Bijbelteksten over 'Ken'
Als je niet van de broeders en zusters houdt, ken je God niet, want God is liefde. | Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. |
Als jullie Mij kenden, zouden jullie ook mijn Vader kennen. Vanaf nu kennen jullie Hem en zien jullie Hem. | Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien. |
Nu kan ik Hem werkelijk leren kennen. Nu ken ik ook de kracht waardoor Hij uit de dood opstond. En ik kan samen met Hem lijden. | (Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende. |
God, ik wil dat U alles van me weet. Kijk in mijn hart, onderzoek mijn gedachten. Zeg het me als ik iets verkeerds doe, en help me om weer te leven zoals U het wil. | Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, toets mij en ken mijn gedachten; zie, of bij mij een heilloze weg is, en leid mij op de eeuwige weg. |
Lieve broeders en zusters, laten we van elkaar houden. Want de liefde komt van God. Als je van de broeders en zusters houdt, ben je uit God geboren en ken je God. | Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit God; en een ieder, die liefheeft, is uit God geboren en kent God. |
Mensen die niet in de Zoon geloven, kennen ook de Vader niet. | Een ieder, die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon belijdt, heeft ook de Vader. |
U kent elk woord van mij, nog voordat ik het heb gezegd. | Want er is geen woord op mijn tong, of, zie, Here, Gij kent het volkomen. |
Het hart van de mens is bedrieglijker dan alle andere dingen. Het is door en door slecht. Wie kan werkelijk weten wat er diep in zijn hart is? Ik, de Heer, weet wat er in het hart van een mens is. Ik ken ieders diepst verborgen gedachten. Daardoor kan Ik iedereen geven wat hij verdiend heeft. Ik beloon ieder mens naar wat hij heeft gedaan, goed of slecht. | Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen? Ik, de Here, doorgrond het hart en toets de nieren, en dat, om aan een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner daden. |
Het eeuwige leven is dat de mensen U kennen, de enige echte God, en Jezus Christus die U heeft gestuurd. | Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt. |
Vertrouw met je hele hart op de Heer, en vertrouw niet op je eigen wijsheid. Overleg al je plannen met Hem. Dan zal Hij je leven leiden. | Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken. |
De mensen die U kennen, vertrouwen daarom op U. Want mensen die van U houden, worden nooit door U in de steek gelaten. | Daarom vertrouwen op U wie uw naam kennen, want Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o Here. |
De niet-Joodse volken kennen de wet van Mozes niet. Daarom zullen zij zonder deze wet veroordeeld worden als ze slechte dingen doen. De Joden kennen de wet van Mozes wel. Daarom zullen zij volgens deze wet veroordeeld worden als ze slechte dingen doen. | Want allen, die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan; en allen, die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden. |
Wat zijn Gods wijsheid en kennis toch onbegrijpelijk groot! Wat is het moeilijk om zijn plannen te begrijpen en zijn daden uit te leggen! | O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! |
Al deze kennis komt van de Heer van de hemelse legers. Gods wijsheid is groot. Zijn plannen zijn wijs. Met alles wat God doet heeft Hij een plan. | Ook dit gaat van de Here der heerscharen uit; Hij is wonderbaar van raad, groot van beleid. |
Heer, U kent mij door en door. U weet alles van mij, waar ik ook ben. U weet alles wat ik denk. | Here, Gij doorgrondt en kent mij; Gij kent mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijn gedachten. |
Niets maakt mij blijer dan wanneer ik hoor dat mijn kinderen vanuit de waarheid leven. | Groter blijdschap ken ik niet, dan dat ik hoor, dat mijn kinderen in de waarheid wandelen. |
Kijk eens hoe ontzettend veel de Vader van ons houdt: Hij noemt ons 'kinderen van God.' De mensen die niet geloven, begrijpen ons niet. Dat komt omdat ze Hem niet kennen. | Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het (ook). Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. |
Ik vertrouw op U, mijn God, en ik prijs uw woord. Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn. Wat zou een mens mij kunnen doen? | Op God, wiens woord ik prijs. Op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou vlees mij aandoen? |
Als je wijs wil worden, begin dan met ontzag te hebben voor de Heer. Als je de heilige God kent, word je verstandig. | De vreze des Heren is het begin der wijsheid en het kennen van de Hoogheilige is verstand. |
God van mijn voorouders, ik prijs U omdat U mij wijsheid en kennis heeft gegeven. U heeft mij gegeven waar wij U om gebeden hadden. Want U heeft ons alles verteld over de droom van de koning. | U, o God mijner vaderen, loof en roem ik, omdat Gij mij wijsheid en kracht verleend hebt, en mij thans hebt bekendgemaakt wat wij van U gesmeekt hebben, daar Gij ons immers de zaak des konings hebt bekendgemaakt. |
En dan bid ik dat de God van Jezus Christus, de Vader van wie alle macht en majesteit is, aan jullie de Geest van wijsheid en begrip zal geven. Want dan zullen jullie Hem pas echt goed kunnen leren kennen. | Opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen. |
Ik vraag maar één ding van de Heer. Dit is wat ik het liefste wil: ik wil alle dagen van mijn leven dicht bij de Heer zijn, om ervan te genieten hoe prachtig en hoe vriendelijk Hij is en om Hem te leren kennen. | Eén ding heb ik van de Here gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis des Heren al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel. |
Zorg ervoor dat jullie geestelijk groeien, en dat jullie onze Heer en Redder, Jezus Christus, steeds beter leren kennen. Dan kan de Heer altijd goed voor jullie zijn. Van Hem is alle macht en eer, nu en voor eeuwig. | Maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid. |
Je houdt pas echt van Mij als je niet alleen wéét wat Ik zeg, maar ook dóet wat Ik zeg. En de Vader zal van elk mens houden die van Mij houdt. En Ik zal van hem houden en ervoor zorgen dat hij Mij echt leert kennen. | Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. |
Maar we weten óók dat de Zoon van God is gekomen. Hij heeft ons laten zien hoe we de ware God kunnen leren kennen. En door zijn Zoon Jezus Christus zijn we één met de ware God. Jezus is de ware God en het eeuwige leven. | Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de waarachtige God en het eeuwige leven. |
Gerelateerde onderwerpen
Begrijpen
Als je Mij om...
Liefde
De liefde is geduldig...
God
Je Heer God woont...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Wijsheid
Want de Heer geeft...
Vader
Net zoals een vader...
Bijbeltekst van de dag
Hij nam hen mee naar buiten tot bij Betanië. Hij hief zijn handen op en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende, ging Hij bij hen vandaan, naar de hemel.Willekeurige Bijbeltekst
Hij zal ervoor zorgen dat je niets overkomt.Je Beschermer slaapt nooit.Volgende tekst!Met afbeelding