Bijbelteksten over 'Geest'
De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. | De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. |
Als we leven door de Geest, laten we de Geest dan ook volgen. | Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. |
Welnu, met de Heer wordt de Geest bedoeld, en waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid. | De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid. |
Want God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen vervuld van Geest en waarheid. | God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. |
Aan ons heeft God dit geopenbaard, door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God. | Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God. |
Wie is in staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens? Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen. | Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God. |
God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. | Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid. |
Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. | Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest. |
Wie beheerst wordt door het aardse, streeft aardse zaken na, maar wie beheerst wordt door de Geest, streeft na wat de Geest wil. | Immers, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de Geest zijn, de dingen van de Geest. |
Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. | Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. |
God, die ons hart doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen, want de Geest pleit voor de heiligen overeenkomstig Gods wil. | En Hij Die de harten doorzoekt, weet wat het denken van de Geest is, omdat Hij naar de wil van God voor de heiligen pleit. |
U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te worden – door Hem roepen wij God aan met ‘Abba, Vader’. | Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! |
De aardse begeerte gaat in tegen de Geest, en wat de Geest verlangt gaat in tegen de aardse begeerte. Het een is in strijd met het ander, en u kunt dus niet zomaar doen wat u wilt. | Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. |
De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God; dat is de geest van de antichrist, waarvan u hebt gehoord dat hij zal komen – nu al is hij in de wereld. | Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is. |
Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan zult u niet toegeven aan aardse begeerten. | Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. |
Één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping. | Één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping. |
U weet toch dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont? | Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? |
Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig. | Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. |
En bovendien komt de Geest onze zwakheid te hulp; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. | En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. |
Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. | Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere. |
Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden; of we nu Joden of Grieken zijn, slaven of vrije mensen, we zijn allen van één Geest doordrenkt. | Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. |
Want als de Geest van Hem die Jezus uit de dood heeft opgewekt in u woont, zal Hij die Christus heeft opgewekt ook uw sterfelijk lichaam levend maken door zijn Geest, die in u woont. | En als de Geest van Hem Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zal Hij Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, Die in u woont. |
Daarvan getuigen wij, en daarvan getuigt ook de heilige Geest, die God geschonken heeft aan wie Hem gehoorzamen. | En wij zijn Zijn getuigen van deze dingen, en ook de Heilige Geest, Die God gegeven heeft aan hen die Hem gehoorzaam zijn. |
En Jezus riep met luide stem: ‘Vader, in uw handen leg Ik mijn geest.’ Toen Hij dat gezegd had, blies Hij de laatste adem uit. | En Jezus riep met luide stem en zei: Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest. |
Nog wist ik niet wie Hij was, maar Hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: “Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.” | En ik kende Hem niet, maar Hij Die mij gezonden heeft om te dopen met water, Die had tegen mij gezegd: Op Wie u de Geest zult zien neerdalen en op Hem blijven, Die is het Die met de Heilige Geest doopt. |
Bijbeltekst van de dag
Beter een geduldig mens dan een vechtjas,beter zelfbeheersing dan een stad veroveren.