Haat verwekt krakelen, maar liefde bedekt alle overtredingen. | Haat veroorzaakt ruzies, maar liefde vergeeft alles. |
Wie een overtreding bedekt, jaagt liefde na; maar wie een zaak ophaalt, brengt scheiding tussen vrienden. | Als je fouten vergeeft, bewaar je de vriendschap. Maar als je er steeds weer over begint, maak je zelfs goede vriendschappen kapot. |
Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. | Als je nooit je fouten toegeeft, zal het niet goed met je gaan. Maar als je ze hardop toegeeft en ze niet meer doet, zul je vergeving krijgen. |
Maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven. | Maar als jullie andere mensen niet vergeven, zal jullie Vader jullie ook niet vergeven. |
Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo. | Wees verdraagzaam. Vergeef elkaar als je iets tegen elkaar hebt. Net zoals Christus jullie vergeven heeft, moeten jullie ook elkaar vergeven. |
Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven. | Als jullie de mensen vergeven wat ze verkeerd doen, zal jullie hemelse Vader jullie ook vergeven wat jullie verkeerd doen. |
En wanneer gij staat te bidden, vergeeft wat gij tegen iemand mocht hebben, opdat ook uw Vader in de hemelen uw overtredingen vergeve. | En als je gaat bidden en je bent nog boos op iemand, vergeef hem dan eerst. Want dan vergeeft je hemelse Vader jou ook. |
Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik niet meer gedenken. | Ik zal al hun ongehoorzaamheid vergeven. Ik zal er zelfs niet meer aan denken. |
Want wij struikelen allen in velerlei opzicht; wie in zijn spreken niet struikelt, is een volmaakt man, in staat zelfs zijn gehele lichaam in toom te houden. | En we maken allemaal veel fouten. Iemand die nooit iets verkeerds zegt, is een volmaakt mens, die zichzelf helemaal in de hand heeft. |
Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg onder mijn gejammer de ganse dag. | Eerst zweeg ik tegen God over de dingen die ik verkeerd had gedaan. Maar ik kon er niet meer tegen. De hele dag schreeuwde ik het uit. |
Welzalig hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is. | Het is heerlijk als de Heer je heeft vergeven wat je verkeerd hebt gedaan. Het is heerlijk als God je heeft vergeven dat je Hem ongehoorzaam bent geweest. |
Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid. Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij. | Liefde is niet blij met oneerlijke dingen, maar met de waarheid. Liefde vertelt fouten van andere mensen niet door, denkt altijd het beste van een ander en blijft altijd geduldig. |
En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. | Vergeef ons wat we verkeerd doen, net zoals wij ook de mensen vergeven die verkeerd tegen óns doen. |
Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Hem u vergeving van zonden verkondigd wordt; ook van alles, waarvan gij niet gerechtvaardigd kondt worden door de wet van Mozes, wordt ieder, die gelooft, gerechtvaardigd door Hem. | Nu vertel ik jullie, broeders, dat jullie door Jezus vergeving kunnen krijgen voor jullie ongehoorzaamheid aan God. Ook voor alle dingen die niet vergeven konden worden door de wet van Mozes. Iedereen die in Jezus gelooft, wordt door Hem vrijgesproken van elke schuld. |
Met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen. | Wees bescheiden en vriendelijk. Houd van elkaar en heb geduld met elkaar. |
Bekeert u en wendt u af van al uw overtredingen, dan zal u dat niet een struikelblok tot ongerechtigheid worden. | Stop dus met het doen van slechte dingen! Want anders zal het slecht met jullie aflopen! |
Hebt bovenal bestendige liefde jegens elkander, want de liefde bedekt tal van zonden. | Maar het belangrijkste is dat jullie als broeders en zusters veel van elkaar houden. Want de liefde vergeeft wat jullie verkeerd tegen elkaar doen. |
Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de Here mijn overtredingen belijden, en Gij vergaaft de schuld mijner zonden. sela | Maar tenslotte vertelde ik U dat ik U ongehoorzaam was geweest. Ik verborg niets voor U. Ik vertelde U alles wat ik verkeerd had gedaan. Toen vergaf U het mij en U deed mijn schuld weg. |
Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust. | Alles wat God daarin heeft laten opschrijven, is nuttig. Het kan de mensen iets leren, hen beschermen tegen verkeerd onderwijs over het geloof en hen opvoeden tot een leven zoals God het wil. Zo kunnen de mensen hun geloof ontwikkelen tot een volwassen geloof. Dan zullen ze geschikt zijn voor elke taak. |
Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft. | Wees vriendelijk en behulpzaam voor elkaar. Vergeef elkaar, net zoals God jullie in Christus heeft vergeven. |
Wie is een God als Gij, die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van zijn erfdeel voorbijgaat, die zijn toorn niet voor eeuwig behoudt, maar een welbehagen heeft in goedertierenheid! | Welke god is als U? U vergeeft ons alle slechte dingen die we hebben gedaan. U denkt niet langer aan alles waarin uw volk U ongehoorzaam is geweest. U blijft niet voor eeuwig boos. Want U bent vriendelijk en liefdevol. |
En oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden; laat los en gij zult losgelaten worden. | Oordeel niemand. Dan zul jij ook niet geoordeeld worden. Veroordeel niemand. Dan zul jij ook niet veroordeeld worden. Laat los, dan zul jij ook losgelaten worden. |
Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet? | Jullie zien wél dat er een splinter zit in het oog van iemand anders. Maar jullie merken helemaal niet dat er een hele balk in je eigen oog zit! |
Veracht, mijn zoon, de tuchtiging des Heren niet en keer u niet met weerzin af van zijn bestraffing. Want de Here bestraft wie Hij liefheeft, ja, gelijk een vader een zoon, aan wie hij welgevallen heeft. | Gehoorzaam de Heer als Hij je opvoedt. Verzet je niet als Hij je bestraft. Want de Heer bestraft de mensen van wie Hij houdt. Ja, Hij bestraft je zoals een vader zijn zoon bestraft, omdat hij van hem houdt. |
Doet alles zonder morren of bedenkingen, opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld, het woord des levens vasthoudende. | Doe alles zonder mopperen of klagen. Zorg ervoor dat niemand iets slechts van jullie kan zeggen. Wees echte kinderen van God op wie niets valt aan te merken. Want dan zullen jullie als stralende sterren zijn, die opvallen tussen de slechte en ongehoorzame mensen van deze tijd. Blijf gehoorzaam aan het woord dat leven geeft. |