Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders. | We prijzen en vervloeken met dezelfde mond! Dat is niet goed, broeders en zusters! |
Doe weg van jou valsheid van mond en houd bedrog van lippen ver van je verwijderd. | Zorg dat je mond geen verkeerde dingen zegt en dat er geen leugen over je lippen komt. |
Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof en met Uw luister, de hele dag. | Ik dank U aldoor. Ik prijs U de hele dag. |
Ik riep tot Hem met mijn mond, en Hij werd geroemd door mijn tong. | Ik had de Heer nog maar nét om hulp geroepen, of ik kon Hem al danken. |
Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. | Door dit met je hart te geloven, word je vrijgesproken van schuld. En door het met je mond hardop te zeggen, word je gered. |
Ik zal de HEERE te allen tijde loven, Zijn lof zal voortdurend in mijn mond zijn. | Ik wil de Heer altijd prijzen. Altijd zal ik Hem loven. |
Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. | Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered. |
De lippen van een dwaas komen terecht in onenigheid, zijn mond roept om slagen. | De woorden van dwaze mensen veroorzaken ruzies. Hun mond vráágt gewoon om een klap. |
Door het Woord van de HEERE is de hemel gemaakt, door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht. | De hemel is gemaakt door het woord van de Heer. De zon, de maan en de sterren ontstonden door één woord van Hem. |
Wie zijn mond behoedt, bewaart zijn ziel, wie zijn lippen openspert, hem wacht de ondergang. | Als je je tong beheerst, bewaar je je leven. Maar als je je mond zijn gang laat gaan, loopt het slecht met je af. |
Zelfs een dwaas die zwijgt, wordt wijs geacht, wie zijn lippen op elkaar houdt, verstandig. | Zelfs een dwaas die zijn mond houdt, lijkt wijs. Zolang hij niets zegt, lijkt hij verstandig. |
De lippen van de rechtvaardige weten wat aangenaam is, maar de mond van de goddelozen alleen verderfelijke dingen. | Een goed mens weet wat goed is om te zeggen. Maar een slecht mens spreekt alleen leugens en bedrog. |
Woorden uit de mond van een wijze zijn aangenaam, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf. | Iedereen luistert graag naar de woorden van een wijs mens. Maar de woorden van een dwaas storten hem in het ongeluk. |
De HEERE geeft immers wijsheid, uit Zijn mond komen kennis en inzicht. | Want de Heer geeft wijsheid. Alles wat Hij zegt, is wijs en verstandig. |
Open je mond voor een stomme, voor de rechtszaak van allen die verkwijnen. | Maar jij moet spreken voor mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen. Jij moet opkomen voor het recht van mensen die vertrapt en uitgebuit worden. |
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! | Heer, ik wil dat U kan genieten van alles wat ik zeg of denk. Heer, U bent de rots onder mijn voeten. U bent mijn Redder. |
Zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat: het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend. | Net zo zullen de woorden die Ik spreek, niet naar Mij terugkomen zonder dat ze hun werk hebben gedaan. Wat Ik zeg, zal gebeuren. |
Open je mond, oordeel met rechtvaardigheid, en verschaf recht aan de ellendige en de arme. | Spreek, en oordeel rechtvaardig. Zorg dat de arme mensen een eerlijke rechtspraak krijgen. |
Maar Hij antwoordde en zei: Er staat geschreven: De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt. | Maar Jezus antwoordde: "In de Boeken staat: 'Je kan niet alleen van brood leven. Alles wat God zegt, heb je óók nodig om te leven.' " |
Smakelijk voedsel at ik niet, vlees of wijn kwam niet in mijn mond, en mijzelf zalven deed ik helemaal niet, totdat die drie volle weken voorbij waren. | Ik at geen lekkere dingen en geen vlees en ik dronk geen wijn. Ook verzorgde ik mij niet met zalf-olie, tot er drie hele weken voorbij waren. |
Zegeningen rusten er op het hoofd van de rechtvaardige, maar geweld overdekt de mond van de goddelozen. | Voor goede mensen zal God goed zijn. Maar de woorden van slechte mensen zijn een bron van ellende. |
De huichelaar richt zijn naaste met zijn mond te gronde, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. | De woorden van een slecht mens storten andere mensen in het ongeluk. Maar goede mensen worden door hun wijsheid gered. |
Het gebod van Zijn lippen heb ik niet weggedaan; de woorden van Zijn mond heb ik verborgen, meer dan het mij toegewezen deel. | Ik heb altijd gedaan wat Hij van me vroeg. Ik heb altijd zijn woorden in mijn hart bewaard. |
De vreze des HEEREN is het kwade te haten; hoogmoed, trots en de verkeerde weg en een mond vol verderfelijke dingen haat Ik. | Diep ontzag voor de Heer hebben, betekent: ver weg blijven van het kwaad, van trots en van misdaad. Ik haat ook alle leugens. |
Een man heeft blijdschap in het antwoord van zijn mond, en hoe goed is een woord op zijn tijd! | Het is fijn om een goed antwoord te geven. Wat heerlijk is het juiste woord op de juiste tijd! |