Maar als je drinkt van het water dat ik geef, krijg je nooit meer dorst. Want het water dat ik geef, blijft altijd in je. Het geeft je het eeuwige leven. | Maar mensen die hebben gedronken van het water dat Ik hun geef, zullen voor eeuwig geen dorst meer krijgen. Want het water dat Ik hun geef, zal in hen een bron worden waar water uit opborrelt dat eeuwig leven geeft. |
Wie gehoorzaam is aan de zonde, krijgt als beloning de dood. Maar wie bij God hoort, krijgt het geschenk dat God ons wil geven: het eeuwige leven, dankzij onze Heer Jezus Christus. | Het kwaad brengt altijd de dood: het is je loon voor wat je hebt gedaan. Maar de liefdevolle goedheid van God geeft een geschenk: het eeuwige leven, door onze Heer Jezus Christus. |
Steeds weer laat u uw liefde zien. U geeft aan ieder mens wat hij verdient. | U bent goed en liefdevol, Heer, U zal iedereen geven wat hij heeft verdiend met zijn daden. |
Vertel de rijke mensen van deze wereld dat ze niet trots moeten zijn. Ze moeten niet vertrouwen op rijkdom, want die kun je makkelijk verliezen. Ze moeten vertrouwen op God. Hij geeft ons meer dan genoeg om van te genieten. | Zeg tegen de mensen die rijk zijn in deze wereld, dat ze niet trots moeten zijn. Ook dat ze niet moeten vertrouwen op hun rijkdom. Die rijkdom kunnen ze ook zomaar weer kwijtraken. Maar ze moeten in alles vertrouwen op de levende God. Hij geeft hun alles overvloedig, om van te genieten en om goede dingen mee te doen. |
Alle eer aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus! Hij is de Vader die van ons houdt, de God die ons altijd moed geeft. Steeds als ik het moeilijk heb, geeft God mij nieuwe moed. Daardoor kan ik andere christenen die het moeilijk hebben, ook nieuwe moed geven. De moed die God mij geeft, geef ik door. | We prijzen de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Hij is altijd in alles goed en vriendelijk voor ons. Hij bemoedigt ons in al onze moeilijkheden. Daardoor kunnen wij ook weer andere mensen bemoedigen die in moeilijkheden zijn. We bemoedigen hen met dezelfde bemoediging waarmee wij zelf ook door God zijn bemoedigd. |
Als je goed luistert, zul je een goed leven hebben. Als je op de Heer vertrouwt, zul je gelukkig zijn. | Als je leeft zoals God het wil, zal het goed met je gaan. Het is heerlijk voor je als je op de Heer vertrouwt. |
Pas op, je kunt God niet bedriegen. Uiteindelijk geeft hij je wat je verdient. | Houd jezelf niet voor de gek, want God laat Zich ook niet voor de gek houden. Wat je zaait, zul je ook oogsten. |
Het is fijn als iemand precies het goede zegt. Goede woorden op het juiste moment zijn geweldig! | Het is fijn om een goed antwoord te geven. Wat heerlijk is het juiste woord op de juiste tijd! |
Heer, alleen u bent mijn redder. U geeft geluk en vrede aan mensen die u trouw zijn. | Ik weet dat U mij zal redden. Heer, wees goed voor uw volk. |
De wet van de Heer is volmaakt, zijn wet geeft mensen weer kracht. De woorden van de Heer zijn betrouwbaar, het zijn wijze lessen voor jonge mensen. | De wet van de Heer is volmaakt en richt de mensen op God. De woorden van de Heer zijn te vertrouwen en geven de mensen wijsheid. |
Dwaze mensen zorgen met hun woorden voor ruzie. Alles wat ze zeggen, geeft problemen. | De woorden van dwaze mensen veroorzaken ruzies. Hun mond vráágt gewoon om een klap. |
Vrouwen, jullie zijn gehoorzaam aan Christus. Wees daarom ook gehoorzaam aan je man. Want een man geeft leiding aan zijn vrouw, zoals Christus, onze redder, leiding geeft aan de kerk. | Vrouwen, dien bescheiden en liefdevol jullie man, zoals jullie de Heer dienen. Want de man is het hoofd van zijn vrouw, net zoals Christus het Hoofd is van zijn gemeente. Hij zorgt voor zijn Lichaam. |
De Heer geeft mij kracht en beschermt mij. Op hem vertrouw ik. Hij heeft mij geholpen, en daarom juich ik. Ik wil hem danken met een lied. | De Heer geeft mij kracht. Hij beschermt mij als een schild. Ik vertrouwde op Hem en Hij heeft mij geholpen. Daarom juich ik van blijdschap en prijs ik Hem met mijn lied. |
God geeft jullie de heilige Geest en hij doet wonderen bij jullie. Maar dat doet hij omdat jullie in Christus geloven, niet omdat jullie je aan de Joodse wet houden. | God heeft jullie zijn Geest gegeven en doet wonderen bij jullie. Doet Hij dat omdat jullie je zo goed aan de wet van Mozes houden? Of doet Hij dat omdat jullie geloven wat ik jullie heb verteld? |
Jezus zei: ‘Ik ben het brood dat eeuwig leven geeft. Als je bij mij komt, zul je nooit meer honger hebben. Als je in mij gelooft, zul je nooit meer dorst hebben.’ | Jezus antwoordde: "IK BEN dat echte brood dat levend maakt. Iedereen die bij Mij komt, zal nooit meer honger hebben. En iedereen die in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben." |
God geeft ons het vertrouwen dat we gered zullen worden. Ik bid dat hij jullie vreugde en vrede zal geven door jullie geloof in Jezus Christus. Dan zal jullie vertrouwen op God steeds sterker worden, door de kracht van de heilige Geest. | God geeft mensen nieuwe hoop en verwachting. En ik bid dat Hij jullie zal vullen met pure blijdschap en vrede door jullie geloof. Dan zullen jullie door de kracht van de Heilige Geest steeds sterker worden, zodat jullie kunnen volhouden. |
Luister! Gewoon brood verdwijnt als je het opeet. Maar het hemelse brood geeft eeuwig leven. Doe je uiterste best om dat brood te krijgen. De Mensenzoon kan het je geven. Want God, de Vader, heeft hem die macht gegeven. | Maar jullie moeten je niet zo druk maken over gewoon eten. Gewoon eten is ook weer gauw verdwenen. Zoek liever naar het eten dat eeuwig leven geeft. De Mensenzoon kan dat aan jullie geven. Want God de Vader heeft Mij daarvoor de macht en het recht gegeven. |
De Heer is onze rechter, hij geeft ons zijn wetten. De Heer is onze koning, hij zal ons redden. | Want de Heer is onze Rechter, onze Wetgever, onze Koning. Hij zal ons redden. |
U geeft me geluk en liefde, altijd en overal. Ik zal bij u zijn in uw tempel, mijn hele leven lang. | Uw goedheid en liefde zijn mijn leven lang bij mij. Ik mag mijn hele leven dicht bij U zijn. |
Ik wens jullie toe dat God goed voor jullie is, jullie liefheeft en jullie voor altijd vrede geeft. | Ik bid dat jullie steeds meer van de vriendelijkheid, vrede en liefde van God zullen merken. |
De Heer beslist over arm en rijk. Aan sommige mensen geeft hij macht, maar anderen vernedert hij. | De Heer maakt arm, en Hij maakt rijk. Sommige mensen vernedert Hij, andere eert Hij juist. |
Met heel mijn hart verlang ik naar u, u bent de God die leven geeft. Wanneer zal ik weer bij u zijn? | Ik heb dorst naar U, de levende God. Wanneer zal ik weer bij U komen? Wanneer zal ik weer vóór U mogen staan? |
Want iemand die wijs is, geeft zijn ouders vreugde, iemand die goed leeft, maakt zijn ouders blij. | Ouders zijn blij met een goede zoon. Ze verheugen zich over zijn wijsheid. |
Maak zieke mensen beter en maak dode mensen weer levend. Maak mensen met een huidziekte beter en jaag kwade geesten weg. Jullie krijgen die macht van God. Help daarmee andere mensen en vraag er niets voor terug. | Genees de zieken, maak doden weer levend, verjaag duivelse geesten. Jullie hebben niets voor deze macht hoeven betalen. Vraag er dus ook nooit een beloning voor. |
Kijk eens naar de vogels. Ze werken niet op het land en ze hebben geen kelder of schuur. God geeft ze te eten. En jullie zijn voor hem veel belangrijker dan de vogels. | Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren niets in voorraadkamers of schuren. God geeft ze te eten. Jullie zijn toch veel belangrijker dan de vogels? |