Ze trokken Hem zijn kleren uit en deden Hem een paarse mantel om. Ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ook gaven ze Hem een rieten stok als staf in de hand. Toen vielen ze voor Hem op hun knieën en zeiden spottend: "We groeten U, koning van de Joden!" | En toen zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een scharlakenrode mantel om, vlochten een kroon van dorens, zetten die op Zijn hoofd en gaven Hem een rietstok in Zijn rechterhand. Zij vielen op hun knieën voor Hem neer en bespotten Hem met de woorden: Gegroet, Koning van de Joden! |
Zo is ook Christus éénmaal gestorven. Hij heeft Zichzelf éénmaal geofferd om de straf voor de ongehoorzaamheid van de mensen op Zich te nemen. Als Hij voor de tweede keer komt, komt Hij niet meer om Zichzelf voor onze ongehoorzaamheid te offeren. Dan komt Hij om de mensen die op Hem vertrouwen voor hun redding, helemaal te bevrijden. | Zo zal ook Christus, Die eenmaal geofferd is om de zonden van velen weg te dragen, voor de tweede keer zonder zonde gezien worden door hen die Hem verwachten tot zaligheid. |
God heeft door Christus de mensen vergeven dat ze ongehoorzaam aan Hem waren. Nu zijn ze vrijgesproken van schuld. En Hij heeft ons de taak gegeven om dit aan de mensen te vertellen. Want daardoor kunnen ze vrienden van God worden. | God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. |
Niemand wilde iets met Hem te maken hebben. Hij werd door iedereen in de steek gelaten. Hij kende pijn en verdriet en ziekte. De mensen draaiden hun hoofd weg als ze Hem zagen. We hebben geen enkel respect voor Hem gehad. | Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als iemand voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. |
Dus de mensen die leven zoals God het wil, worden door Hem gered uit de moeilijkheden die hun geloof op de proef stellen. Maar de mensen die zich niets van Hem aantrekken, worden door Hem gevangen gehouden tot de dag dat Hij over hen zal rechtspreken. Dan zal Hij hen straffen. | Dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, maar de onrechtvaardigen te bewaren tot de dag van het oordeel, om gestraft te worden. |
Maar geen enkel wapen dat wordt gesmeed om tegen jou gebruikt te worden, zal jou nog kwaad kunnen doen. En elke rechtszaak die anderen tegen jou beginnen, zul jij winnen. Dit is wat Ik aan mijn dienaren geef. Dit is hoe Ik hen vrijspreek van schuld, zegt de Heer. | Elk wapentuig dat tegen u wordt vervaardigd, zal niets uitrichten, en elke tong die in het gericht tegen u opstaat, zult u schuldig verklaren. Dit is het erfelijk bezit van de dienaren van de HEERE, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE. |
En ik zal niet doen alsof dat niet zo is. Want stel dat de mensen van hun schuld vrijgesproken hadden kunnen worden door zich aan de wet van Mozes te houden. Dan had Christus niet hoeven sterven! Dan zou Hij alles voor niets hebben gedaan. | Ik doe de genade van God niet teniet; want als er gerechtigheid door de wet zou zijn, dan was Christus tevergeefs gestorven. |
Maar als jullie andere mensen niet vergeven, zal jullie Vader jullie ook niet vergeven. | Maar als u de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal uw Vader uw overtredingen ook niet vergeven. |
Want niemand kan, door zich precies aan de wet te houden, door God vrijgesproken worden van schuld. De wet zorgt er namelijk niet voor dat mensen gaan leven zoals God het wil. De wet laat hun alleen zien dat ze níet leven zoals God het wil. | Daarom zal uit werken van de wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd worden. Door de wet is immers kennis van zonde. |
Mensen die zich door hun 'ik' laten leiden, doen precies het tegenovergestelde van wat God wil. Ze gedragen zich als vijanden van God. Want ze gehoorzamen niet aan de wet van God. Dat kunnen ze ook niet. Daarom geniet God niet van zulke mensen. | En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. |
Er zal je niets overkomen. De mensen zullen zich jou herinneren als een goed mens. | Voorzeker, hij zal voor eeuwig niet wankelen, de rechtvaardige zal eeuwig in gedachtenis blijven. |
Maar dat konden ze niet. Dus door de wet gingen de mensen juist zien hoe slecht ze zijn. Zo zouden ze gaan begrijpen dat ze alleen door geloof in Jezus Christus hun deel van de belofte zouden krijgen en niet door zich aan de wet van Mozes te houden. | Maar de Schrift heeft alles onder de zonde opgesloten, opdat de belofte aan de gelovigen gegeven zou worden door het geloof in Jezus Christus. |
Spreek, en oordeel rechtvaardig. Zorg dat de arme mensen een eerlijke rechtspraak krijgen. | Open je mond, oordeel met rechtvaardigheid, en verschaf recht aan de ellendige en de arme. |
Wees wijs ten opzichte van de mensen die niet bij de gemeente horen. Grijp elke kans om hun het goede nieuws te vertellen. Alles wat jullie zeggen, moet altijd verstandig en wijs zijn. Zorg ervoor dat jullie altijd aan iedereen een goed antwoord kunnen geven. | Wandel met wijsheid bij hen die buiten zijn, en buit de geschikte tijd uit. Laat uw woord altijd aangenaam zijn, met zout smakelijk gemaakt, opdat u weet hoe u iedereen moet antwoorden. |
Maar Ik zal laten zien wie Ik ben. Ik zal laten zien dat Ik de heilige God ben, Ík die door júllie voor schut gezet ben. Dan zullen de volken beseffen dat Ik de Heer ben. | Ik zal Mijn grote Naam heiligen, die onder de heidenvolken ontheiligd is, die u in hun midden ontheiligd hebt. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de Heere HEERE, als Ik in u voor hun ogen geheiligd word. |
Hij stuurde zijn woord en Hij genas hen. Hij redde hen van de dood. | Hij zond Zijn woord uit, genas hen en bevrijdde hen uit hun grafkuilen. |
De Geest van de Heer is op Mij. Hij heeft Mij met zijn Geest gezalfd om aan arme mensen goed nieuws te brengen. Hij heeft Mij gestuurd om mensen die een gebroken hart hebben te genezen. Om gevangenen te vertellen dat ze vrij zijn. Om blinde mensen te vertellen dat ze weer kunnen zien. Om slaven als vrije mensen weg te sturen. | De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid. |
En ik zag de doden, belangrijke en gewone mensen, klein en groot, voor God staan. En er werden boeken opengedaan. En er werd nog een ander boek opengedaan: het Boek van het Leven. En de doden werden geoordeeld naar wat er in de boeken over hen stond opgeschreven. Alles wat ze hadden gedaan, stond er in. Alle doden kwamen tevoorschijn: uit de zee, uit de dood en uit het dodenrijk. Ze werden allemaal geoordeeld, iedereen naar wat hij had gedaan. | En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. |
Er is dus een grote groep van mensen die ons door hun voorbeeld aanmoedigen. Laten we daarom alles uit ons leven wegdoen wat onze omgang met God in de weg staat, en alles waarin we God ongehoorzaam zijn. Het is alsof we een hardloopwedstrijd lopen die voor ons is uitgezet. We moeten geduldig tot aan het einde doen wat God van ons vraagt. | Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt. |
En als je een olielamp aansteekt, zet je er daarna geen emmer overheen. Nee, je zet hem hoog neer, zodat iedereen in huis licht heeft. Laat op dezelfde manier jullie licht schijnen voor de mensen. Laat hun de goede dingen zien die jullie doen. Dan zullen ze jullie hemelse Vader ervoor prijzen. | En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. |
De Heer zegt: "Het zal slecht aflopen met de mensen die ruzie zoeken met hun Maker. Ze zijn maar als een potscherf tussen andere scherven. Durft soms de klei tegen de pottenbakker te zeggen: 'Wat maak je?' Of durft de pot die de pottenbakker gemaakt heeft soms van zijn maker te zeggen: 'Hij kan er niets van!'?" | Wee hem die het tegen zijn Formeerder opneemt – een potscherf tussen aarden scherven. Zal het leem soms tegen zijn formeerder zeggen: Wat maakt u? Of zal uw werk zeggen: Hij heeft geen handen? |
Dit zegt de Hoogverheven God, die voor eeuwig op de troon zit. Ik ben de Heilige God. Ik woon in de hoge, heilige hemel. Ik woon óók bij de mensen die nederig begrijpen dat ze Mij nodig hebben. Bij de mensen die bij Mij terugkomen en Mij voortaan van harte willen gehoorzamen. Hun zal Ik nieuw leven geven. | Want zo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoge hemel en in het heilige, en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om levend te maken de geest van de nederigen, en om levend te maken het hart van de verbrijzelden. |
Nu heeft God een manier gegeven om de mensen vrij te spreken van hun schuld. Maar buiten de wet om. In de wet van Mozes en in de boeken van de profeten wordt daar al over gesproken. Iedereen kan nu vrijgesproken worden, door te geloven in Jezus Christus. Het maakt voor God niet uit wie of wat je bent. | Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de Wet en de Profeten is getuigd: namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid. |
Alles wat God daarin heeft laten opschrijven, is nuttig. Het kan de mensen iets leren, hen beschermen tegen verkeerd onderwijs over het geloof en hen opvoeden tot een leven zoals God het wil. Zo kunnen de mensen hun geloof ontwikkelen tot een volwassen geloof. Dan zullen ze geschikt zijn voor elke taak. | Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust. |
Maar Hij heeft het zó gemaakt, dat alles op zijn tijd goed is. Ook heeft Hij de mensen een besef van de eeuwigheid gegeven. Maar toch kunnen ze niets begrijpen van wat God vanaf het begin tot aan het einde heeft gedaan. | Hij heeft alles op zijn tijd mooi gemaakt. Ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens het werk dat God gedaan heeft, van het begin tot het eind kan doorgronden. |
Gerelateerde onderwerpen
Zonde
Weten jullie dan niet...
Rechtvaardigheid
Als je probeert om...
Redding
Niemand anders dan Hij...
Leven
Tegen elk kwaad zal...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Veroordeling
Maar als jullie een...