Maar Ik zal laten zien wie Ik ben. Ik zal laten zien dat Ik de heilige God ben, Ík die door júllie voor schut gezet ben. Dan zullen de volken beseffen dat Ik de Heer ben.
Hij die in de hemel zijn paleis gebouwd heeft, Hij die de hemel als een koepel over de aarde heeft gezet, Hij die het water van de zee heeft geroepen en als regen heeft uitgegoten over de aarde – is de Heer.
De Zoon is de 'afbeelding' van God Zelf. In Hem zien we wie God is. In Hem zien we de macht en majesteit van God en het karakter van God. De Zoon zorgt ervoor dat alle dingen bestaan. Want alle dingen bestaan door zijn woord dat één en al kracht is. Eerst heeft de Zoon ervoor gezorgd dat de mensen vergeving konden krijgen voor al hun ongehoorzaamheid aan God. Daarna is Hij naar de hemel gegaan. Daar zit Hij nu naast God op de troon.
Als je bescherming zoekt bij de Allerhoogste God, ben je helemaal veilig. Ik zeg tegen de Heer: "Bij U ben ik zo veilig als in een schuilplaats, zo veilig als in een burcht. U bent mijn God. Ik vertrouw op U."
Houd je aan mijn wetten en leefregels en doe precies wat Ik jullie heb bevolen. Dan zal Ik altijd op tijd regen geven. Dan zal het land grote oogsten geven en zal er veel fruit aan de bomen groeien.
Daarbij moeten we alleen op Jezus letten, want Hij is onze Leider. Hij wijst ons de weg en gaat voor ons uit. Hij is ons voorbeeld in het geloof. Hij verdroeg de dood aan het kruis en alle schande, omdat Hij wist hoe blij Hij daarna zou zijn. Nu zit Hij naast God op de troon.
En alle levende wezens in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en in de zee hoorde ik zeggen: "Alle dank en eer en macht en majesteit en kracht zijn voor eeuwig voor Hem die op de troon zit en voor het Lam."
Er is dus een grote groep van mensen die ons door hun voorbeeld aanmoedigen. Laten we daarom alles uit ons leven wegdoen wat onze omgang met God in de weg staat, en alles waarin we God ongehoorzaam zijn. Het is alsof we een hardloopwedstrijd lopen die voor ons is uitgezet. We moeten geduldig tot aan het einde doen wat God van ons vraagt.