Bijbelteksten over 'Niets'
Verander niets aan de wetten van de Heer God die ik jullie geef. Je mag er niets aan toevoegen en je mag er niets vanaf halen. Houd je er heel precies aan. | Verander niets aan de regels die ik jullie geef. Houd je er precies aan, want het zijn regels van de Heer, jullie God. |
Want voor God is niets onmogelijk. | Voor God is alles mogelijk! |
En als hij rijk sterft, kan hij toch niets meenemen van wat hij bezit. Toen hij geboren werd, bezat hij niets. En als hij sterft, neemt hij niets mee. | Zo iemand is naakt geboren, zonder bezit. En als hij doodgaat, kan hij niets meenemen. Alles waarvoor hij hard gewerkt heeft, moet hij achterlaten. |
Want we hebben niets op de wereld meegebracht toen we geboren werden, en het is duidelijk dat we ook niets uit de wereld kunnen meenemen als we sterven. Als we onderdak, eten, drinken en kleren hebben, moeten we tevreden zijn. | Toen we op de wereld kwamen, hadden we niets bij ons. En als we de wereld verlaten, kunnen we ook niets meenemen. We hebben eten en kleren. Laten we daar tevreden mee zijn. |
We hebben verdriet, maar toch zijn we altijd blij. We hebben niets, maar toch maken we veel mensen rijk. We hebben niets, maar eigenlijk hebben we alles. | Ik heb verdriet, maar toch ben ik altijd blij. Ik ben arm, maar ik maak veel mensen rijk. Ik bezit niets, en toch heb ik alles! |
Alles wat bedekt is, zal zichtbaar worden. En alles wat geheim is, zal bekend worden. | Want alles wat verborgen is, zal zichtbaar worden. En alles wat geheim is, zal bekend worden. |
Wie heb ik in de hemel behalve U? Ook op aarde verlang ik niets anders dan U. | U bent alles voor mij, in de hemel en op aarde. |
Heer, U heeft door uw grote macht en kracht de hemel en de aarde gemaakt. Niets is te wonderlijk voor U. | Heer, mijn God, u hebt met uw grote kracht de hemel en de aarde gemaakt. Voor u is alles mogelijk! |
De Heer zal voor jullie strijden. Wees maar rustig, jullie hoeven zelf niets te doen. | En jullie hoeven zelf niets te doen, want de Heer zal voor jullie vechten. |
Jullie willen van alles, maar jullie hebben niets. Jullie haten elkaar en zijn jaloers op elkaar, maar krijgen nog steeds niet wat jullie willen hebben. Jullie doen vreselijk je best om van alles te bereiken. Maar jullie bereiken niets, omdat jullie niet bidden. | Alles wat een ander heeft, willen jullie ook hebben. Jullie zijn jaloers, zo jaloers dat je die ander wel zou willen doden. Dan zoeken jullie ruzie en strijd. Maar het levert niets op, jullie krijgen niets. Want als je iets wilt hebben, moet je God erom vragen, en dat doen jullie niet. |
IK BEN de wijnstruik en jullie zijn de takken. Als jullie in Mij blijven en Ik in jullie blijf, zal er veel vrucht aan jullie groeien. Want zonder Mij kunnen jullie niets doen. | Ik ben de stam van de druivenplant en jullie zijn de takken. Als jullie met mij verbonden blijven en ik met jullie, dan zul je veel goeds kunnen doen. Maar zonder mij kun je niets. |
Genees de zieken, maak doden weer levend, verjaag duivelse geesten. Jullie hebben niets voor deze macht hoeven betalen. Vraag er dus ook nooit een beloning voor. | Maak zieke mensen beter en maak dode mensen weer levend. Maak mensen met een huidziekte beter en jaag kwade geesten weg. Jullie krijgen die macht van God. Help daarmee andere mensen en vraag er niets voor terug. |
De Heer zorgt voor mij zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Ik kom niets tekort. Hij laat mij rusten in groene velden. Hij laat mij drinken uit rustige stroompjes. | De Heer zorgt voor mij, zoals een herder voor zijn schapen zorgt. Hij geeft me alles wat ik nodig heb. Hij leidt mij, zoals een herder zijn schapen leidt naar groen gras en fris water. |
Ik wil altijd dicht bij U zijn. Met U naast me kan mij niets gebeuren. | Steeds denk ik aan u, Heer. U bent altijd bij me, er kan met mij niets ergs gebeuren. |
Hij zal ervoor zorgen dat je niets overkomt. Je Beschermer slaapt nooit. | De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt. Hij beschermt je, hij slaapt niet. |
Niets maakt mij blijer dan wanneer ik hoor dat mijn kinderen vanuit de waarheid leven. | Als ik hoor dat mijn leerlingen volgens Gods waarheid leven, geeft mij dat veel vreugde. Niets geeft mij meer vreugde dan dat! |
Jonge leeuwen lijden soms honger. Maar mensen die op de Heer vertrouwen, komen niets tekort. | Leeuwen kunnen doodgaan van de honger, maar mensen die hulp vragen aan de Heer, zullen altijd genoeg te eten hebben. |
Stel dat ik kon profeteren, al Gods verborgen plannen kende, alles wist wat er te weten valt en zoveel geloof had dat ik bergen kon verplaatsen. Maar als ik dat zonder liefde deed, stelde ik niets voor. | Als je geen liefde hebt voor anderen, beteken je niets. Zelfs al laat God je zijn boodschap bekendmaken en krijg je van hem al zijn geheime kennis. En zelfs al heb je zo’n groot geloof dat je bergen kunt verplaatsen. |
En de dingen die de ongelovige mensen onbelangrijk en waardeloos vinden, gebruikt God juist om te laten zien dat je niets hebt aan de dingen die de mensen zo belangrijk vinden. Zo kan dus niemand bij God over zichzelf opscheppen. | God heeft mensen uitgekozen die onbelangrijk zijn en niets voorstellen, en voor wie niemand respect heeft. Daarmee maakte hij een eind aan alles wat in deze wereld belangrijk is. Zo zorgt hij ervoor dat niemand trots kan zijn op zichzelf. |
De mensen die van uw wet houden, hebben vrede. Hun kan niets gebeuren. | Mensen die uw wet liefhebben, vinden vrede en geluk. Het gaat altijd goed met hen. |
Vol van de Heilige Geest ging Jezus weg van de Jordaan. De Heilige Geest bracht Hem naar de woestijn. Daar werd Hij 40 dagen lang door de duivel uitgedaagd. Al die tijd at Hij niets. Toen er 40 dagen voorbij waren, had Hij honger. | De heilige Geest was in Jezus gekomen. Hij liet Jezus naar de woestijn gaan, weg van de Jordaan. In de woestijn probeerde de duivel om Jezus te laten zondigen. Veertig dagen lang at Jezus niets. Toen de veertig dagen voorbij waren, had hij erge honger. |
De zegen van de Heer maakt rijk. Hij voegt er geen verdriet aan toe. | Van hard werken alleen word je niet rijk, je hebt de zegen van de Heer nodig. |
Doe niets om er zelf beter van te worden of om erover te kunnen opscheppen. Maar wees bescheiden en vind andere mensen belangrijker dan jezelf. | Jullie moeten jezelf niet beter vinden dan een ander, of opscheppen over jezelf. Nee, jullie moeten bescheiden zijn, en een ander belangrijker vinden dan jezelf. |
Stel dat ik alles wat ik had weggaf aan de arme mensen, en stel dat ik er trots op kon zijn dat ik mijn lichaam opofferde vanwege mijn geloof in de Heer. Maar als ik dat zonder liefde deed, had ik er niets aan. | Als je geen liefde hebt voor anderen, dan is alles wat je doet, zinloos. Zelfs al verkoop je je bezit, en geef je het geld aan de armen. Zelfs al sterf je in het vuur, omdat je je leven geeft voor de goede zaak. |
Er zal je niets overkomen. De mensen zullen zich jou herinneren als een goed mens. | Er zal hun geen kwaad overkomen. Hun goedheid wordt nooit vergeten. |
Gerelateerde onderwerpen
Afhankelijkheid
Want Ik, je Heer...
Hemel
Op een bepaald moment...
Materialisme
Want we hebben niets...
Bescherming
Doe de hele wapenrusting...
Wet
Bewaar in je hart...
Almachtig
Want U bent groot...