Wat zijn Gods wijsheid en kennis toch onbegrijpelijk groot! Wat is het moeilijk om zijn plannen te begrijpen en zijn daden uit te leggen! | O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! |
Blijf wakker en bid dat je niet verleid wordt om het verkeerde te doen. Je wíl wel graag het goede doen, maar dat is wel heel erg moeilijk. | Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. |
Zuiver en eerlijk geloof houdt voor God de Vader in: zorgen voor de weeskinderen en de weduwen die het moeilijk hebben, en niet langer meedoen met de slechte dingen die de ongelovige mensen doen. | Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren. |
Maar dat is niet het enige. We zijn ook blij als we het moeilijk hebben. Want door moeilijkheden leren we om vol te houden. En doordat we leren volhouden, wordt onze geest sterk. En doordat onze geest sterk wordt, leren we om steeds meer op God te vertrouwen. | En niet alleen (hierin), maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop. |
Doe wat Ik je zeg. Leer van Mij. Want Ik ben vriendelijk en geduldig en bescheiden. Daarom zul je bij Mij innerlijke rust vinden. Want wat Ik je te doen zal geven, is niet te moeilijk of te zwaar voor je. | Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht. |
Ik zal in vrijheid kunnen leven als ik U gehoorzaam ben. | Dan zal ik wandelen op ruime baan, want ik zoek uw bevelen. |
Iemand die leeft zoals Hij het wil, maakt heel veel moeilijkheden mee. Maar de Heer redt hem elke keer. | Talrijk zijn de rampen van de rechtvaardige, maar uit die alle redt hem de Here. |
U bent voor mij als een lamp, Heer, want U brengt licht in mijn duisternis. | Gij toch doet mijn lamp schijnen, de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren. |
Toen ik in moeilijkheden was, heb ik de Heer om hulp geroepen. En de Heer heeft mij geantwoord en me gered. | Uit de benauwdheid heb ik tot de Here geroepen, de Here heeft mij geantwoord en mij in de ruimte gesteld. |
Ik was er ellendig aan toe. Toen riep ik de Heer om hulp. De Heer hoorde het en redde mij uit al mijn moeilijkheden. | Deze ellendige hier riep en de Here hoorde, Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. |
Spreek, en oordeel rechtvaardig. Zorg dat de arme mensen een eerlijke rechtspraak krijgen. | Open uw mond, oordeel rechtvaardig, verschaf de verdrukte en nooddruftige recht. |
Dat zeg ik niet omdat ik ergens tekort aan zou hebben. Want ik heb geleerd om altijd genoeg te hebben, wát er ook gebeurde. | Niet dat ik dit zeg, als zou ik gebrek lijden; want ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen. |
Maak je dus geen zorgen over de volgende dag. Want de volgende dag zal weer zijn eigen zorgen met zich meebrengen. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen problemen. | Maakt u dan niet bezorgd tegen de dag van morgen, want de dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. |
Maar als je in de verleiding komt om iets verkeerds te doen, bedenk dan dit. Geen één verleiding is zó groot, dat je er niet tegenop zou kunnen. Want God laat je nooit in de steek. Hij zal niet toestaan dat je het zó moeilijk krijgt, dat je het niet meer aankan. Want Hij zal, als er verleidingen komen, ook voor de oplossing zorgen. Daardoor zul je sterk genoeg zijn om de juiste beslissingen te nemen. | Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt. |
Trotse mensen worden uiteindelijk vernederd. Maar bescheiden mensen zullen worden geprezen. | Eens mensen hoogmoed vernedert hem, maar een nederige van geest zal eer ontvangen. |
Als je je te veel verbeeldt, loopt het slecht met je af. Maar als je bescheiden bent, zul je worden geprezen. | Vóór de val is het hart van de mens hoogmoedig, maar ootmoed gaat vooraf aan de eer. |
Kom naar Mij als je moe bent. Kom naar Mij als je gebogen gaat onder het gewicht van je problemen! Ik zal je rust geven. | Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. |
We prijzen de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Hij is altijd in alles goed en vriendelijk voor ons. Hij bemoedigt ons in al onze moeilijkheden. Daardoor kunnen wij ook weer andere mensen bemoedigen die in moeilijkheden zijn. We bemoedigen hen met dezelfde bemoediging waarmee wij zelf ook door God zijn bemoedigd. | Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wijzelf door God vertroost worden. |
Laten we dus niet langer kritiek op elkaar hebben. Bedenk liever dat het beter is om ervoor te zorgen dat je het geloof van je broeder of zuster niet beschadigt door jouw gedrag. | Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven. |
We hebben een Hogepriester die ons kan begrijpen als we zwak zijn. Want we hebben een Hogepriester die op dezelfde manier als wij met het kwaad te maken heeft gekregen. Maar Híj werd nooit ongehoorzaam aan God. | Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar een, die in alle dingen op gelijke wijze (als wij) is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. |
Laat je vriend en de vriend van je vader niet in de steek. Maar ga niet naar je broer als je in moeilijkheden zit. Je hebt meer aan een vriend dichtbij, dan aan een broer ver weg. | Laat uw vriend en de vriend van uw vader niet in de steek, maar betreed het huis van uw broeder niet ten dage van uw ongeluk. Beter een buur dichtbij dan een broeder veraf. |
Het is heerlijk voor je als de mensen je uitschelden, belachelijk maken, vervolgen en allerlei leugens over je vertellen omdat je in Mij gelooft. | Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil. |
Als je in de verleiding komt om verkeerde keuzes te maken, is het heerlijk voor je als je toch voor het goede kiest en aan je geloof vasthoudt. Want dan zal de Heer je het eeuwige leven geven. Dat is de beloning die Hij heeft beloofd aan de mensen die van Hem houden. | Zalig is de man, die in verzoeking volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben. |
Ik heb jullie dit allemaal gezegd, zodat mijn vrede in jullie zou kunnen zijn. Jullie zullen in de wereld veel moeilijkheden hebben. Maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen. | Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. |
En omdat we maar zwakke mensen zijn, helpt Gods Geest ons. Want we weten zelf niet goed wat en hoe we moeten bidden. Maar de Geest bidt Zelf voor ons met zuchten die niet in woorden zijn uit te spreken. | En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. |