In die tijd zullen jullie weer tot mij bidden, en zal ik naar jullie luisteren. | Dan zult gij Mij aanroepen en heengaan en tot Mij bidden, en Ik zal naar u horen. |
Dwaze kinderen luisteren niet naar de lessen van hun ouders. Kinderen die wel luisteren, zijn verstandig. | De dwaas versmaadt de tucht van zijn vader, maar wie de terechtwijzing ter harte neemt, is verstandig. |
Maar Jezus zei: ‘Het echte geluk is voor mensen die luisteren naar God, en doen wat hij wil.’ | Maar Hij zeide: Zeker, zalig, die het woord Gods horen en het bewaren. |
Als je je niet houdt aan de wet, luistert de Heer niet naar je gebed. | Wie zijn oor afwendt van het horen der wet, diens gebed zelfs is een gruwel. |
Mensen die eigenwijs zijn, maken altijd ruzie. Mensen die naar goede raad luisteren, zijn wijs. | Door overmoed ontstaat slechts twist, maar bij hen die zich laten raden, is wijsheid. |
Vrienden, bedenk dit goed: Je moet altijd bereid zijn om naar een ander te luisteren. Maar denk eerst goed na voordat je iets terugzegt. En word vooral niet meteen kwaad. | Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn. |
Mensen luisteren graag naar roddels, net zoals ze graag zoete dingen eten. | De woorden van de lasteraar zijn als lekkernijen; zij glijden immers af naar de schuilhoeken van het hart. |
Als de mensen van mijn volk dan laten zien dat ze spijt hebben, dan zal ik vanuit de hemel naar hen luisteren. Ik zal naar hen luisteren als ze tot mij bidden en mij zoeken. Als ze weer gaan leven zoals ik het wil. Dan zal ik hun zonden vergeven en hun land weer vruchtbaar maken. | En mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen. |
Als jullie niet naar mij luisteren en geen eerbied voor mij hebben, dan zal ik jullie straffen. Ik zal jullie straffen en ongelukkig maken. En ik zal ook jullie kinderen straffen. Ja, ik zal jullie zeker straffen, want jullie willen toch niet luisteren! Ik zal het afval van jullie offers in je gezicht gooien, en jullie wegjagen uit mijn tempel. | Indien gij niet hoort, en indien gij het niet ter harte neemt mijn naam eer te geven, zegt de Here der heerscharen, dan zal Ik onder u een vloek zenden en uw zegeningen in vloek verkeren; ja, Ik heb ze reeds in vloek verkeerd, omdat gij het niet ter harte genomen hebt. |
Als hij dan nog niet luistert, vertel het dan aan de hele groep gelovigen. Als hij ook niet naar de groep luistert, dan hoort hij er niet meer bij. Dan moet je hem behandelen als een ongelovige of een tollenaar. | Indien hij naar hen niet luistert, zeg het dan aan de gemeente. Indien hij naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u als de heiden en de tollenaar. |
Jullie moeten dus met mij verbonden blijven, en naar mijn woorden luisteren. Dan zal alles wat je vraagt, gebeuren. | Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden. |
Je moet niet alleen luisteren naar Gods woorden, maar ook doen wat God van je vraagt. Anders ben je verkeerd bezig. | En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden. |
Weduwen mag je niet slecht behandelen, en ook kinderen zonder vader niet. Als je dat toch doet en als ze mij dan om hulp vragen, zal ik naar hen luisteren. Dan zal ik kwaad worden en jullie doden. Dan hebben jullie eigen vrouwen geen man meer. En dan hebben jullie eigen kinderen geen vader meer. | Geen enkele weduwe of wees zult gij verdrukken. Indien gij dezen toch verdrukt, voorzeker zal Ik, indien zij luide tot Mij roepen, hun geroep horen, en mijn toorn zal ontbranden en Ik zal u met het zwaard doden, zodat uw vrouwen weduwen worden en uw kinderen wezen. |
Over die dingen vertellen wij, met hulp van de heilige Geest, die in ons is. Want God geeft de heilige Geest aan de mensen die naar hem luisteren. | En wij zijn getuigen van deze dingen en ook de heilige Geest, die God hun gegeven heeft, die Hem gehoorzaam zijn. |
Mensen die wijs willen zijn, moeten luisteren naar de Heer. Mensen die zich houden aan zijn wetten, zijn verstandig. Altijd zullen mensen de Heer danken. | De vreze des Heren is het begin der wijsheid, een goed inzicht hebben allen die ze betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand. |
Mannen, voor jullie geldt dit: Ga verstandig om met je vrouw, want ze is minder sterk dan jij. Behandel haar met respect, want ook zij krijgt het eeuwige leven. Alleen als je respect hebt voor je vrouw, zal God naar je gebeden luisteren. | Desgelijks gij, mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook medeërfgenamen zijn van de genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden. |
Je kunt pas geloven als je het goede nieuws over Christus gehoord hebt. Maar niet iedereen die het gehoord heeft, wil het geloven. In het boek Jesaja staat: «Heer, wij hebben het nieuws bekendgemaakt, maar veel mensen wilden het niet geloven.» | Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus. |
Jullie zijn God ontrouw geworden. Omdat jullie luisteren naar je slechte verlangens, zijn jullie vrienden van deze wereld geworden. Maar een vriend van deze wereld is een vijand van God! | Overspeligen, weet gij niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dus een vriend der wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God. |
Nu moeten jullie goed naar mij luisteren. En jullie moeten je houden aan de afspraken met mij. Dan zullen jullie een kostbaar bezit voor mij zijn. De hele aarde is van mij, en alle volken zijn van mij. | Nu dan, indien gij aandachtig naar Mij luistert en mijn verbond bewaart, dan zult gij uit alle volken Mij ten eigendom zijn, want de ganse aarde behoort Mij. |
Maar de liefde van de Heer verdwijnt nooit. Hij houdt van mensen die hem trouw zijn. De Heer is goed voor hen, en voor hun kinderen en kleinkinderen. Als ze maar doen wat hij wil, als ze maar luisteren naar zijn woorden. | Maar de goedertierenheid des Heren is van eeuwigheid tot eeuwigheid over wie Hem vrezen, en zijn gerechtigheid over kindskinderen, over hen die zijn verbond onderhouden, en aan zijn bevelen denken om die te doen. |
Als je wijs bent, houd je je aan de wetten van de Heer. Als je domme dingen zegt, loopt het slecht met je af. | Wie wijs van hart is, neemt geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. |
Jullie moeten alleen voor de Heer eerbied hebben, jullie moeten alleen hem dienen. | De Here, uw God, zult gij volgen, Hem vrezen, zijn geboden houden en naar zijn stem luisteren: Hem zult gij dienen en aanhangen. |
Je moet je altijd laten leiden door Gods wet. Want die wet is volmaakt, en geeft je vrijheid. Je moet niet alleen maar naar Gods wet luisteren, en Gods woorden meteen weer vergeten. Nee, je moet ook doen wat God van je vraagt. Dan zul je gelukkig zijn! | Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen. |
Maak Gods boodschap bekend. Het maakt niet uit of mensen er graag naar willen luisteren of niet. Je moet mensen die iets slechts gedaan hebben, streng toespreken en straffen. Maar je moet mensen ook nieuwe moed geven met je uitleg. Doe dat met veel geduld. | Verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting. |
Dit zegt de Heer: ‘Ik zal het volk van Juda sterk maken en de Israëlieten redden. Ik zal voor hen zorgen en hen naar hun land terugbrengen. Ik had hen weggejaagd, maar het zal weer worden zoals vroeger. Ik ben de Heer, hun God, en ik zal naar hun gebeden luisteren.’ | Zo zal Ik het huis van Juda sterken en het huis van Jozef verlossen; ja, Ik zal hen terugbrengen, omdat Ik Mij over hen ontferm, en zij zullen worden, alsof Ik hen niet verworpen had. Want Ik ben de Here, hun God, en Ik zal hen verhoren. |