De Heer zegt: ‘Ik wil dat jullie mij weer gehoorzamen. Ga vasten, en laat je verdriet en je tranen aan mij zien.’ | Maar ook nu nog luidt het woord des Heren: Bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en met vasten en met geween en met rouwklacht. |
God zelf geeft ons moed en kracht om vol te houden. En ik bid dat God jullie zal helpen om het voorbeeld van Jezus Christus te volgen. Dan leren jullie om met elkaar mee te voelen. | De God nu der volharding en der vertroosting geve u eensgezind van hetzelfde gevoelen te zijn naar (het voorbeeld van) Christus Jezus. |
Eer Christus met heel je hart. Vertel iedereen dat hij je Heer is, en dat je op hem vertrouwt. Geef altijd antwoord als iemand je daar iets over vraagt. | Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze. |
Doe alles wat je doet, zo goed mogelijk. Doe alsof je voor Christus werkt, en niet voor mensen. Want Christus is je echte meester. Als jullie je zo gedragen, dan zullen jullie als beloning door hem gered worden. Dat is zeker! | Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer. |
Laat je leiden door de Heer. Vertrouw op hem, hij zal je helpen. Hij zal je alles geven waar je recht op hebt. Je zult stralen als het licht in de ochtend, als de zon in de middag. | Wentel uw weg op de Here en vertrouw op Hem, en Hij zal het maken; Hij zal uw gerechtigheid doen opgaan als het licht, en uw recht als de middag. |
Overal in Judea, Galilea en Samaria konden de volgelingen van Jezus nu in vrede leven. Met hulp van de heilige Geest gingen er steeds meer mensen geloven. De kerk groeide, en alle gelovigen leefden zoals de Heer het wilde. | De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede; zij werd opgebouwd en wandelde in de vreze des Heren, en zij nam in aantal toe door de bijstand van de heilige Geest. |
God zegende de mensen. Hij zei: ‘Jullie moeten kinderen krijgen. Zorg ervoor dat er overal op aarde mensen komen. Jullie moeten de baas zijn over de aarde. En ook over de vissen in de zee, over de vogels in de lucht en over alle dieren op het land.’ | En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt. |
Laat jullie leven vol zijn van het goede nieuws over Christus. Gebruik al je wijsheid om elkaar uitleg en goede raad te geven. Zing liederen om God te eren, zing alle liederen die de heilige Geest je laat zingen. Wees dankbaar, en zing voor God. | Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten. |
Maar jullie zullen kracht krijgen van de heilige Geest. En daarna moeten jullie overal in Jeruzalem over mij vertellen. En in heel Judea en Samaria, en overal op aarde. | Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. |
In die tijd zullen mensen tegen jullie zeggen dat de messias in de woestijn is. Of dat hij ergens in een huis is. Geloof dat niet, en ga er niet heen. Want als de Mensenzoon komt, zal iedereen hem zien. Net zoals iedereen de bliksem in de lucht kan zien. | Indien men dan tot u zegt: Zie, Hij is in de woestijn, gaat er niet heen; zie, Hij is in de binnenkamer, gelooft het niet. Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. |
Als je arme mensen geld geeft, laat dat dan niet aan iedereen weten. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij vertellen aan iedereen in de synagoge en op straat hoe goed ze zijn. Want ze willen dat de mensen goede dingen over hen zeggen. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen. | Wanneer gij dan aalmoezen geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars doen in de synagogen en op de straten, om door de mensen geroemd te worden. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds. |
We weten allemaal wat het grote geheim van ons geloof is: Christus kwam op aarde als mens, en de heilige Geest liet zien wie hij werkelijk was. De engelen hebben hem gezien, en alle volken hebben over hem gehoord. In heel de wereld zijn mensen in hem gaan geloven, en God heeft hem de hoogste plaats in de hemel gegeven. | En buiten twijfel, groot is het geheimenis der godsvrucht: Die Zich geopenbaard heeft in het vlees, is gerechtvaardigd door de Geest, is verschenen aan de engelen, is verkondigd onder de heidenen, geloofd in de wereld, opgenomen in heerlijkheid. |
Als je een dag gaat vasten uit eerbied voor God, laat dat dan niet aan iedereen weten. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij kijken somber en ze gooien zand over hun hoofd. Zo kan iedereen zien dat ze die dag vasten. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen. | En wanneer gij vast, toont dan niet, zoals de huichelaars, een somber gelaat; want zij maken hun aangezicht ontoonbaar, om zich aan de mensen te vertonen, wanneer zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds. |