'Eens'
De Heer zegt: ‘Volk van Israël, denk eens na over hoe jullie leven. Denk eens aan de wet die ik jullie lang geleden gaf. Ik heb jullie de weg gewezen. Ik beloofde dat jullie in vrede zouden leven als jullie het goede zouden doen. Maar jullie zeiden: ‘Dat doen we niet.’’ | Zo zegt de Here: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij willen die niet gaan. |
Jullie moeten blij zijn, omdat jullie bij de Heer horen. Ik zeg het nog eens: Wees altijd blij. | Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! |
Waarom ben ik zo bedroefd, waarom zo onrustig van binnen? Ik moet op God vertrouwen. Eens zal ik hem weer danken. Hij zal mij redden, hij is mijn God. | Wat buigt gij u neder, o mijn ziel, en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven, mijn Verlosser en mijn God! |
Vergeet die verkeerde ideeën, en denk toch eens na! Sommigen van jullie snappen werkelijk niet hoe machtig God is. Jullie zouden je allemaal moeten schamen. | Komt tot de rechte nuchterheid en zondigt niet langer, want sommigen hebben geen besef van God. Tot uw beschaming moet ik dit zeggen. |
Kijk eens naar de vogels. Ze werken niet op het land en ze hebben geen kelder of schuur. God geeft ze te eten. En jullie zijn voor hem veel belangrijker dan de vogels. | Let op de raven, zij zaaien niet en zij maaien niet, zij hebben geen voorraadkamer of schuur, en toch voedt God ze. Hoe ver gaat gij de vogelen te boven! |
Eens zal de Heer mij weer zijn liefde geven! Dan zal ik dag en nacht voor hem zingen, ik zal bidden tot de God die mij leven geeft. | Des daags zal de Here zijn goedertierenheid gebieden, en des nachts zal zijn lied bij mij zijn, een gebed tot de God mijns levens. |
Jullie zijn Gods heilige volk. Daarom mag er bij jullie zelfs niet eens gepraat worden over verboden seks, onreine dingen, en slechte verlangens. | Maar van hoererij en allerlei onreinheid of hebzucht mag onder u zelfs geen sprake zijn, zoals het heiligen betaamt. |
Kijk eens naar de vogels in de lucht. Ze werken niet op het land en ze bewaren geen graan in een schuur. Jullie Vader in de hemel geeft ze te eten. En jullie zijn voor hem veel belangrijker dan de vogels. | Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien niet en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt uw hemelse Vader die; gaat gij ze niet verre te boven? |
Rijke mensen kunnen bedreigd worden vanwege hun geld, maar arme mensen hoeven die angst niet te hebben. | Het losgeld voor iemands leven is zijn rijkdom, maar de arme krijgt geen bedreiging te horen. |
De groep van gelovigen was een eenheid. Ze waren het over alles met elkaar eens. Niemand wilde zijn bezit alleen voor zichzelf houden. In plaats daarvan deelden ze alles wat ze hadden. | En de menigte van hen, die tot het geloof gekomen waren, was één van hart en ziel, en ook niet één zeide, dat iets van hetgeen hij bezat zijn persoonlijk eigendom was, doch zij hadden alles gemeenschappelijk. |
Toen Jezus dat hoorde, zei hij: ‘Een dokter is er niet voor gezonde mensen, maar voor zieke mensen. Met mij is het net zo. Ik ben er niet voor goede mensen. Maar ik ben gekomen om aan slechte mensen het goede nieuws te vertellen. Denk eens goed na over deze woorden van God: «Ik wil geen offers, maar ik wil dat jullie goed voor elkaar zijn.»’ | Gaat heen en leert, wat het betekent: Barmhartigheid wil Ik en geen offerande; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars. |
Johannes zei tegen de mensen: ‘Ik doop jullie met water. Dat laat zien dat jullie je leven willen veranderen. Maar na mij komt iemand die veel machtiger is dan ik. Ik ben niet eens goed genoeg om zijn schoenen uit te trekken. Hij zal jullie dopen met het vuur van de heilige Geest.’ | Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. |
Jullie moeten het heel anders doen. Breng maar eens een tiende deel van jullie oogst naar de tempel, zodat de priesters weer te eten hebben. Dan zullen jullie zien dat ik jullie beloon! Dan zal ik weer water uit de hemel laten stromen. Ik zal jullie weer een grote oogst geven. | Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten. |
Jezus antwoordde: ‘Dat komt doordat jullie geloof te klein is. Luister goed naar mijn woorden: Zelfs als je geloof maar zo klein is als een mosterdzaadje, is alles mogelijk. Als je dan tegen een berg zegt: ‘Ga eens opzij,’ dan gaat die berg opzij.’ | Hij zeide tot hen: Vanwege uw klein geloof. Want voorwaar, Ik zeg u, indien gij een geloof hebt als een mosterdzaad, zult gij tot deze berg zeggen: Verplaats u vanhier daarheen en hij zal zich verplaatsen en niets zal u onmogelijk zijn. |
Mensen die zichzelf geweldig vinden, zullen het moeilijk hebben, maar mensen die bescheiden zijn, krijgen respect. | Eens mensen hoogmoed vernedert hem, maar een nederige van geest zal eer ontvangen. |
Jullie waren vreemdelingen. Maar nu geloven jullie in Jezus Christus. Nu horen jullie bij Gods volk, doordat Christus voor jullie gestorven is. | Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus. |
Maar stel dat jullie de Mensenzoon omhoog zien gaan naar de plaats waar hij vandaan gekomen is. Zullen jullie mij dan geloven? | Wat dan, indien gij de Zoon des mensen daarheen zaagt opvaren, waar Hij tevoren was? |
Laten we nadenken over ons leven, en laten we de Heer weer gaan dienen. | Laten wij onze wegen doorzoeken en doorvorsen en ons bekeren tot de Here. |
Jezus zei nog een keer tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede. De Vader zelf heeft mij gestuurd. En nu ben ik het die jullie stuurt.’ | Jezus dan zeide nogmaals tot hen: Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. |
Want vroeger hoorden jullie bij het donker, maar nu horen jullie bij het licht van de Heer. Leef als kinderen van dat licht. | Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts. |
Mensen die getrouwd zijn, moeten dus gewoon met elkaar naar bed gaan. Een man en een vrouw mogen wel afspreken om een tijdje niet met elkaar te slapen, zodat ze meer tijd hebben om te bidden. Let op: ik zeg dat dat mag, niet dat het moet. Ook moeten ze het er allebei mee eens zijn. En bovendien moeten ze daarna weer gewoon met elkaar naar bed gaan. Anders gaan ze verlangen naar verboden seks, en dan lukt het Satan misschien om hen te laten zondigen. | Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing. |
Als we bidden, mogen we vol vertrouwen zijn. Want God luistert naar ons als wij hem iets vragen dat past bij zijn wil. | En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort. |
Wie van jullie zijn er wijs en verstandig? Dat zijn de mensen die zich altijd goed gedragen, en vriendelijk zijn tegenover iedereen. Die mensen zijn wijs! | Wie is wijs en verstandig onder u? Hij tone uit zijn goede wandel zijn werken met wijze zachtmoedigheid. |
De woede van de Heer duurt kort, maar zijn liefde duurt een leven lang! Ook al val je ’s avonds huilend in slaap, ’s ochtends sta je juichend weer op. | Want een ogenblik duurt zijn toorn, een leven lang zijn welbehagen; des avonds vernacht het geween, tegen de morgen is er gejuich. |
Als je God om wijsheid vraagt, geloof dan ook dat je die krijgt. Twijfel daar niet aan. Iemand die soms wel en soms niet gelooft, is net als de golven op zee. Die worden door de wind soms de ene kant op geblazen, en dan weer de andere kant. | Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. |
Gerelateerde onderwerpen
Leven
De Heer zal je...
Vertrouwen
Je moet op de...
Bekering
Als de mensen van...
Bidden
En wees altijd blij!...
Ziel
Maar na lange tijd...
Aanbidding
Heer, u bent mijn...