En dit alles is uit God, die door Christus ons met Zich verzoend heeft en ons de bediening der verzoening gegeven heeft. | Daar heeft God voor gezorgd. God heeft ervoor gezorgd dat het weer goed is tussen hem en ons, dankzij Christus. En hij heeft mij de opdracht gegeven om dat goede nieuws aan iedereen te vertellen. |
Gij hebt wel kwaad tegen mij gedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, ten einde te doen, zoals heden het geval is: een groot volk in het leven te behouden. | Jullie hebben mij heel slecht behandeld, maar God heeft het goedgemaakt. Hij heeft ervoor gezorgd dat een heel volk kon blijven leven. |
En u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes. | De heilige Geest heeft ervoor gezorgd dat jullie een eenheid zijn. Doe je uiterste best om die eenheid te bewaren, door in vrede met elkaar te leven. |
Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge. | Door Gods Zoon weten we hoe machtig God is. Door hem weten we wie God is. Alleen door de machtige woorden van Gods Zoon kunnen de hemel en de aarde bestaan. En hij heeft ervoor gezorgd dat onze zonden vergeven zijn. Daarom zit hij nu naast God in de hemel, aan Gods rechterkant. |
Welke immers hierin bestaat, dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende was, door hun hun overtredingen niet toe te rekenen, en dat Hij ons het woord der verzoening heeft toevertrouwd. | God heeft ervoor gezorgd dat het goed kan komen tussen hem en heel de wereld. Want iedereen die bij Christus hoort, krijgt vergeving van zijn zonden. God wil dat wij dat goede nieuws doorgeven. |
Zijn heer zeide tot hem. Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer. | Dan zegt de heer tegen hem: ‘Uitstekend! Jij bent een goede en trouwe dienaar. Je hebt trouw gezorgd voor een klein bedrag. Daarom krijg je de leiding over grote en belangrijke zaken. Kom nu naar mijn feest.’ |
Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht. | De machtige God heeft aan jullie en mij alles gegeven wat nodig is om te leven zoals hij het wil. Hij heeft ons uitgekozen om bij hem te horen, en hij heeft ervoor gezorgd dat wij hem kennen. Daardoor weten we hoe machtig en hoe volmaakt hij is. |
Want gij zult gedenken, dat gij dienstknechten in het land Egypte geweest zijt, en dat de Here, uw God, u vandaar heeft uitgeleid met een sterke hand en met een uitgestrekte arm; daarom heeft u de Here, uw God, geboden de sabbatdag te houden. | Want jullie mogen nooit vergeten dat ik jullie bevrijd heb. Ik heb ervoor gezorgd dat jullie nooit meer als slaven hoeven te werken. Ik heb mijn macht laten zien en ik heb jullie bevrijd uit de slavernij in Egypte. Daarom wil ik dat jullie je aan de sabbat houden. |
Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft. | Vroeger waren we dus vijanden van God. Maar nu is het goed tussen God en ons, dankzij de dood van zijn Zoon. Want dankzij de dood van Christus ziet God ons als goede mensen. En dus zullen we ook voor eeuwig gered worden. Daar hoeven we niet aan te twijfelen. Want Christus leeft, en hij zal ons redden op de dag dat God rechtspreekt over de wereld. |
Want allen, die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan; en allen, die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden. | De niet-Joden kennen Gods wet niet. Maar ook zonder wet geldt: als je verkeerd leeft, loopt het slecht met je af. De Joden kennen Gods wet wel. Voor hen geldt: wie verkeerd leeft, wordt volgens de regels van de wet gestraft. |
Maar gij, kom uit voor hetgeen met de gezonde leer strookt. | Titus, leer de mensen om zich goed te gedragen, op een manier die past bij de juiste uitleg van het geloof. |
Wanneer hij nu aan een van deze dingen schuldig is, dan zal hij belijden, waarin hij gezondigd heeft. | Als iemand weet dat hij iets verkeerds gedaan heeft, moet hij dat in het openbaar zeggen. Hij moet zijn fout toegeven. |
Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft. | Jezus zei tegen hen: ‘Wat ik aan de mensen leer, heb ik niet van mijzelf. Het is de boodschap van God, hij heeft mij gestuurd.’ |
Jezus dan zeide: Nog korte tijd ben Ik bij u en dan ga Ik heen tot Hem, die Mij gezonden heeft. | Jezus zei: ‘Ik zal nog maar een korte tijd bij jullie zijn. Daarna ga ik terug naar degene die mij gestuurd heeft.’ |
Jezus dan zeide nogmaals tot hen: Vrede zij u! Gelijk de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. | Jezus zei nog een keer tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede. De Vader zelf heeft mij gestuurd. En nu ben ik het die jullie stuurt.’ |
Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, die Hij gezonden heeft. | Jezus zei tegen hen: ‘God vraagt maar één ding, namelijk dat jullie in mij geloven. Want God heeft mij gestuurd.’ |
Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt. | Dat betekent dat zij u van dichtbij mogen kennen: u, de enige ware God. En dat ze mij mogen kennen als degene die door u naar de wereld gestuurd is. |
Gelijk de levende Vader Mij gezonden heeft en Ik leef door de Vader, zo zal ook hij, die Mij eet, leven door Mij. | Ik leef dankzij de Vader, de levende God, die mij gestuurd heeft. En iedereen die bij mij hoort, leeft dankzij mij. |
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie ontvangt, die Ik zend, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem, die Mij gezonden heeft. | Luister heel goed naar mijn woorden: Jullie worden door mij gestuurd. Dus als iemand jullie hartelijk ontvangt, dan ontvangt hij mij. En hij ontvangt niet alleen mij, maar ook God, die mij gestuurd heeft. |
Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat. | Beste vriend, ik hoop dat alles goed met je gaat, en dat je gezond bent. Ik weet dat het in ieder geval goed gaat met je geloof. |
Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. | God heeft zijn Zoon naar de wereld gestuurd om de mensen te redden. Niet om hen te veroordelen. |
Hij hoorde het en zeide: Zij, die gezond zijn, hebben geen geneesheer nodig, maar zij, die ziek zijn. | Toen Jezus dat hoorde, zei hij: ‘Een dokter is er niet voor gezonde mensen, maar voor zieke mensen.’ |
Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. | Want alle mensen doen verkeerde dingen. Daardoor leeft niemand dicht bij God. Maar God wil de mensen redden, zomaar, voor niets. Hij vergeeft de zonden van iedereen die gelooft in Jezus Christus. Zo goed wil God voor ons zijn. |
Wij hebben gezondigd en misdreven, wij hebben goddeloos gehandeld en zijn wederspannig geweest; wij zijn afgeweken van uw geboden en van uw verordeningen. | Maar wij zijn fout geweest. We gingen tegen uw wetten in, en we gehoorzaamden u niet. We verzetten ons tegen u, en we deden niet wat u van ons vraagt. We hielden ons niet aan uw regels. |
Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem. | God heeft zijn liefde aan ons laten zien door zijn enige Zoon naar de wereld te sturen. Dankzij zijn Zoon krijgen wij het eeuwige leven. |