De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad, uw ziel zal Hij bewaren. De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid. | De HEER behoedt je voor alle kwaad, Hij waakt over je leven, de HEER houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid. |
Uw welwillendheid zij alle mensen bekend. De Heere is nabij. | Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij. |
Och HEERE, breng toch heil; och HEERE, geef toch voorspoed. Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE! Wij zegenen u vanuit het huis van de HEERE. | Ach HEER, red ons toch, HEER, geef ons voorspoed. Gezegend wie komt in de naam van de HEER. Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER. |
Ach, Heere HEERE! Zie, Ú hebt de hemel en de aarde gemaakt door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm. Niets is voor U te wonderlijk. | Ach HEER, mijn God, U hebt met uw grote kracht, met uw machtige arm, de hemel en de aarde gemaakt. Voor U is niets onmogelijk. |
Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt. Herinner u hoe Hij tot u gesproken heeft, toen Hij nog in Galilea was: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in handen van zondige mensen en gekruisigd worden en op de derde dag opstaan. | Hij is niet hier, Hij is uit de dood opgewekt. Herinner je wat Hij jullie gezegd heeft toen Hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Wie anders is God dan de HEER, wie anders een rots dan onze God? |
Schep vreugde in de HEERE, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt. | Zoek je geluk bij de HEER, Hij zal geven wat je hart verlangt. |
De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen? | Met de HEER aan mijn zijde heb ik niets te vrezen, wat kunnen mensen mij doen? |
Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht Hem en ik hoop op Zijn woord. | Ik zie uit naar de HEER, mijn ziel ziet uit naar Hem en verlangt naar zijn woord. |
Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere. | Zolang wij leven, leven we voor de Heer; en wanneer wij sterven, sterven we voor de Heer. Dus of we nu leven of sterven, wij zijn van de Heer. |
De HEERE maakt arm en maakt rijk, Hij vernedert, ook verhoogt Hij. | De HEER maakt arm en Hij maakt rijk, vernedert diep en heft hoog op. |
Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. | Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen Mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. |
Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen dan op de mensen te vertrouwen. | Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mensen. |
Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. | Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht. |
En de HEERE bracht een omkeer in het levenslot van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden. De HEERE vermeerderde alles wat Job bezeten had tot het dubbele toe. | Nadat Job voor zijn vrienden had gebeden, bracht de HEER een keer in het lot van Job en Hij gaf hem het dubbele van wat hij eerder bezat. |
Gerechtigheid en recht te doen is voor de HEERE verkieslijker dan een offer. | De HEER heeft liever dat je eerlijk en rechtvaardig handelt dan dat je een offer brengt. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Wie anders is God dan de HEER, wie anders een rots dan onze God? |
Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend. | Zie uit naar de HEER en zijn macht, zoek voortdurend zijn nabijheid. |
Ik zal U loven onder de volken, HEERE; ik zal voor U psalmen zingen onder de natiën. | U, HEER, zal ik loven onder de volken, over U zingen voor alle naties. |
Maar wie roemt, laat hij roemen in de Heere. Want niet wie zichzelf aanbeveelt, die is welbeproefd, maar wie door de Heere wordt aanbevolen. | Er staat geschreven: ‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer beroemen.’ Want niet wie zichzelf aanprijst is betrouwbaar, maar wie door de Heer wordt aangeprezen. |
Wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken, u allen die op de HEERE hoopt! | U die uw hoop vestigt op de HEER: wees allen sterk en houd moed. |
Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, ik zal al Uw wonderen vertellen. | Ik wil u loven, HEER, met heel mijn hart, vertellen van uw wonderdaden. |
Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg. | Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ |
Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles. | Geen woord ligt op mijn tong, of U, HEER, kent het ten volle. |
De HEERE is geduldig, maar groot van kracht en Hij houdt de schuldige zeker niet voor onschuldig. De weg van de HEERE is in wervelwind en in storm, wolken zijn het stof van Zijn voeten. | De HEER is geduldig en zeer sterk, Hij laat nooit iets ongestraft. De HEER gaat zijn weg door storm en wervelwind, wolken zijn het stof van zijn voeten. |
Bijbeltekst van de dag
Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil,mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen.