Ik ben jullie Heer en jullie meester, en toch heb ik jullie voeten gewassen. Daarom moeten jullie ook elkaars voeten wassen. | Indien nu Ik, uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen. |
Maar accepteer elkaar, en vergeef elkaars fouten. Want Christus heeft ook jullie je fouten vergeven. | Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo. |
Help elkaar altijd. Dan leef je volgens de wet van Christus. | Verdraagt elkanders moeilijkheden; zó zult gij de wet van Christus vervullen. |
Denk daarom niet aan jezelf, maar wees altijd vriendelijk en geduldig. Verdraag elkaars fouten, en houd van elkaar. | Met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen. |
Ik wil jullie graag ontmoeten. Ik wil jullie iets doorgeven van de bijzondere krachten die ik van God gekregen heb. Daarmee wil ik jullie geloof sterker maken. Ik bedoel natuurlijk dat we dan elkaars geloof sterker zullen maken. En dat we elkaar dan tot steun kunnen zijn. | Want ik verlang u te zien om u enige geestelijke gave mede te delen tot uw versterking, dat is te zeggen: onder u mede bemoedigd te worden door elkanders geloof, van u zowel als van mij. |
Blijf elkaar daarom moed inspreken, en blijf elkaar helpen. | Vermaant daarom elkander en bouwt elkander op, gelijk gij dit ook doet. |
Het lichaam is één geheel, maar het bestaat uit veel delen. En al die delen hebben een eigen functie. Net zo vormen wij samen één lichaam, want we horen allemaal bij Christus. Maar we hebben wel allemaal onze eigen functie. | Want, gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden niet alle dezelfde werkzaamheden hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander. |