Wees bij mij en bescherm mij. Laat mij uw liefde zien en red mij. | Doe Uw aangezicht over Uw dienaar lichten, verlos mij door Uw goedertierenheid. |
Je kunt alleen bij mij horen als je met mij meegaat en samen met mij lijdt. | En wie zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mij niet waard. |
Heer, laat mij zien hoe ik moet leven, wijs mij de goede weg. | HEERE, maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden. |
Jullie zullen mij zoeken. En als je mij zoekt met heel je hart, zul je mij vinden. | U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart. |
Heer, bij u zoek ik bescherming. Laat mij niet alleen! Wees goed voor mij en red mij. | Tot U, HEERE, heb ik de toevlucht genomen, laat mij niet beschaamd worden, voor eeuwig; bevrijd mij door Uw gerechtigheid. |
Ik leef dankzij de Vader, de levende God, die mij gestuurd heeft. En iedereen die bij mij hoort, leeft dankzij mij. | Zoals de levende Vader Mij gezonden heeft, en Ik leef door de Vader, zo zal ook wie Mij eet, leven door Mij. |
God, u zult mij helpen. Heer, u geeft mij kracht. | Zie, God is mijn Helper, de Heere is onder hen die mijn ziel ondersteunen. |
Als je mij wilt dienen, volg mij dan. Mijn dienaren zullen zijn waar ik ben. Als je mij dient, zul je eer krijgen van de Vader. | Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. En als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren. |
Bescherm mij, God, bij u ben ik veilig. | Bewaar mij, o God, want ik heb tot U de toevlucht genomen. |
Luister heel goed naar mijn woorden: Jullie worden door mij gestuurd. Dus als iemand jullie hartelijk ontvangt, dan ontvangt hij mij. En hij ontvangt niet alleen mij, maar ook God, die mij gestuurd heeft. | Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als iemand hem ontvangt die Ik zal zenden, ontvangt hij Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem Die Mij gezonden heeft. |
Ik riep de Heer, en hij gaf mij antwoord. Ik was doodsbang, en hij heeft mij bevrijd. | Ik heb de HEERE gezocht en Hij heeft mij geantwoord, en mij gered uit al wat ik vrees. |
Maar u beschermt mij, Heer. U geeft mij kracht, u laat me overwinnen. | U echter, HEERE, bent een schild voor mij, mijn eer; U heft mijn hoofd omhoog. |
U bent mijn God, leer mij om te doen wat u wilt. Wees bij mij en leid mij, help me om te doen wat goed is. | Leer mij Uw welbehagen te doen, want U bent mijn God. Laat Uw goede Geest mij leiden in een geëffend land. |
Heer, leer mij hoe ik moet leven. Help mij om trouw te zijn aan u, geef mij eerbied voor u. | Leer mij, HEERE, Uw weg, ik zal in Uw waarheid wandelen, maak mijn hart één om Uw Naam te vrezen. |
Heer, maak mij beter, zodat ik weer gezond ben. Red mij, zodat ik veilig ben. Dan kan ik u danken. | Genees mij, HEERE, en ik zal genezen worden, verlos mij, en ik zal verlost worden, want U bent mijn lofzang. |
Ik ben niet bang, ook al is er gevaar, ook al is het donker om mij heen. Want u bent bij mij, Heer. U beschermt me, u geeft mij moed. | Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. |
Vader, u hebt de gelovigen aan mij gegeven. Ik wil dat ze dicht bij mij zijn, ook als ik naar u toe ga. Dan zullen ze mij zien op mijn plaats naast u in de hemel. U hebt mij die plaats gegeven, want u hield al van mij voordat u de aarde maakte. | Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld. |
Heer, u zult bij mij zijn met uw liefde, uw liefde en uw trouw zullen mij altijd beschermen. | HEERE, Ú zult mij Uw barmhartigheid niet onthouden; laat Uw goedertierenheid en Uw trouw mij voortdurend beschermen. |
Heer, u hebt mij beschermd en gered. U steunde mij met uw sterke handen. U was bij me, en dat gaf me kracht. U maakte voor mij de weg vrij, zo kon ik verdergaan. | Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven, Uw rechterhand heeft mij ondersteund, Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven, mijn enkels hebben niet gewankeld. |
Nu moeten jullie goed naar mij luisteren. En jullie moeten je houden aan de afspraken met mij. Dan zullen jullie een kostbaar bezit voor mij zijn. De hele aarde is van mij, en alle volken zijn van mij. | Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij. |
Als je mij zoekt en mij vindt, zul je leven. En de Heer zal van je houden. | Want wie Mij vindt, vindt het leven en verkrijgt de goedgunstigheid van de HEERE. |
U bent sterk en machtig, u beschermt mensen tegen gevaar. Ga met mij mee en leid mij. | Want U bent mijn rots en mijn burcht! Wijs mij dan de weg en leid mij zachtjes, omwille van Uw Naam. |
In die tijd zullen jullie weer tot mij bidden, en zal ik naar jullie luisteren. | Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. |
De Heer zorgt voor mij, zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Hij geeft me alles wat ik nodig heb. Hij leidt mij, zoals een herder zijn schapen leidt naar groen gras en fris water. | De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. |
Nooit zal ik de regels vergeten die u mij gegeven hebt. Want die houden mij in leven. | Ik zal Uw bevelen voor eeuwig niet vergeten, want daardoor hebt U mij levend gemaakt. |