Bijbelteksten over 'Hoop'
Bij u ben ik veilig, u beschermt me. Ik hoop dat u doet wat u beloofd hebt. | Gij zijt mijn schuilplaats en mijn schild, ik hoop op uw woord. |
Hij geeft mensen weer hoop, hij neemt hun pijn weg. | Hij geneest de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden. |
Beste vriend, ik hoop dat alles goed met je gaat, en dat je gezond bent. Ik weet dat het in ieder geval goed gaat met je geloof. | Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat. |
Leef met elkaar alsof jullie één lichaam zijn, met één geest. Want jullie zijn allemaal door God uitgekozen om gered te worden. Daar vertrouwen jullie op. | Één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping. |
Dit is dus waar het om gaat: geloof, vertrouwen en liefde. Dat moet steeds het belangrijkste in ons leven zijn. Maar het allerbelangrijkste is de liefde. | Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. |
God geeft ons het vertrouwen dat we gered zullen worden. Ik bid dat hij jullie vreugde en vrede zal geven door jullie geloof in Jezus Christus. Dan zal jullie vertrouwen op God steeds sterker worden, door de kracht van de heilige Geest. | De God nu der hope vervulle u met louter vreugde en vrede in uw geloof, om overvloedig te zijn in de hoop, door de kracht des heiligen Geestes. |
Laat zien dat je blij bent omdat je op God vertrouwt. Houd vol als je in moeilijkheden komt, en blijf altijd bidden. | Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed. |
Ik verlang naar de Heer, ik wacht op hem, ik vertrouw op zijn woorden. | Ik verwacht de Here, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord. |
Ik wil Christus van dichtbij kennen. Ik wil sterven, net als hij, en zo één met hem worden in het lijden. Ik hoop dat ik dan ook de kracht zal voelen waarmee God Christus uit de dood liet opstaan. Ja, ik hoop dat God ook mij uit de dood zal laten opstaan. | (Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende. |
Leer me om trouw te zijn aan u, zeg me wat ik moet doen. Want u bent mijn God, u bent mijn redder. Ik hoop op uw hulp, elke dag weer. | Leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag. |
Dit is mijn besluit, dit is mijn plan met jullie: Het zal goed met jullie aflopen, niet slecht. Ik zorg dat er voor jullie een nieuwe tijd komt. Ik zal jullie nieuwe hoop geven. | Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven. |
De Heer luistert als mensen om hulp roepen. Hij redt hen uit alle gevaar. De Heer is dicht bij mensen die geen hoop meer hebben, hij helpt mensen die de moed verliezen. | Roepen zij, dan hoort de Here, en Hij redt hen uit al hun benauwdheden. De Here is nabij de gebrokenen van hart en Hij verlost de verslagenen van geest. |
Dat zal zeker gebeuren, want God heeft ons zijn heilige Geest nu al gegeven. | En de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de heilige Geest, die ons gegeven is. |
Waarom ben ik zo bedroefd, waarom zo onrustig van binnen? Ik moet op God vertrouwen. Eens zal ik hem weer danken. Hij zal mij redden, hij is mijn God. | Wat buigt gij u neder, o mijn ziel, en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven, mijn Verlosser en mijn God! |
Goede mensen weten dat ze gelukkig zullen zijn, maar slechte mensen kunnen niets verwachten. | De verwachting der rechtvaardigen is vreugde, maar de hoop der goddelozen gaat teniet. |
Want ook zij horen bij God, en God wilde dat ze zijn prachtige boodschap zouden leren kennen. Daarom moest ik ook aan jullie die boodschap vertellen, die eeuwenlang geheim gebleven was: de boodschap dat Christus ook in jullie aanwezig is. Dankzij hem krijgen jullie een schitterende toekomst. | Hun heeft God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder de heidenen: Christus onder u, de hoop der heerlijkheid. |
Als we geloven, worden we gered. Dan wordt onze hoop werkelijkheid. En door ons geloof weten we zeker dat Gods hemelse wereld bestaat. Ook al kunnen we die nog niet zien. | Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet. |
Als Jezus Christus terugkomt op aarde, zullen jullie gered worden. Vertrouw daarop. Tot het zover is, moeten jullie verstandig zijn en goed nadenken over wat jullie doen. | Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus. |
Eer Christus met heel je hart. Vertel iedereen dat hij je Heer is, en dat je op hem vertrouwt. Geef altijd antwoord als iemand je daar iets over vraagt. | Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze. |
Alle eer aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus! Want Gods liefde is zo groot, dat hij Jezus Christus liet opstaan uit de dood. Daardoor is ons leven veranderd en zijn wij nieuwe mensen geworden. Nu kunnen we altijd op hem vertrouwen. | Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop. |
Alles wat in de heilige boeken staat, is al lang geleden opgeschreven voor ons. Het geeft ons uitleg over Gods plan. Zo geven de heilige boeken ons moed om vol te houden, en om op God te blijven vertrouwen. | Al wat namelijk tevoren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in de weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden. |
En dat is niet het enige. We mogen er ook trots op zijn dat we het nu moeilijk hebben. Want door alle moeilijkheden leren we om vol te houden. En door vol te houden worden we sterk in ons geloof. En daardoor hebben we het vaste vertrouwen dat we eeuwig bij God zullen leven. | En niet alleen (hierin), maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop. |
Net zoals honing goed is voor je lichaam, zo is wijsheid goed voor je leven. Want wijsheid geeft je een toekomst, door wijsheid zul je lang leven. | Erken, dat de wijsheid zó is voor uw ziel. Als gij haar gevonden hebt, dan is er toekomst en uw verwachting wordt niet afgesneden. |
Gods dienaar zegt: ‘God, de Heer, heeft mij uitgekozen. Hij heeft mij zijn geest gegeven. Hij heeft mij gestuurd om aan arme mensen het goede nieuws te brengen. En om aan mensen die lijden, weer hoop te geven. Hij heeft me gestuurd om tegen gevangenen te zeggen: ‘Jullie zijn vrij!’’ | De Geest des Heren Heren is op mij, omdat de Here mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis. |
Heer, laat ons uw liefde zien! Op u vertrouwen wij. | Uw goedertierenheid, Here, zij over ons, gelijk wij op U hopen. |
Gerelateerde onderwerpen
Hoop
Dit is mijn besluit...
Geest
En de heilige Geest...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Woord van God
De woorden van de...
Ziel
Maar na lange tijd...
Geloof
Daarom zeg ik: Als...
Bijbeltekst van de dag
Wie is dan die grote koning?Het is de machtige Heer.
Hij is die grote koning!