In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. | In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. |
Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. | Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. |
Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God. | Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus. |
En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. | En het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen. |
Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood. | Zo is het ook met het geloof: indien het niet met werken gepaard gaat, is het, op zichzelf genomen, dood. |
U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. | Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe dan om weggeworpen en door de mensen vertreden te worden. |
En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. | En terwijl zij aten, nam Jezus een brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het aan zijn discipelen en zeide: Neemt, eet, dit is mijn lichaam. |
Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig. | Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. |
Keer je af van het kwaad en doe het goede; zoek de vrede en jaag die na. | Wijk van het kwade en doe het goede, zoek de vrede en jaag die na. |
Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan. | Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons. |
Want het denken van het vlees is de dood, maar het denken van de Geest is leven en vrede. | Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede. |
Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren. | Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren. |
De bevelen van de HEERE zijn recht, zij verblijden het hart; het gebod van de HEERE is zuiver, het verlicht de ogen. | De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des Heren is louter, het verlicht de ogen. |
Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. | Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. |
Behoed je tong voor het kwaad en je lippen voor het spreken van bedrog. | Bewaar uw tong voor het kwade en uw lippen voor het spreken van bedrog. |
Onthoud het goede niet aan wie er recht op hebben als het binnen je macht ligt dat te doen. | Onthoud het goed niet aan wie het toekomt, terwijl het in uw macht is het te doen. |
Laat de liefde ongeveinsd zijn. Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede. | De liefde zij ongeveinsd. Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede. |
Maar u, als u vast, zalf dan uw hoofd en was uw gezicht, zodat het door de mensen niet gezien wordt als u vast, maar door uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden. | Maar gij, zalf uw hoofd, als gij vast, en was uw gelaat, om u niet bij uw vasten aan de mensen te vertonen, maar aan uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. |
De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie. | De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie. |
Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden. | Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden. |
Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEERE, doorgrond het hart, beproef de nieren, en dat om ieder te geven overeenkomstig zijn wegen, overeenkomstig de vrucht van zijn daden. | Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen? Ik, de Here, doorgrond het hart en toets de nieren, en dat, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner daden. |
En bij wie in de dorens gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort; maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. | De in de dorens gezaaide is hij, die het woord hoort, en de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom verstikt het woord en hij wordt onvruchtbaar. |
Daarom zeg Ik u: alles wat u biddend begeert, geloof dat u het ontvangen zult, en het zal u ten deel vallen. | Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden. |
Het opengaan van Uw woorden geeft licht, het schenkt eenvoudigen inzicht. | Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht. |
Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. | Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. |