Laat mij elke ochtend uw liefde zien. Zeg me wat ik moet doen, want op u vertrouw ik, naar u verlang ik. | Laat mij in de morgen uw liefde horen, in U stel ik mijn vertrouwen, wijs mij de weg die ik gaan moet, mijn ziel verlangt naar U. |
Maar het allerbelangrijkste is: houd van elkaar. Want liefde maakt van jullie een volmaakte eenheid. | En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. |
Ik houd van jullie, net zoals de Vader van mij houdt. Doe wat ik van je vraag. Want dan blijft mijn liefde je leiden. Ook ik heb altijd gedaan wat de Vader van mij gevraagd heeft. En zijn liefde heeft mij altijd geleid. | Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals Ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. |
Heer, ik vertrouw op uw liefde. Ik zal juichen omdat u mij redt. Ik zal voor u zingen, want u bent goed voor mij. | Ik vertrouw op uw liefde: mijn hart zal juichen omdat U redding brengt, ik zal zingen voor de HEER, Hij heeft naar mij omgezien. |
God heeft ons zijn Geest gegeven. Niet om bange mensen van ons te maken, maar moedige mensen, vol liefde en geduld. | God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. |
Jullie liefde voor elkaar moet echt zijn. Blijf ver weg van alles wat slecht is, en houd vast aan alles wat goed is. | Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan. |
Het allerbelangrijkste is nu dat jullie veel van elkaar houden. Want door liefde kun je elkaar veel fouten vergeven. | Heb elkaar vóór alles innig lief, want liefde bedekt tal van zonden. |
Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we van elkaar houden, blijft God in ons. Dan is zijn liefde in ons volmaakt geworden. | Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons tot volmaaktheid gekomen. |
Eens zal de Heer mij weer zijn liefde geven! Dan zal ik dag en nacht voor hem zingen, ik zal bidden tot de God die mij leven geeft. | Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. |
Lieve vrienden, wij moeten elkaar liefhebben. Want de liefde komt van God. Iedereen die liefheeft, is een kind van God en kent God. | Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. |
Slechte mensen lenen dingen van anderen, maar ze geven nooit iets terug. Goede mensen geven graag dingen weg, zij weten wat liefde is. | De zondaar vraagt te leen en brengt niet terug, de rechtvaardige geeft, uit mededogen. |
Ik heb hun bekendgemaakt wie u bent, en dat blijf ik doen. Uw liefde voor mij zal nu ook bij hen zijn. En ik zal altijd in hen zijn. | Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en dat zal Ik blijven doen, zodat de liefde waarmee U Mij liefhad in hen zal zijn en Ik in hen. |
Ik wil voor u zingen, want uw liefde is meer waard dan mijn leven. Mijn leven lang wil ik u prijzen, met mijn handen omhoog tot u bidden. | Uw liefde is meer dan het leven, mijn lippen zingen uw lof. U wil ik prijzen, mijn leven lang, roepend uw naam, de handen geheven. |
Hij doet onze schuld ver weg, zo ver als het westen is van het oosten. Want zijn liefde voor ons is groot, zo groot als de hele wereld. | Zo ver als het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze zonden van ons verwijderd. |
God heeft zijn liefde aan ons laten zien door zijn enige Zoon naar de wereld te sturen. Dankzij zijn Zoon krijgen wij het eeuwige leven. | En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door Hem zouden leven. |
De Heer is goed voor zijn volk, we leven nog! Zijn liefde blijft altijd bestaan. Zijn trouw is groot. Hij zorgt voor ons, elke dag weer. | De HEER bewijst zijn liefde: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen einde. Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw! |
De woede van de Heer duurt kort, maar zijn liefde duurt een leven lang! Ook al val je ’s avonds huilend in slaap, ’s ochtends sta je juichend weer op. | Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang. Met tranen slapen we ’s avonds in, ’s morgens staan we juichend op. |
Jezus Christus heeft ons geleerd wat liefde is. Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Daarom moeten ook wij ons leven geven voor andere gelovigen. | Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. |
Jullie mogen de wereld en alles wat daar normaal is, niet liefhebben. Want als iemand de wereld liefheeft, dan is de liefde van de Vader niet in hem. | Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. |
Want Gods liefde voor de mensen was zo groot, dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft. Iedereen die in hem gelooft, zal niet sterven, maar voor altijd leven. | Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. |
Ik bid dat de Heer jullie liefde nog sterker zal maken. Zodat jullie nog veel meer van elkaar en van anderen gaan houden, net zo veel als ik van jullie houd! | Moge de Heer uw liefde voor elkaar en ieder ander groter maken, zodat uw liefde even overvloedig wordt als onze liefde voor u. |
Stel dat een rijke gelovige ziet dat een andere gelovige arm is. Maar hij heeft geen medelijden met die ander, en helpt hem niet. Dan blijft Gods liefde niet in hem. | Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die genoeg heeft om van te bestaan maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden? |
Als je geen liefde hebt voor anderen, zijn je woorden zinloos. Zelfs al laat de heilige Geest je alle talen van de wereld spreken, en ook nog de taal van de engelen. | Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal. |
Ik wens jullie allemaal toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is, dat God jullie zijn liefde geeft, en dat de heilige Geest een eenheid van jullie maakt. | De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen. |
En leef met elkaar in liefde. Zo leefde Christus ook. Hij hield van ons, en hij is voor ons gestorven. Hij gaf zijn leven als offer, en dat was een geschenk dat God graag aannam. | En ga de weg van de liefde, zoals Christus deed, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God. |