Houd als weduwen in ere, wie waarlijk weduwen zijn. | Zorg voor de weduwen die helemaal niemand meer hebben. |
Maar Ik zeg u, in het geheel niet te zweren: bij de hemel niet, omdat hij de troon van God is; bij de aarde niet, omdat zij de voetbank zijner voeten is; bij Jeruzalem niet, omdat het de stad van de grote Koning is. | Maar Ik zeg dat jullie helemaal niet moeten zweren. Niet bij de hemel, omdat die de troon van God is. Niet bij de aarde, omdat die zijn voetenbankje is. Niet bij Jeruzalem, omdat daar de grote Koning woont. |
En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. | Dit is de boodschap die we van Hem hebben gehoord en die we aan jullie bekend maken: God is licht. Er is in Hem helemaal geen duisternis. |
Smakelijke spijze at ik niet, vlees noch wijn kwamen in mijn mond en ik zalfde mij in het geheel niet, tot er drie volle weken verlopen waren. | Ik at geen lekkere dingen en geen vlees en ik dronk geen wijn. Ook verzorgde ik mij niet met zalf-olie, tot er drie hele weken voorbij waren. |
Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt. | U heeft het beloofd: U zal vrede geven aan de mensen die helemaal op U vertrouwen. |
Of zal iemand op gloeiende kolen lopen, zonder dat zijn voeten verbranden? | Kun je op gloeiende kolen lopen, zonder dat je je voeten brandt? |
In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. | In het begin maakte God de hemel en de aarde. De aarde was helemaal leeg. Er was nog niets. De aarde was bedekt met water en het was er helemaal donker. De Geest van God waaide over het diepe water. |
Want waar naijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei kwade praktijk. | Want door jaloersheid en geruzie ontstaat verwarring en worden er allerlei slechte dingen gedaan. |
Het bezit van de rijke is zijn sterke stad, en als een hoge muur – in zijn verbeelding. | Dankzij zijn geld is een rijk mens helemaal veilig. Zo veilig als in een stad met hoge muren – denkt hij. |
Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen. | Niemand heeft ooit God gezien. Maar zijn Enige Zoon, die helemaal één met Hem is, heeft ons laten zien wie God is. |
Niemand heeft ooit God aanschouwd; indien wij elkander liefhebben, blijft God in ons en zijn liefde is in ons volmaakt geworden. | Niemand heeft ooit God gezien. Maar als we van elkaar houden, woont God in ons en zijn we helemaal vol van zijn liefde. |
Maar ik tel mijn leven niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf, als ik slechts mijn loopbaan mag ten einde brengen en de bediening, die ik van de Here Jezus ontvangen heb om het evangelie der genade Gods te betuigen. | Maar ik vind dat allemaal niet belangrijk. Ik vind niets belangrijk, zelfs mijn eigen leven niet. Ik wil blij alles doen wat Jezus van mij vraagt. De taak die Hij mij heeft gegeven, wil ik helemaal afmaken. Die taak is: het goede nieuws van Gods liefdevolle goedheid aan de mensen vertellen. |
Want wij struikelen allen in velerlei opzicht; wie in zijn spreken niet struikelt, is een volmaakt man, in staat zelfs zijn gehele lichaam in toom te houden. | En we maken allemaal veel fouten. Iemand die nooit iets verkeerds zegt, is een volmaakt mens, die zichzelf helemaal in de hand heeft. |
Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus. | Houd je verstand er dus bij en let goed op. Vertrouw er helemaal op dat God goed voor jullie zal zijn op de dag dat Jezus terugkomt. |
Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt. | Laat je leven leiden door de Heer Jezus Christus, en doe niet meer waar je maar zin in hebt. Dan ga je ook niet verlangen naar dingen die niet goed zijn. |
En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. | Maak de Heilige Geest niet verdrietig. Want Hij beschermt jullie en bewaart jullie tot de dag dat jullie helemaal bevrijd zullen worden. |
Maar in uw grote barmhartigheid hebt Gij niet voorgoed met hen afgerekend en hen niet verlaten, want Gij zijt een genadig en barmhartig God. | Maar omdat U van hen hield heeft U hen niet helemaal vernietigd. U heeft hen niet voorgoed verlaten. Want U bent een goede en liefdevolle God. |
Wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet? | Jullie zien wél dat er een splinter zit in het oog van iemand anders. Maar jullie merken helemaal niet dat er een hele balk in je eigen oog zit! |
Hij antwoordde en zeide: Wie een dubbel stel klederen heeft, dele mede aan wie er geen heeft, en wie spijzen heeft, doe evenzo. | Hij antwoordde: "Als je twee stel kleren hebt, moet je één stel geven aan iemand die geen kleren heeft. En als je eten in huis hebt, moet je dat delen met iemand die niets heeft." |
Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt. | Jullie moeten niet alleen zéggen dat jullie weer zullen gaan leven zoals God het wil, maar het ook dóen. Anders betekent jullie doop helemaal niets. |
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. | Want ieder mens die één geworden is met Christus, is door God helemaal nieuw gemaakt. De oude mens is verdwenen. Er is een hele nieuwe mens ontstaan. |
Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn. | Er staat in de Boeken, dat een man en zijn vrouw samen één zijn: "Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en zijn moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dat moment zijn ze één geheel." |
Alles heeft Hij voortreffelijk gemaakt op zijn tijd; ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens van het werk dat God doet, van het begin tot het einde, iets kan ontdekken. | Maar Hij heeft het zó gemaakt, dat alles op zijn tijd goed is. Ook heeft Hij de mensen een besef van de eeuwigheid gegeven. Maar toch kunnen ze niets begrijpen van wat God vanaf het begin tot aan het einde heeft gedaan. |
De tollenaar stond van verre en wilde zelfs zijn ogen niet opheffen naar de hemel, maar hij sloeg zich op de borst en zeide: O God, wees mij, zondaar, genadig! | Maar de belasting-ontvanger bleef op een afstand van de tempel staan en wilde zelfs niet naar de hemel opkijken. Hij wrong zijn handen van spijt en zei: 'God, vergeef mij alstublieft de slechte dingen die ik heb gedaan!' |
Indien iemand meent godsdienstig te zijn en daarbij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, diens godsdienst is waardeloos. | Als je jezelf heel gelovig vindt, maar intussen zegt en doet wat je maar wil, dan houd je jezelf voor de gek. Want dan is je geloof waardeloos. |