Bijbelteksten over 'Nu'
Onze God en Vader nu zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen. | Alle eer is voor onze God en Vader, voor eeuwig! Amen! Zo is het! |
Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien. | Als jullie Mij kenden, zouden jullie ook mijn Vader kennen. Vanaf nu kennen jullie Hem en zien jullie Hem. |
De Here nu is de Geest; en waar de Geest des Heren is, is vrijheid. | De Heer is de Geest. En waar de Geest van de Heer is, is vrijheid. |
Maar ook nu nog luidt het woord des Heren: Bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en met vasten en met geween en met rouwklacht. | Maar ook nu nog zegt de Heer: "Kom terug bij Mij! Dien Mij met je hele hart. Laat zien dat jullie werkelijk spijt hebben van alles waarin jullie Mij ongehoorzaam zijn geweest." |
Maar wast op in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland, Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als tot de dag der eeuwigheid. | Zorg ervoor dat jullie geestelijk groeien, en dat jullie onze Heer en Redder, Jezus Christus, steeds beter leren kennen. Dan kan de Heer altijd goed voor jullie zijn. Van Hem is alle macht en eer, nu en voor eeuwig. |
Nu dan, doet de vreemde goden weg, die in uw midden zijn, en neigt uw harten tot de Here, de God van Israël. | Jozua zei: "Doe dan nu alle afgoden weg die jullie nog hebben. Verlang er met je hele hart naar om de Heer te gehoorzamen, de God van Israël." |
De Here zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid. | Tegen elk kwaad zal de Heer je beschermen. Hij bewaart je leven. De Heer zal je beschermen waar je ook bent, waar je ook gaat, nu en voor altijd. |
En de Here God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven. Toen zond de Here God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. | En de Heer God zei: "De mens is nu net als Wij geworden. Want nu weet hij wat goed en wat kwaad is. Daarom mag hij nu niet meer van de boom van eeuwig leven eten. Want zo mag hij geen eeuwig leven krijgen." Daarom stuurde de Heer God hem weg uit de tuin van Eden. Hij moest de aarde gaan bewerken waaruit hij was ontstaan. |
Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts. | Vroeger was jullie hart één en al duisternis. Maar nu zijn jullie vol van het licht van de Heer. Leef dan ook als mensen die bij het licht horen. |
Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus. | Zo waren jullie vroeger ver weg van God. Maar nu zijn jullie in Jezus Christus dicht bij God gekomen, door het bloed van Christus. |
Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet. | Het geloof is de zekerheid dat de dingen die we verwachten, ook werkelijkheid zullen worden. Het is het bewijs van de dingen die we nog niet zien. |
Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven. | Maar nu zijn jullie bevrijd uit de macht van het kwaad. Jullie zijn dienaren van God geworden. Daardoor zullen jullie leven zoals Hij het wil. En tenslotte zullen jullie het eeuwige leven hebben. |
Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gíj en ziet en hoort. | God heeft Hem nu een heel belangrijke plaats gegeven. God had beloofd om de Heilige Geest aan de mensen te geven. Dat is nu gebeurd: Jezus heeft de Heilige Geest van de Vader over ons uitgestort. Dat is wat jullie hier zien en horen. |
En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam. | Waarom aarzel je nog? Sta op en laat je dopen. Laat zo je ongehoorzaamheid aan God van je afwassen, terwijl je Hem aanbidt. |
Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft. | Toen we nog vijanden van God waren, heeft God ervoor gezorgd dat we vrede met Hem konden sluiten. Namelijk door de dood van zijn Zoon. Daardoor zijn we vrienden van God geworden. En daarom is het nu ook zéker dat we elke dag worden gered en veilig zijn door het léven van zijn Zoon. |
De God nu des vredes zal weldra de satan onder uw voeten vertreden. De genade van onze Here Jezus zij met u! | De God van vrede zal binnenkort de duivel onder jullie voeten vertrappen. Ik bid dat onze Heer Jezus in alles goed voor jullie zal zijn. |
Nu roem, verhef en verheerlijk ik, Nebukadnessar, de Koning des hemels, wiens werken alle waarheid en wiens paden recht zijn, en die hen die in hoogmoed wandelen, vermag te vernederen. | En nu eer en prijs ik, Nebukadnezar, de Koning van de hemel. Alles wat Hij doet is goed en rechtvaardig. Hij weet trotse mensen weer nederig te maken. |
Gij zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb; blijft in Mij, gelijk Ik in u. | Jullie zijn al schoon door wat Ik jullie heb gezegd. |
Nu brengt inderdaad de godsvrucht grote winst, (indien zij gepaard gaat) met tevredenheid. | Maar het dienen van God is wel een grote rijkdom, als we ook tevreden zijn met wat we hebben. |
Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten, dat er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Eén. | Ik wil jullie het volgende zeggen over het eten van vlees dat aan de afgoden is geofferd. We weten dat er eigenlijk geen andere goden bestaan. Want er is maar één God. |
Nu dan, indien gij aandachtig naar Mij luistert en mijn verbond bewaart, dan zult gij uit alle volken Mij ten eigendom zijn, want de ganse aarde behoort Mij. | Luister: doe wat Ik zeg en houd jullie aan mijn verbond. Dan zullen jullie, als enige van alle volken, mijn eigen volk zijn. Want de hele aarde is van Mij. |
Alles nu wat gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun ook aldus: want dit is de wet en de profeten. | Behandel de mensen zoals jullie door hen behandeld zouden willen worden. Want dat is wat de Boeken van de Wet en de Profeten bedoelen. |
Wanneer hij nu aan een van deze dingen schuldig is, dan zal hij belijden, waarin hij gezondigd heeft. | Als iemand één van deze dingen heeft gedaan, moet hij zeggen wat hij voor verkeerds gedaan heeft. |
Indien nu Ik, uw Here en Meester, u de voeten gewassen heb, behoort ook gij elkander de voeten te wassen. | Ik, jullie Heer en Meester, heb dus jullie voeten gewassen. Daarom moeten jullie ook elkaars voeten wassen. |
De God nu der hope vervulle u met louter vreugde en vrede in uw geloof, om overvloedig te zijn in de hoop, door de kracht des heiligen Geestes. | God geeft mensen nieuwe hoop en verwachting. En ik bid dat Hij jullie zal vullen met pure blijdschap en vrede door jullie geloof. Dan zullen jullie door de kracht van de Heilige Geest steeds sterker worden, zodat jullie kunnen volhouden. |
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Jezus zag hen aan...
Zonde
Of weet gij niet...
Nederigheid
Met alle nederigheid en...
Aanbidding
O HERE, Gij zijt...
Vader
Gelijk zich een vader...
Heilige Geest
De Here nu is...
Bijbeltekst van de dag
Een lankmoedig mens overtreft een held,wie zijn geest beheerst, hem die een stad inneemt.