Wanneer de Here, uw God, u zegent, zoals Hij u beloofd heeft, dan zult gij aan vele volken lenen, maar zelf zult gij niet ter leen ontvangen; gij zult over vele volken heersen, maar over u zullen zij niet heersen. | Dan zal de Heer God goed voor jullie zijn. Daardoor zullen jullie aan veel volken uitlenen, maar zelf zullen jullie niets hoeven te lenen. Jullie zullen over veel volken heersen, maar geen enkel volk zal over jullie heersen. |
Kinderkens, laten wij liefhebben niet met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid. | Kinderen, we moeten niet alleen zéggen dat we van elkaar houden, maar we moeten dat óók laten zien met wat we doen. |
Let op uzelf, dat gij niet verliest wat wij verricht hebben, maar uw loon ten volle ontvangt. | Pas op dat we niet verliezen waar we samen zo hard voor hebben gewerkt, maar zorg ervoor dat we onze hele beloning zullen krijgen. |
Gij gelooft, dat God één is? Daaraan doet gij wèl, (maar) dat geloven de boze geesten ook en zij sidderen. | Jullie geloven dat God Eén is? Dat is goed, maar dat geloven de duivelse geesten ook, en ze beven van angst voor Hem. |
Schatten, door goddeloosheid verkregen, doen geen nut, maar gerechtigheid redt van de dood. | Slechtheid levert schatten op waar je niets aan hebt. Maar als je goed bent, redt dat je leven. |
Een zacht antwoord keert de grimmigheid af, maar een krenkend woord wekt de toorn op. | Met een vriendelijk antwoord kalmeer je iemand die woedend is. Maar met beledigende woorden maak je hem juist kwaad. |
Vele zijn de overleggingen in het hart des mensen, maar de raad des Heren, die zal bestaan. | Mensen maken allerlei plannen. Maar wat de Heer van plan is, gebeurt. |
Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen. | Maar Ik zeg tegen jullie: houd van je vijanden en bid voor de mensen door wie jullie slecht behandeld worden. |
Leugenlippen zijn de Here een gruwel, maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig. | De Heer haat het als mensen liegen. Maar Hij is blij met mensen die te vertrouwen zijn. |
Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. | Het kwaad mag niet meer over jullie heersen. Want nu heerst niet meer de wet van Mozes over jullie, maar de liefdevolle goedheid van God. |
Een dwaas maakt zijn ergernis aanstonds bekend, maar een schrandere bedekt de smaad. | Een dwaas laat het onmiddellijk merken als hij kwaad is. Maar een verstandig mens verbergt het. |
Eens mensen hoogmoed vernedert hem, maar een nederige van geest zal eer ontvangen. | Trotse mensen worden uiteindelijk vernederd. Maar bescheiden mensen zullen worden geprezen. |
Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus. | Zo waren jullie vroeger ver weg van God. Maar nu zijn jullie in Jezus Christus dicht bij God gekomen, door het bloed van Christus. |
Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts. | Vroeger was jullie hart één en al duisternis. Maar nu zijn jullie vol van het licht van de Heer. Leef dan ook als mensen die bij het licht horen. |
Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid. | God heeft ons geen geest van angst gegeven, maar een geest van kracht, liefde en zelfbeheersing. |
Vóór de val is het hart van de mens hoogmoedig, maar ootmoed gaat vooraf aan de eer. | Als je je te veel verbeeldt, loopt het slecht met je af. Maar als je bescheiden bent, zul je worden geprezen. |
Rijkdom baat niet ten dage des toorns, maar gerechtigheid redt van de dood. | Rijkdom helpt je niets als God je gaat straffen. Maar als je leeft zoals Hij het wil, redt dat je van de dood. |
De dwaas laat zijn ganse toorn de vrije loop, maar de wijze houdt die in en doet hem bedaren. | Dwaze mensen zeggen alles wat ze denken. Maar wijze mensen houden hun gedachten voor zich. |
Velen zullen zich laten reinigen en zuiveren en louteren, maar de goddelozen zullen goddeloos handelen; en geen der goddelozen zal het verstaan, maar de verstandigen zullen het verstaan. | Veel mensen zullen zich laten schoonwassen en bij God willen horen. Maar de mensen die zich niets van God aantrekken, zullen gewoon slechte dingen blijven doen. Zij zullen hier niets van begrijpen. Maar de wijze en verstandige mensen zullen deze dingen begrijpen. |
De goddeloze vraagt te leen en geeft niet terug, maar de rechtvaardige ontfermt zich en schenkt. | Slechte mensen vragen wel te leen, maar geven nooit iets terug. Maar goede mensen geven weg uit medelijden en vragen niets terug. |
Maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn. | Maar mensen die leven zoals God het wil, gaan wel naar het licht toe. Want dan kan iedereen zien dat ze alles wat ze hebben gedaan, met God hebben gedaan. |
De verwachting der rechtvaardigen is vreugde, maar de hoop der goddelozen gaat teniet. | Goede mensen kunnen blijdschap verwachten. Maar waar slechte mensen naar verlangen, gebeurt nooit. |
Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt? | Want er is maar één Wetgever en Rechter. Dat is Hij die de macht heeft om te redden of te veroordelen. Wat verbeelden jullie je wel, dat jullie denken over andere mensen te mogen oordelen? |
Het is een eer voor een man zich verre te houden van twist, maar elke dwaas barst los. | Het eert een mens als hij ruzies vermijdt. Maar een dwaas doet met elke ruzie mee. |
Een vrolijk hart bevordert de genezing, maar een verslagen geest doet het gebeente verdorren. | Een vrolijk mens geneest sneller. Maar een treurig mens verdroogt van binnen. |
Gerelateerde onderwerpen
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en liefde...
Geld
Laat uw wijze van...
Spreken
Dood en leven zijn...
Zelfbeheersing
Een stad met omvergehaalde...
Boosheid
Geraakt gij in toorn...
Eerlijkheid
Kinderkens, laten wij liefhebben...