Ik ben het hemelse brood dat leven geeft. Iedereen die van dat brood eet, zal eeuwig leven! Het brood dat ik zal uitdelen, is mijn eigen lichaam. Ik zal sterven om de mensen het leven te geven. | Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat Ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam. |
Heer, laat mij zien hoe ik moet leven, wijs mij de goede weg. | Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan. |
Doe je uiterste best om met iedereen in vrede te leven. | Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. |
Ik houd van jullie, en daarom straf ik jullie. Zo wil ik jullie leren goed te leven. Dus ga je best doen en verander je leven! | Iedereen die Ik liefheb wijs Ik terecht en bestraf Ik. Zet u dus volledig in en kom tot inkeer. |
Vrienden, wees toch volwassen in je geloof in Christus! Dan hoef ik niet weer bij de eerste lessen te beginnen. Jullie weten al dat je in God moet geloven. En dat je je leven helemaal moet veranderen. En jullie weten ook hoe iemand bij de kerk kan gaan horen: Hij moet gedoopt worden. En als jullie daarbij je handen op zijn hoofd leggen, krijgt hij de heilige Geest. Ook weten jullie wat er aan het einde van de tijd gaat gebeuren: de doden zullen weer levend worden, en God zal rechtspreken over de wereld. | Laten we ons daarom richten op wat voor volwassenen bedoeld is en de eerste beginselen van de leer over Christus laten rusten. We gaan niet nog eens het fundament leggen en spreken over het zich afkeren van daden die tot de dood leiden, over het geloof in God, de leer over het dopen en de handoplegging, en over de opstanding van de doden en het laatste oordeel. |
Ik ben gekomen om mensen het eeuwige leven te geven. Want ik ben de deur naar het eeuwige leven. Wie in mij gelooft, wordt gered. | Ik ben de deur: wanneer iemand door Mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. |
Wij leven in liefde omdat God ons eerst heeft liefgehad. | Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad. |
Ik wil voor u zingen, want uw liefde is meer waard dan mijn leven. Mijn leven lang wil ik u prijzen, met mijn handen omhoog tot u bidden. | Uw liefde is meer dan het leven, mijn lippen zingen uw lof. U wil ik prijzen, mijn leven lang, roepend uw naam, de handen geheven. |
Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent. Of omdat je het goede nieuws vertelt. Dan zul je je leven juist voor altijd redden. | Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het evangelie, zal het behouden. |
Iedereen die verbonden blijft met de Zoon, krijgt het eeuwige leven. Maar wie niet verbonden blijft met de Zoon, krijgt het eeuwige leven niet. | Wie de Zoon heeft, heeft het leven. Wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. |
Net zoals honing goed is voor je lichaam, zo is wijsheid goed voor je leven. Want wijsheid geeft je een toekomst, door wijsheid zul je lang leven. | Zie wijsheid als de honing voor je leven. Als je wijsheid vindt, heb je een toekomst, je hoop gaat niet verloren. |
Vertrouw op hem als het leven zwaar is, want hij zal voor je zorgen. | Leg de last van uw zorgen op Hem, want u ligt Hem na aan het hart. |
Jezus Christus heeft ons geleerd wat liefde is. Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Daarom moeten ook wij ons leven geven voor andere gelovigen. | Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. |
Hij zorgt voor mensen die goed leven, hij beschermt hen tegen gevaar. | Hij waakt over de paden van het recht en beschut de weg van wie Hem trouw zijn. |
Als ik blijf denken aan uw woorden, zal mijn leven niet moeilijk zijn. | Laat mij voortgaan op een ruime weg, want steeds zoek ik uw regels. |
Stel dat we zeggen dat we met God verbonden zijn, maar intussen blijven we leven in de duisternis. Dan liegen we, en leven we niet volgens Gods waarheid. | Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid. |
Ik wil graag leven zoals u dat wilt. Dat heb ik liever dan grote rijkdom. | Leven naar uw richtlijnen geeft mij vreugde, meer vreugde dan rijkdom en overvloed. |
Als je mij zoekt en mij vindt, zul je leven. En de Heer zal van je houden. | Want wie mij vindt, vindt het leven, en ontvangt de gunst van de HEER. |
Mensen maken plannen voor hun leven, maar de Heer bepaalt wat er gebeurt. | Een mens stippelt zijn weg uit, de HEER bepaalt de richting die hij gaat. |
Uw woorden brengen licht in het donker. Zo weten mensen hoe ze moeten leven. | Als uw woorden opengaan, is er licht en inzicht voor de eenvoudigen. |
Laten we nadenken over ons leven, en laten we de Heer weer gaan dienen. | Laten we ons leven onderzoeken en doorvorsen, laten we terugkeren naar de HEER. |
Heer, mijn God, u brengt licht in mijn leven. U helpt me als ik het moeilijk heb. | U bent het die mijn lamp doet schijnen, U, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis. |
Hij gaf zijn leven om ons te redden. Daardoor heeft hij ons bevrijd van alle schuld. Zo maakte hij van ons zijn heilige volk, een volk dat zijn best doet om goed te leven. | Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen, ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat zich volledig inzet om het goede te doen. |
Hoe kan iemand vanaf zijn jeugd goed leven? Door te doen wat u gezegd hebt, Heer. | Hoe kan wie jong is zuiver leven? Door zich te houden aan uw woord. |
Dit is het moment om je leven te veranderen. Want Gods nieuwe wereld is dichtbij. | Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij! |