Heer, U weet waar ik naar verlang. U hoort hoe ik kreun. | Heer, u weet wat ik nodig heb, u kent mijn verdriet. |
Bij U kan ik me verbergen. U beschermt me in gevaar. Ik ben zó blij, dat ik voor U wil zingen. Want U heeft mij bevrijd. | Heer, u beschermt me, u bevrijdt me. Daarom zing ik en juich ik. |
Ik wil altijd dicht bij U zijn. Met U naast me kan mij niets gebeuren. | Steeds denk ik aan u, Heer. U bent altijd bij me, er kan met mij niets ergs gebeuren. |
Luister naar mijn gebed, Heer, ik roep U om hulp! Zwijg niet als ik huilend tot U bid. Ik heb geen rechten bij U, want ik ben maar een vreemdeling bij U, net als mijn voorouders. | Heer, hoor mijn gebed. Hoor hoe ik om hulp roep, hoor hoe ik huil. Ik ben maar kort op aarde, net zoals mijn voorouders. Ik ben hier niet voor altijd. |
Ik zal U prijzen en voor U zingen. De landen en volken zullen het horen. | Heer, ik wil u danken, overal op aarde wil ik voor u zingen. |
Kom terug bij Mij, weggelopen Israël! De Heer zegt: Ik zal niet meer boos op je zijn. Ik houd van je. Ik zal niet voor altijd boos op je blijven. | De Heer zegt tegen jullie: ‘Ontrouw volk, kom bij me terug. Dan zal ik niet meer boos op jullie zijn. Ik ben een God van liefde, mijn woede duurt niet voor altijd.’ |
De Heer geeft mij kracht. Hij beschermt mij als een schild. Ik vertrouwde op Hem en Hij heeft mij geholpen. Daarom juich ik van blijdschap en prijs ik Hem met mijn lied. | De Heer geeft mij kracht en beschermt mij. Op hem vertrouw ik. Hij heeft mij geholpen, en daarom juich ik. Ik wil hem danken met een lied. |
Ik kan in alle rust naar bed gaan en vredig in slaap vallen. Want U alleen, Heer, zorgt ervoor dat ik veilig ben. | Heer, u laat mij veilig wonen. Ik hoef niet bang te zijn, ik kan rustig slapen. |
Nu kan ik Hem werkelijk leren kennen. Nu ken ik ook de kracht waardoor Hij uit de dood opstond. En ik kan samen met Hem lijden. | Ik wil Christus van dichtbij kennen. Ik wil sterven, net als hij, en zo één met hem worden in het lijden. Ik hoop dat ik dan ook de kracht zal voelen waarmee God Christus uit de dood liet opstaan. Ja, ik hoop dat God ook mij uit de dood zal laten opstaan. |
Ik zal jullie een nieuw hart geven. Ik zal een nieuwe geest in jullie leggen. Jullie eigen hart, dat zo hard en zo koud is als steen, zal Ik uit jullie weghalen. En dan zal Ik jullie een warm, zacht hart geven. | Ik zal ervoor zorgen dat jullie mij weer dienen en liefhebben. Jullie zullen niet langer ongehoorzaam zijn aan mij, maar weer doen wat ik wil. |
Ik heb uw wetten voor altijd van U gekregen. Ik ben er heel erg blij mee. | Ik heb alleen maar uw woorden, en daar ben ik heel blij mee. Dat is mijn enige bezit, voor altijd. |
De Heer is mijn licht en mijn redding. Daarom ben ik voor niemand bang. De Heer is mijn kracht. Daarom hoef ik voor niemand bang te zijn. | De Heer helpt mij altijd, hij is als een licht in het donker. Ik ben voor niemand bang. Bij de Heer ben ik veilig, daarom heb ik geen angst. |
Jullie moeten niet denken dat Ik ben gekomen om vrede te brengen op de aarde. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar strijd. | Denk niet dat ik vrede kom brengen op aarde. Nee, ik breng geen vrede, maar vijandschap. |
Uit de diepste ellende roep ik tot U, Heer. Heer, luister naar mij. Hoor hoe ik smekend tot U roep! | Ik ben wanhopig, Heer! Daarom roep ik naar u. Heer, hoor mijn stem, luister naar mij, hoor hoe ik smeek! |
Uw liefde is mij meer waard dan het leven. Ik zal U prijzen. Mijn leven lang wil ik U prijzen. Ik zal mijn handen naar U opsteken. | Ik wil voor u zingen, want uw liefde is meer waard dan mijn leven. Mijn leven lang wil ik u prijzen, met mijn handen omhoog tot u bidden. |
God, ik wil graag doen wat U van mij vraagt. Uw wet staat in mijn hart geschreven. | Ik wil doen wat u van mij wilt, uw wet staat in mijn hart geschreven. |
Ik vraag maar één ding van de Heer. Dit is wat ik het liefste wil: ik wil alle dagen van mijn leven dicht bij de Heer zijn, om ervan te genieten hoe prachtig en hoe vriendelijk Hij is en om Hem te leren kennen. | Ik vraag aan de Heer maar één ding, meer heb ik niet nodig. Ik wil bij hem wonen, elke dag, heel mijn leven. Ik wil bij hem zijn in de tempel. Dan zal ik zien hoe goed hij is. |
Toen ik in moeilijkheden was, heb ik de Heer om hulp geroepen. En de Heer heeft mij geantwoord en me gered. | Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. En hij luisterde, hij heeft mij bevrijd. |
Ik leer je hoe je wijs kan worden. Dan zul je op het rechte pad blijven. | Ik heb je geleerd hoe je moet leven. Je moet altijd het pad van de wijsheid volgen. |
Want Ik weet wat mijn plannen voor jullie zijn, zegt de Heer. Ik heb mooie plannen voor jullie. Plannen vol vrede, niet vol ellende. Want Ik heb een hoopvolle toekomst voor jullie. | Dit is mijn besluit, dit is mijn plan met jullie: Het zal goed met jullie aflopen, niet slecht. Ik zorg dat er voor jullie een nieuwe tijd komt. Ik zal jullie nieuwe hoop geven. |
Híj moet steeds belangrijker worden, en ík moet steeds minder belangrijk worden. | Jezus moet steeds belangrijker worden. En ik moet juist minder belangrijk worden. |
IK BEN de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. IK BEN Hij die is en die was en die komt, de Almachtige God, zegt de Heer. | God, de Heer, zegt: ‘Ik ben de machtige God! Ik ben het begin en het einde. Ik ben degene die er is, die er was, en die zal komen.’ |
Want dan zal ik, als het Gods wil is dat ik kom, blij naar jullie toe reizen. Dan kan ik door jullie bemoedigd worden. | En bid dat God mij daarna veilig bij jullie laat komen. Dan kunnen we er samen blij om zijn dat de christenen een eenheid vormen. |
Wie heeft dat gedaan en wie liet dat gebeuren? Ik, de Heer, die de mensen vanaf het begin heb gemaakt. Ik, de Heer, die de Eerste en de Laatste ben en voor eeuwig Dezelfde. | Wie heeft dat allemaal laten gebeuren? Dat ben ik, de Heer! En wie bepaalt steeds wat er gaat gebeuren? Dat ben ik! Ik was er al in het begin, en ik zal er ook aan het einde zijn. |
En let op: Ik kom gauw! En dan geef Ik alle mensen wat ze hebben verdiend met wat ze hebben gedaan, goed of kwaad. | Jezus zegt: ‘Luister, ik kom snel! En ik zal aan iedereen geven wat hij verdient.’ |
Gerelateerde onderwerpen
Afhankelijkheid
Want Ik, je Heer...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Vreugde
Wees altijd blij. Bid...
Veiligheid
Maar de Heer is...
Zingen
Maar ik zal zingen...
Aanbidding
Jesaja zegt: Heer, U...
Bijbeltekst van de dag
Een dwaas luistert niet naar de goede raad van zijn vader.Maar een verstandig mens doet er iets mee.