Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we van elkaar houden, blijft God in ons. Dan is zijn liefde in ons volmaakt geworden. | Niemand heeft ooit God gezien. Maar als we van elkaar houden, woont God in ons en zijn we helemaal vol van zijn liefde. |
Jullie dachten dat Jezus niet belangrijk was. Maar hij is belangrijker dan alle andere mensen. | Jezus is de steen die u, de bouwers, niet goed genoeg vond. Toch is hij de belangrijkste bouwsteen van het gebouw geworden. |
Jullie zijn God ontrouw geworden. Omdat jullie luisteren naar je slechte verlangens, zijn jullie vrienden van deze wereld geworden. Maar een vriend van deze wereld is een vijand van God! | Jullie zijn ontrouw aan God! Weten jullie niet, dat je geen vriend kan zijn van de wereld én van God? Als je dus een vriend van de wereld wil zijn, ben je vanzelf een vijand van God. |
Leer jonge kinderen al om goed te leven. Dan zullen ze later ook een goed leven leiden. | Leer je kinderen al vanaf jonge leeftijd hoe ze moeten leven. Wanneer ze volwassen zijn geworden, zullen ze op dezelfde weg verdergaan. |
Gods Zoon is een mens geworden. Hij heeft bij ons gewoond. In hem hebben wij Gods hemelse macht gezien. Hij is Gods enige Zoon, die bij de Vader vandaan gekomen is. In hem waren Gods liefde en trouw volledig aanwezig. | Het Woord werd een mens en Hij heeft bij ons gewoond. We hebben gezien hoe geweldig en machtig Hij is: Hij, Gods enige Zoon, met dezelfde macht als de Vader, liefdevol, vriendelijk, en vol van waarheid. |
Alles is door hem ontstaan. Zonder hem zou er niets zijn. | Alle dingen zijn door het Woord gemaakt. Werkelijk alles wat er is, bestaat doordat het Woord het heeft gemaakt. |
Toen Christus gestorven was, kreeg hij alle eer in de hemel. God heeft hem daar hogepriester voor altijd gemaakt. Dankzij Christus kunnen alle mensen die hem gehoorzaam zijn, voor altijd gered worden. | En doordat Hij volmaakt gehoorzaam was, kunnen de mensen die Hem gehoorzamen het eeuwige leven krijgen. |
Jullie lijken op de goede takken die kort gemaakt zijn. Want door mijn woorden is het slechte uit jullie weggehaald, en zijn jullie rein geworden. | Jullie zijn al schoon door wat Ik jullie heb gezegd. |
Jezus zei: ‘Dat is goed. Je bent beter geworden dankzij je geloof.’ Op datzelfde moment kon de man weer zien. Hij ging met Jezus mee, op weg naar Jeruzalem. | Jezus zei tegen hem: "Ga naar huis, je geloof heeft je gered." Onmiddellijk kon hij zien en hij volgde Hem op de weg. |
God heeft nieuwe mensen van ons gemaakt. Want door Jezus Christus zijn wij mensen geworden die goed leven. Dat was Gods bedoeling, daarvoor heeft hij ons bestemd. | Want God heeft ons gemaakt. En Hij heeft ook Zelf in Jezus Christus nieuwe mensen van ons gemaakt. Nu kunnen we voor Hem de goede dingen doen die Hij van tevoren al voor ons had bedacht. |
Zo gaat het ook met de woorden die uit mijn mond komen. Ze komen pas weer bij mij terug als ze hun doel bereikt hebben. Mijn woorden komen pas terug als ze ook daden geworden zijn. | Net zo zullen de woorden die Ik spreek, niet naar Mij terugkomen zonder dat ze hun werk hebben gedaan. Wat Ik zeg, zal gebeuren. |
Iedereen die bij Christus hoort, hoort bij het nieuwe leven. De oude tijd is voorbij, de nieuwe tijd is gekomen. | Want ieder mens die één geworden is met Christus, is door God helemaal nieuw gemaakt. De oude mens is verdwenen. Er is een hele nieuwe mens ontstaan. |
Alle eer aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus! Want Gods liefde is zo groot, dat hij Jezus Christus liet opstaan uit de dood. Daardoor is ons leven veranderd en zijn wij nieuwe mensen geworden. Nu kunnen we altijd op hem vertrouwen. | We zijn de God en Vader van onze Heer Jezus Christus heel erg dankbaar. Want omdat Hij zo goed en liefdevol is, heeft Hij nieuwe mensen van ons gemaakt: we zijn opnieuw geboren. Dat heeft Hij gedaan door Jezus Christus uit de dood terug te roepen en weer levend te maken. Daardoor kunnen we vol hoop zijn. |
God dacht: Nu zijn de mensen net zoals ik. Ze weten nu wat goed is en wat kwaad is. Maar ik wil niet dat ze ook eten van de boom van het leven. Als ze vruchten van die boom eten, blijven ze altijd leven. Daarom stuurde God de mensen weg uit de tuin van Eden. Hij had de mens gemaakt van aarde. Nu moesten de mensen voortaan op die aarde gaan werken. | En de Heer God zei: "De mens is nu net als Wij geworden. Want nu weet hij wat goed en wat kwaad is. Daarom mag hij nu niet meer van de boom van eeuwig leven eten. Want zo mag hij geen eeuwig leven krijgen." Daarom stuurde de Heer God hem weg uit de tuin van Eden. Hij moest de aarde gaan bewerken waaruit hij was ontstaan. |
Door de zonde van één mens strafte God alle mensen. Doordat Adam ongehoorzaam was aan God, kreeg de zonde macht over iedereen. Maar doordat één mens het goede deed, ziet God ons allemaal als goede mensen. Doordat Jezus Christus gehoorzaam was aan God, zal God aan ons allemaal het eeuwige leven geven. | Door de ongehoorzaamheid van één mens (Adam) zijn alle mensen schuldig geworden. En door de gehoorzaamheid van één Mens (Jezus) zijn alle mensen vrijgesproken van schuld. |
Bovendien heeft de wet niets meer over ons te zeggen. Want Christus is voor ons gestorven aan het kruis. En met hem is ons oude ik gestorven. We zijn nieuwe mensen geworden. Christus, de Zoon van God, houdt van ons en leeft in ons. Nu wordt ons leven niet meer beheerst door de wet, maar door God! | Want ik ben samen met Christus gekruisigd. Toch leef ik! Dat komt doordat niet meer mijn eigen 'ik' leeft, maar Christus leeft in mij. En zo lang ik nog in dit lichaam leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God. Want Hij houdt heel veel van mij en heeft zijn leven voor mij geofferd. |
Jullie zijn allemaal kinderen van God, omdat jullie geloven in Jezus Christus. Jullie zijn gedoopt in zijn naam. Door jullie doop zijn jullie helemaal bij hem gaan horen. | Want door jullie geloof in Jezus Christus zijn jullie allemaal kinderen van God geworden. Want alle mensen die in Christus zijn gedoopt, worden met Christus bedekt. Hij bedekt je zoals een kledingstuk je bedekt. |
Dus eigenlijk zijn we gestorven, net als Christus. Maar dan zullen we ook opstaan en eeuwig leven, net als Christus. Dit is zeker: ons oude ik is samen met Christus aan het kruis gestorven. Alleen zo kon er een eind komen aan ons zondige bestaan. Nu wordt ons leven niet meer beheerst door de zonde. | Net zoals we één geheel met Hem zijn geworden in zijn dood, zijn we ook één geheel met Hem geworden in zijn opstanding uit de dood. Want we weten dat ons oude 'ik' samen met Christus is gekruisigd en gestorven. Daardoor heeft het kwaad geen macht meer over ons. We zijn niet langer slaven van het kwaad. |
Jullie moeten dus met mij verbonden blijven, en naar mijn woorden luisteren. Dan zal alles wat je vraagt, gebeuren. | Maar als jullie in Mij blijven en mijn woorden in jullie blijven, zullen jullie alles krijgen wat jullie vragen. |
Jezus Christus was aan God gelijk. Maar hij vroeg niet om de hoogste macht en eer voor zichzelf. Nee, hij gaf zijn hemelse positie op. Hij maakte zich zo onbelangrijk als een slaaf. Hij kwam als mens op aarde. En toen hij leefde als mens, dacht hij nooit aan zichzelf. Hij was altijd gehoorzaam aan God, zelfs toen hij aan het kruis moest sterven. | Hij was God. Maar Hij vond dat niet zó belangrijk, dat Hij het niet los kon laten. Nee, Hij heeft zelfs al zijn goddelijkheid opgegeven. Hij kwam naar de aarde om een dienaar te worden. Hij werd helemaal mens. En als mens heeft Hij Zichzelf vernederd door God gehoorzaam te zijn tot de dood. Ja, zelfs tot de dood aan een kruis. |
Maar God wil de mensen redden. Dat wordt al verteld in de heilige boeken. En nu mag het aan iedereen bekendgemaakt worden: Mensen worden gered, niet doordat ze zich aan de wet houden, maar doordat ze geloven. Want God redt iedereen die gelooft in Jezus Christus. God maakt geen verschil tussen Joden en niet-Joden. | Nu heeft God een manier gegeven om de mensen vrij te spreken van hun schuld. Maar buiten de wet om. In de wet van Mozes en in de boeken van de profeten wordt daar al over gesproken. Iedereen kan nu vrijgesproken worden, door te geloven in Jezus Christus. Het maakt voor God niet uit wie of wat je bent. |
Iedereen die dorst heeft, zal ik te drinken geven. Iedereen die geen kracht meer heeft, maak ik weer sterk. | Want de mensen die moe zijn, vul Ik met nieuwe kracht. De mensen die bedroefd waren, geef Ik nieuwe blijdschap. |
Toen zei Jezus: ‘Laat die kinderen bij me komen. Houd ze niet tegen, want Gods nieuwe wereld is er juist voor hen.’ | Maar Jezus zei: "Laat die kinderen met rust. Laat ze naar Mij toe komen en houd ze niet tegen! Want het Koninkrijk van God is voor mensen zoals zij." |
Wij zijn niet beter dan andere mensen. God heeft ons gered, maar niet omdat we zo goed leefden. We zijn gered omdat we dankzij Gods goedheid geloven in Jezus Christus. Dat is Gods geschenk aan ons. | Want omdat God zo liefdevol en goed is, heeft Hij jullie gered door jullie geloof. Jullie hebben niet jezelf gered, maar Gód heeft jullie gered. Het is zíjn geschenk. Jullie zijn dus niet gered doordat jullie zelf zo goed je best deden om goede mensen te zijn. Want Hij wilde niet dat jullie over je redding zouden kunnen opscheppen. |
Christus is het hoofd van de kerk. Met hem is de kerk begonnen, toen hij als eerste opstond uit de dood. Alles is met hem begonnen! | Hij is het Hoofd van de gemeente en de gemeente is zijn Lichaam. Hij is het begin van alles. Hij is de eerste die uit de dood is opgestaan. Zo is Hij dus van alles de eerste. |