U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEERE zal niet voor onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt. | Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat Hij niet vrijuit gaan. |
Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen. | Wie overwint mag zich ook in het wit kleden. Ik zal zijn naam niet uit het boek van het leven schrappen, maar juist voor hem pleiten ten overstaan van mijn Vader en zijn engelen. |
Zing voor God, zing psalmen voor Zijn Naam; baan de wegen voor Hem Die door de vlakten rijdt, want HEERE is Zijn Naam; spring op van vreugde voor Zijn aangezicht. Vader van de wezen en Rechter van de weduwen: dát is God in Zijn heilige woning. | Zing voor God, bezing zijn naam, maak ruim baan voor Hem die door de vlakten rijdt. HEER is zijn naam! Jubel als Hij verschijnt: vader van wezen, beschermer van weduwen, God in zijn heilig verblijf. |
Help ons, o God van ons heil, omwille van de eer van Uw Naam; red ons en doe verzoening over onze zonden, omwille van Uw Naam. | Help ons, God, bevrijd ons, tot eer van uw roemrijke naam, red ons en bedek onze zonden, omwille van uw naam. |
Ook in de weg van Uw oordelen, HEERE, hebben wij U verwacht; naar Uw Naam en naar Uw gedachtenis gaat het verlangen van onze ziel uit. | Ook wij verlaten ons op U, HEER: wij gaan de paden van uw recht. Ons diepste verlangen is het uw naam te noemen, U aan te roepen. |
Loof de HEERE, mijn ziel, en al wat in mij is, Zijn heilige Naam. | Prijs de HEER, mijn ziel, prijs, mijn hart, zijn heilige naam. |
Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn. | Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde. |
Op die dag zult u zeggen: Dank de HEERE, roep Zijn Naam aan, maak Zijn daden bekend onder de volken, roep in herinnering dat Zijn Naam hoogverheven is. | Op die dag zullen jullie zeggen: ‘Loof de HEER, roep zijn naam uit. Maak alle volken zijn daden bekend, verkondig zijn verheven naam.’ |
Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. | Want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ |
Onze hulp is in de Naam van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. | Onze hulp is in de naam van de HEER, die hemel en aarde gemaakt heeft. |
Loof de HEERE, roep Zijn Naam aan, maak Zijn daden bekend onder de volken. | Loof de HEER, roep luid zijn naam, maak zijn daden bekend onder de volken. |
En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. | Petrus antwoordde: ‘Kom tot inkeer en laat u allen dopen in de naam van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden.’ |
Mijn God en Koning, ik zal U roemen en Uw Naam loven, voor eeuwig en altijd. | U, mijn God en koning, wil ik roemen, uw naam prijzen tot in eeuwigheid. |
Niet ons, HEERE, niet ons, maar geef Uw Naam eer, om Uw goedertierenheid, om Uw trouw. | Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw. |
Want waar twee of drie in Mijn Naam bijeengekomen zijn, daar ben Ik in hun midden. | Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden. |
En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden. | Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered. |
Wie Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat U, HEERE, niet hebt verlaten wie U zoeken. | Wie uw naam kent, kan op U vertrouwen, U verlaat niet wie U zoeken, HEER. |
En nadat zij dat gehoord hadden, werden zij gedoopt in de Naam van de Heere Jezus. En nadat Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen; en zij spraken in vreemde talen en profeteerden. | Toen ze dat gehoord hadden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus, en toen Paulus hun de handen had opgelegd daalde de heilige Geest op hen neer, zodat ze in klanktaal gingen spreken en profeteerden. |
In U zal ik mij verblijden en van vreugde opspringen, ik zal voor Uw Naam psalmen zingen, o Allerhoogste! | Ik wil vrolijk zijn, voor U juichen, uw naam bezingen, Allerhoogste. |
Een goede naam is verkieslijker dan grote rijkdom, goede gunst dan zilver en dan goud. | Een goede naam is te verkiezen boven grote rijkdom, waardering boven zilver en goud. |
De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige. | En de HEER zal koning worden over de hele aarde. Dan zal de HEER de enige God zijn en zijn naam de enige naam. |
Deze dingen heb ik geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God. | Dit alles schrijf ik u omdat u moet weten dat u eeuwig leven hebt, u die gelooft in de naam van de Zoon van God. |
De herinnering aan de rechtvaardige is tot zegen, maar de naam van goddelozen zal wegteren. | De herinnering aan een rechtvaardige strekt tot zegen, de naam van goddelozen vergaat. |
Hij, Die Zijn opperzalen in de hemel bouwde en Zijn gewelf op de aarde grondvestte, Hij, Die het water van de zee riep en uitgoot over het aardoppervlak: HEERE is Zijn Naam. | Hij die in de hemel zijn verheven verblijf heeft gebouwd, Hij die het hemelgewelf op de aarde laat rusten, Hij die het water van de zee bijeenroept en het uitstort over de aarde – zijn naam is HEER. |
Leer mij, HEERE, Uw weg, ik zal in Uw waarheid wandelen, maak mijn hart één om Uw Naam te vrezen. | Wijs mij uw weg, HEER, laat mij wandelen op het pad van uw waarheid, vervul mijn hart met ontzag voor uw naam. |