Het verschil tussen mijn plannen en jullie plannen is net zo groot als het verschil tussen hemel en aarde. | Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen. |
De Heer zegt: ‘Volk van Israël, mijn plannen zijn anders dan jullie plannen. Wat jullie willen doen, is niet hetzelfde als wat ik wil doen.’ | Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER. |
Plannen mislukken door te weinig overleg, maar ze slagen door veel goede raad. | Bij gebrek aan overleg mislukken plannen, ze slagen pas na rijp beraad. |
Vertrouw op de Heer bij alles wat je doet. Dan zullen al je plannen slagen. | Vertrouw bij je werk op de HEER, en je plannen zullen slagen. |
Laat hij u alles geven waar u om vraagt, en laat hij zorgen dat al uw plannen slagen. | Moge Hij geven wat uw hart verlangt, en al uw plannen doen slagen. |
Mensen maken plannen voor hun leven, maar de Heer bepaalt wat er gebeurt. | Een mens stippelt zijn weg uit, de HEER bepaalt de richting die hij gaat. |
Mensen bedenken zelf wat ze willen doen, maar de Heer bepaalt wat er gebeurt. | Een mens maakt allerlei plannen, wat wordt uitgevoerd, is het plan van de HEER. |
Jezus Christus heeft de plannen van God bekendgemaakt. Hij zegt: ‘Ik zal snel komen!’ Ja, kom, Heer Jezus! | Hij die van deze dingen getuigt, zegt: ‘Ja, Ik kom spoedig!’ Amen. Kom, Heer Jezus! |
Gelukkig is iemand die niet luistert naar slechte mensen, die nee zegt tegen hun verkeerde plannen. Als slechte mensen spotten met God, doet hij niet mee. | Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit. |
Wees geduldig en wacht, wacht af wat de Heer doet. Als het goed gaat met slechte mensen, word dan niet kwaad. | Blijf kalm en wacht op de HEER, erger je niet aan wie slaagt in het leven, aan wie met listen te werk gaat. |
Slechte mensen moeten stoppen met hun verkeerde leven, oneerlijke mensen moeten niet langer slechte plannen maken. Ze moeten terugkomen bij de Heer, onze God. Hij zal hun alles vergeven, en hij zal weer voor hen zorgen. | Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien. Laat hij terugkeren naar de HEER, die zich over hem zal ontfermen; laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven. |
Dit is mijn besluit, dit is mijn plan met jullie: Het zal goed met jullie aflopen, niet slecht. Ik zorg dat er voor jullie een nieuwe tijd komt. Ik zal jullie nieuwe hoop geven. | Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de HEER: Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk; Ik zal je een hoopvolle toekomst geven. |
En nu stuurt de machtige Heer mij! Dit is zijn boodschap: Spreek eerlijk recht, wees goed voor elkaar en zorg voor elkaar. Onderdruk geen weduwen en geen kinderen zonder vader, geen vreemdelingen en geen arme mensen. Maak geen plannen om elkaar kwaad te doen. | Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Spreek eerlijk recht, wees goed en zorgzaam voor elkaar; onderdruk geen weduwen en wezen en ook geen vreemdelingen en armen, en wees er niet op uit om een ander kwaad te doen. |
Toen de gelovigen dat hoorden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus. Daarna legde Paulus zijn handen op hun hoofd, en zo kregen ze de heilige Geest. Die zorgde ervoor dat ze in verschillende talen gingen spreken. In al die talen vertelden ze over de plannen van God. | Toen ze dat gehoord hadden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus, en toen Paulus hun de handen had opgelegd daalde de heilige Geest op hen neer, zodat ze in klanktaal gingen spreken en profeteerden. |
Zo is het met alles wat God, de Heer, doet: hij doet niets zomaar, zonder een plan. Dat plan heeft hij bekendgemaakt aan zijn profeten. | Zo doet God, de HEER, niets zonder dat Hij zijn plan heeft onthuld aan zijn dienaren, de profeten. |
Je moet op de Heer vertrouwen. Denk aan hem bij alles wat je doet, dan zal hij je helpen. Denk niet dat je alles zelf kunt. | Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. Denk aan Hem bij alles wat je doet, dan baant Hij voor jou de weg. |
Zo geweldig is Gods wijsheid! Zo bijzonder zijn Gods beslissingen! Voor mensen zijn ze onbegrijpelijk, ongelofelijk, onvoorstelbaar. | Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. |
Ook dat weet de boer omdat de machtige Heer het hem geleerd heeft. Niemand is zo wijs als de Heer. Hij heeft voor alles een plan. | Ook dit vindt zijn oorsprong bij de HEER van de hemelse machten: zijn beleid is wonderbaarlijk, zijn wijsheid is groot. |
God heeft zijn plan bekendgemaakt aan mij, en aan anderen die het goede nieuws vertellen. Hij deed dat door ons zijn heilige Geest te geven. Gods Geest weet alles, zelfs wat God denkt. | Aan ons heeft God dit geopenbaard, door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God. |
Heer, u bent mijn God! Ik zal voor u zingen, ik zal vertellen hoe machtig u bent. Want u hebt wonderen gedaan. Alles wat u ooit besloten hebt, dat hebt u ook gedaan. Op u kunnen wij vertrouwen. | HEER, U bent mijn God. Hoog zal ik U prijzen, uw naam loven. Want wonderbaarlijk zijn uw daden, sinds mensenheugenis hebt U uw plannen uitgevoerd, trouw en betrouwbaar. |
Mensen die gevallen zijn, helpt hij overeind. Hij beschermt vreemdelingen. Hij helpt weduwen, hij beschermt kinderen zonder vader. | De HEER beschermt de vreemdelingen, wezen en weduwen steunt Hij, maar goddelozen richt Hij te gronde. |
Als je geen liefde hebt voor anderen, beteken je niets. Zelfs al laat God je zijn boodschap bekendmaken en krijg je van hem al zijn geheime kennis. En zelfs al heb je zo’n groot geloof dat je bergen kunt verplaatsen. | Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. |
De woorden van de levende God zijn krachtig. Ze dringen diep door in ons hart, nog dieper dan een scherp zwaard. Want God weet wat ons van binnen bezighoudt. En hij beoordeelt onze gedachten en verlangens. | Het woord van God is levend en krachtig, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden. |
Jullie moeten naar mij luisteren. Dat moeten jullie niet alleen beloven, maar ook echt doen. Misschien krijg ik medelijden, en zal ik mijn plan veranderen. Dan zal ik weer iets op het land laten groeien, en dan hebben jullie weer graan en wijn om te offeren. Want ik ben een goede God. Ik ben vol liefde en geduld. Ik ben trouw, en ik houd er niet van om mensen te straffen. | Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart. Keer terug tot de HEER, jullie God, want Hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en bereid het onheil af te wenden. |