Bijbelteksten over 'Ellende'
Talrijk zijn de rampen van de rechtvaardige, maar uit die alle redt hem de Here. | De rechtvaardige heeft veel ellende, maar uit dat alles redt de HEERE hem. |
Kommer in het hart van de mens buigt het neder, maar een goed woord verblijdt het. | Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer, maar een goed woord verblijdt het. |
Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig. | Daarom heb ik een behagen in zwakheden, in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig. |
En niet alleen (hierin), maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop. | En dit niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop. |
Uit de diepten roep ik tot U, o Here. Here, hoor naar mijn stem; laten uw oren opmerkende zijn op mijn luide smekingen. | Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE; Heere, hoor naar mijn stem. Laat Uw oren opmerkzaam zijn op mijn luide smeekbeden. |
Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. | Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen. |
Zegeningen zijn op het hoofd des rechtvaardigen, maar de mond der goddelozen verbergt geweld. | Zegeningen rusten er op het hoofd van de rechtvaardige, maar geweld overdekt de mond van de goddelozen. |
Het is een valstrik voor een mens ondoordacht „heilig” te roepen, en pas na gedane geloften te overwegen. | Het is een valstrik voor een mens ondoordacht een heilige gelofte te doen, en pas daarna de gedane geloften te overwegen. |
De weg des Heren is een beschutting voor de oprechten, maar onheil voor de bedrijvers van ongerechtigheid. | De weg van de HEERE is kracht voor de oprechte, maar de ondergang voor hen die onrecht bedrijven. |
Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid, of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard? | Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? |
Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wijzelf door God vertroost worden. | Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting, Die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden. |
Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven. | Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. |
Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord. | Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken. |
Want wie op (de akker van) zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie op (de akker van) de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten. | Want wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; maar wie in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven oogsten. |
Want de droefheid naar Gods wil brengt onberouwelijke inkeer tot heil, maar de droefheid der wereld brengt de dood. | Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg. |
Sta op, Here! o God, hef uw hand op, vergeet de ellendigen niet. | Sta op, HEERE God, hef Uw hand op, vergeet de ellendigen niet. |
Toen stond Job op, scheurde zijn mantel en schoor zijn hoofd; daarop wierp hij zich ter aarde, boog zich neer en zeide: Naakt ben ik uit de schoot mijner moeder gekomen, naakt zal ik daarheen wederkeren. De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen, de naam des Heren zij geloofd. | Toen stond Job op en scheurde zijn bovenkleed, schoor zijn hoofd, viel op de aarde en boog zich neer. En hij zei: Naakt ben ik uit de buik van mijn moeder gekomen en naakt zal ik daarheen terugkeren. De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam van de HEERE zij geloofd! |
Richt de geringe en de wees, doet recht de ellendige en de behoeftige. | Doe recht aan de geringe en de wees, bewijs de ellendige en de arme gerechtigheid. |
Deze ellendige hier riep en de Here hoorde, Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. | Deze ellendige riep en de HEERE hoorde; Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. |
Want ik redde de ellendige die om hulp riep, de wees en hem die geen helper had; de zegenwens van wie dreigde onder te gaan, kwam op mij, en het hart der weduwe deed ik jubelen. | Want ik bevrijdde de ellendige die om hulp riep, en de wees die geen helper had. De zegen van hem die verloren ging, kwam over mij; en het hart van de weduwe deed ik vrolijk zingen. |
Gerelateerde onderwerpen
Lijden
Doch de God van...
Armoede
Jezus zeide tot hem...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Piekeren
Weest in geen ding...
Zonde
Of weet gij niet...
Spreken
Dood en leven zijn...