Ik wens jullie toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is. | De genade van onze Heer Jezus zij met u allen. |
Ik wens jou en alle anderen toe dat onze Heer Jezus Christus goed voor jullie zal zijn. | De genade van de Heer Jezus Christus zij met u. |
Ik wens jullie toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is. | De genade van de Heer Jezus Christus zij met u. |
Timoteüs, mijn zoon, vertrouw erop dat Jezus Christus goed voor je is. | Mijn kind, wees sterk door de genade in Christus Jezus. |
Laten we daarom vol vertrouwen leven als volk van God. En als het nodig is, helpt Jezus ons. Want hij is onze hogepriester. Hij heeft medelijden met ons, en hij is goed voor ons. | Laten we dus zonder schroom de troon van Gods genade naderen, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden. |
Ik wens jullie toe dat God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus goed voor jullie zijn en jullie vrede geven. | Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus. |
De zonde zal geen macht meer over ons hebben. Want ons leven wordt niet bepaald door de Joodse wet, maar door Gods goedheid. | De zonde mag niet langer over u heersen, want u staat niet onder de wet, maar leeft onder de genade. |
Betekent dit dat we kunnen doorgaan met het doen van verkeerde dingen? Nee, natuurlijk niet! | Betekent dit nu dat we vrijuit mogen zondigen omdat we niet onder de wet staan, maar onder de genade leven? Absoluut niet. |
God heeft laten zien dat hij goed voor ons is. Hij stuurde Christus naar ons toe, zijn Zoon, van wie hij zo veel houdt. Hij liet Christus voor ons sterven. Zo groot was Gods goedheid voor ons. Door de dood van Christus zijn onze zonden vergeven, en zijn we bevrijd van onze schuld. Laten we God voor zijn goedheid danken! | In Hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade. |
Jullie mogen in Christus geloven, en jullie mogen lijden omdat je bij hem hoort. Dat laat zien dat God jullie wil redden. | Aan u is de genade geschonken niet alleen in Christus te geloven, maar ook omwille van Hem te lijden. |
Proberen jullie jezelf te redden door je aan de Joodse wet te houden? Daarmee bereik je alleen dat je niet meer bij Christus hoort. En dan zal God je niet redden. | Als u probeert rechtvaardig verklaard te worden door de wet na te leven, bent u van Christus losgemaakt en hebt u Gods genade verspeeld. |
Ik wens jullie allemaal toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is, dat God jullie zijn liefde geeft, en dat de heilige Geest een eenheid van jullie maakt. | De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen. |
Het moment dat God jullie de macht geeft om Satan te vernietigen, komt snel. Zo zal God jullie vrede geven. Ik wens jullie toe dat onze Heer Jezus goed voor jullie is. | De God van de vrede zal Satan nu spoedig te gronde richten en aan uw voeten leggen. De genade van onze Heer Jezus zij met u. |
Wij konden niet gered worden door te leven volgens de wet. Het was dus nodig dat Christus voor ons stierf. We zijn blij dat God zo goed voor ons was. | Ik verwerp Gods genade niet; als we door de wet rechtvaardig zouden kunnen worden, zou Christus voor niets gestorven zijn. |
De zonde van Adam had grote gevolgen: voor alle mensen kwam de dood. De straf voor Adam werd dus de straf voor alle mensen. Maar er is iets gebeurd dat belangrijker is. God heeft ons een groot geschenk gegeven: Jezus Christus. Door die ene mens is God goed voor alle mensen. Dankzij Jezus Christus ziet God ons als goede mensen, ook al hebben we veel fouten gemaakt. Ons leven wordt niet meer bepaald door de zonde van Adam, maar door Gods grote geschenk. | Maar de genade reikt verder dan de overtreding: als door de overtreding van één mens alle mensen moesten sterven, is het des te zekerder dat de genade van God, het geschenk dat we danken aan die ene mens, Jezus Christus, aan alle mensen overvloedig geschonken wordt. |
Laat je geloof groeien door de goedheid en de kennis die Jezus Christus ons geeft. Alle eer aan onze Heer en redder, nu en altijd! | Maar groei in de genade en in de kennis van onze Heer en redder Jezus Christus. Hem komt de eer toe, nu en in eeuwigheid. |
God heeft ons gered, en ons uitgekozen om bij Christus te horen. Niet omdat wij dat verdienen, maar omdat dat altijd al zijn plan was. Zo goed wilde God voor ons zijn! Voordat God de wereld maakte, had hij al besloten dat wij gered zouden worden door Jezus Christus. | Hij heeft ons gered en ons geroepen tot een heilige taak, niet op grond van onze daden, maar omdat Hij daartoe uit genade besloten had. Deze genade was ons al vóór alle tijden gegeven in Christus Jezus. |
Als Jezus Christus terugkomt op aarde, zullen jullie gered worden. Vertrouw daarop. Tot het zover is, moeten jullie verstandig zijn en goed nadenken over wat jullie doen. | Laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn, wees waakzaam en vestig al uw hoop op de genade die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart. |
Wij zijn niet beter dan andere mensen. God heeft ons gered, maar niet omdat we zo goed leefden. We zijn gered omdat we dankzij Gods goedheid geloven in Jezus Christus. Dat is Gods geschenk aan ons. | Door die genade bent u nu immers gered, doordat u gelooft. Deze redding dankt u niet aan uzelf; ze is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden. Niemand kan zich er dus op laten voorstaan. |
Want alle mensen doen verkeerde dingen. Daardoor leeft niemand dicht bij God. Maar God wil de mensen redden, zomaar, voor niets. Hij vergeeft de zonden van iedereen die gelooft in Jezus Christus. Zo goed wil God voor ons zijn. | Want iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God, en iedereen wordt uit genade rechtvaardig verklaard, om niet, dankzij de verlossing door Christus Jezus. |
Zolang de zonde macht had over de mensen, moesten alle mensen sterven. Maar nu wordt ons leven bepaald door Gods goedheid. Nu ziet God ons als goede mensen en wil hij ons het eeuwige leven geven, dankzij Jezus Christus, onze Heer. | Want zoals de zonde heeft geheerst en tot de dood heeft geleid, zo moest door de vrijspraak de genade heersen en tot het eeuwige leven leiden, dankzij Jezus Christus, onze Heer. |
Wat is nu de conclusie? Moeten we verkeerde dingen blijven doen, zodat God steeds kan laten zien hoe goed hij voor ons is? Nee, natuurlijk niet! De zonde heeft geen macht meer over ons. Dan moeten wij dus ook niet doorgaan met het doen van verkeerde dingen! | Betekent dit nu dat we moeten blijven zondigen om de genade te laten toenemen? Dat in geen geval. Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven? |
Gods Zoon is een mens geworden. Hij heeft bij ons gewoond. In hem hebben wij Gods hemelse macht gezien. Hij is Gods enige Zoon, die bij de Vader vandaan gekomen is. In hem waren Gods liefde en trouw volledig aanwezig. | Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. |
Wie gehoorzaam is aan de zonde, krijgt als beloning de dood. Maar wie bij God hoort, krijgt het geschenk dat God ons wil geven: het eeuwige leven, dankzij onze Heer Jezus Christus. | Het loon van de zonde is de dood, maar de genade die God schenkt is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer. |
Mannen, voor jullie geldt dit: Ga verstandig om met je vrouw, want ze is minder sterk dan jij. Behandel haar met respect, want ook zij krijgt het eeuwige leven. Alleen als je respect hebt voor je vrouw, zal God naar je gebeden luisteren. | U, mannen, moet verstandig omgaan met uw vrouw, die kwetsbaarder is dan u. Behandel haar met respect, want zij deelt samen met u in de genade van het nieuwe leven. Dan staat niets uw gebeden in de weg. |