Bijbelteksten over 'Juich'
Ik ben blij met U en ik juich voor U. Ik zing voor U, de Allerhoogste God! | In U wil ik mij verheugen en juichen, uw naam psalmzingen, o Allerhoogste. |
De Heer zegt: "Jubel en juich, bewoners van Jeruzalem! Kijk, jullie koning komt naar jullie toe. Hij is rechtvaardig en Hij zal jullie redden. Hij is bescheiden en rijdt op een jonge ezel." | Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong. |
De Heer geeft mij kracht. Hij beschermt mij als een schild. Ik vertrouwde op Hem en Hij heeft mij geholpen. Daarom juich ik van blijdschap en prijs ik Hem met mijn lied. | De Here is mijn kracht en mijn schild; op Hem vertrouwde mijn hart en ik werd geholpen. Daarom juicht mijn hart en loof ik Hem met mijn lied. |
Ik zal voor U zingen en juichen, want U heeft mijn leven gered. | Mijn lippen zullen jubelen, wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn ziel, die Gij hebt verlost. |
Zing voor God, zing dankliederen voor Hem. Maak de weg vrij voor Hem die over de vlakten rijdt. Zijn naam is Heer. Juich blij voor Hem. Hij is een Vader voor de weeskinderen. Hij komt op voor de weduwen. Hij is God in zijn heilige huis. | Zingt Gode, psalmzingt zijn naam, baant de weg voor Hem die door de vlakten rijdt; Here is zijn naam, juicht dan voor zijn aangezicht. Hij is de vader der wezen en de rechter der weduwen, God in zijn heilige woning. |
Jeruzalem zegt: "Ik ben heel erg blij met de Heer. Ik juich over wie God is. Want Hij heeft mij gered. Hij is voor mij opgekomen. Daardoor ben ik nu net zo mooi als een bruidegom in zijn feestkleren, of als een bruid met al haar sieraden om." | Ik verblijd mij zeer in de Here, mijn ziel juicht in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, met de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omhuld, gelijk een bruidegom, die zich als een priester het hoofdsieraad ombindt, en gelijk een bruid, die zich met haar versierselen tooit. |
Bij U kan ik me verbergen. U beschermt me in gevaar. Ik ben zó blij, dat ik voor U wil zingen. Want U heeft mij bevrijd. | Gij zijt mij een verberging, Gij bewaart mij voor benauwdheid, Gij omringt mij met jubelzangen van bevrijding. sela |
Ik vertrouw op uw goedheid en uw liefde. Mijn hart juicht omdat ik zeker weet dat U me zal redden. Ik zing voor de Heer omdat Hij goed voor me is geweest. | Ik echter vertrouw op uw goedertierenheid, over uw verlossing juicht mijn hart. Ik wil de Here zingen, omdat Hij mij heeft welgedaan. |
Deze dag is door de Heer gemaakt. Laten we daar blij over zijn! | Dit is de dag die de Here gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. |
Hij is wel eens boos, maar dat duurt nooit lang. Maar zijn liefde duurt je hele leven. Misschien huil je 's avonds nog, maar de volgende dag kun je weer juichen. | Want een ogenblik duurt zijn toorn, een leven lang zijn welbehagen; des avonds vernacht het geween, tegen de morgen is er gejuich. |
Je Heer God woont bij je. Hij is de held die jou bevrijdt. Hij zal van vreugde over je zingen. Uit liefde zal Hij zwijgen over alles wat je verkeerd hebt gedaan. Hij zal over je juichen van blijdschap. | De Here, uw God, is in uw midden, een held, die verlost. Hij zal Zich over u met vreugde verblijden; Hij zal zwijgen in zijn liefde; Hij zal over u juichen met gejubel. |
Zelfs als de vijgenbomen niet zullen bloeien, en er geen één druif in de wijngaarden te vinden zal zijn, en we geen enkele olijf van de olijfbomen zullen kunnen oogsten, en er niets meer op de akkers zal groeien, en alle schapen uit de stallen zullen worden geroofd, en alle koeien verdwenen zullen zijn, zelfs dan zal ik tóch nog juichen over de Heer, blij jubelen over de God die voor mij zorgt. | Al zou de vijgeboom niet bloeien, en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn, de vrucht van de olijfboom teleurstellen; al zouden de akkers geen spijs opleveren, de schapen uit de kooi verdreven zijn en er geen runderen in de stallingen zijn, nochtans zal ik juichen in de Here, jubelen in de God van mijn heil. |
Maar ik zal zingen over uw kracht. Elke morgen zal ik vrolijk zingen over uw liefde. Want bij U ben ik zo veilig als in een burcht. U bent mijn veilige plaats in moeilijkheden. | Ik echter bezing uw sterkte, des morgens jubel ik over uw goedertierenheid; want Gij waart mij een burcht, een toevlucht ten dage toen ik benauwd was. |
Jullie hebben Hem nog nooit gezien. Toch houden jullie van Hem. Jullie geloven Hem en zijn heel erg blij dat jullie door Hem zijn gered. En gered worden is immers het doel van het geloof. | Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar gij het einddoel des geloofs bereikt, dat is de zaligheid der zielen. |
Gerelateerde onderwerpen
Vreugde
Wees altijd blij. Bid...
Zingen
Maar ik zal zingen...
Aanbidding
Jesaja zegt: Heer, U...
Bevrijder
Je Heer God woont...
God
Je Heer God woont...
Rechtvaardigheid
Als je probeert om...
Bijbeltekst van de dag
Jezus zei: "Wees niet verdrietig. Jullie geloven in God. Geloof nu ook in Mij."Willekeurige Bijbeltekst
Jesaja zegt: Heer, U bent mijn God.Ik zal U eren en prijzen.
Want U heeft wonderen gedaan.
U doet wat U lang geleden al heeft besloten.Volgende tekst!Met afbeelding