Mijn leven is in uw handen. Red mij van mijn vijanden! | U beslist over mijn leven. Red mij van mijn vijanden, red mij van de mannen die op me jagen. |
Help ons, God, vanwege uw eigen eer. Alleen U kan ons redden. Vergeef ons en red ons, omdat U bent wie U bent. | U bent machtig, help ons en red ons. U bent onze God, red ons en vergeef ons! |
Zorg alstublieft voor mij. Red mij omdat U van mij houdt. | Wees bij mij en bescherm mij. Laat mij uw liefde zien en red mij. |
Heer, red mij van de mensen die leugens over me rondvertellen. | Heer, bescherm mij tegen mijn vijanden, bevrijd mij van bedriegers en leugenaars! |
Ik vertrouw op U, Heer, stel me nooit teleur. Red mij, omdat U rechtvaardig bent. | Heer, bij u zoek ik bescherming. Laat mij niet alleen! Wees goed voor mij en red mij. |
Heer, red ons alstublieft! Heer, zorg er alstublieft voor dat het goed met ons gaat! Gezegend is de man die namens de Heer komt. In het heiligdom van de Heer bidden we dat God goed voor jullie zal zijn. | Heer, help ons en red ons. Heer, maak ons gelukkig! Wij bidden om vrede en geluk voor alle mensen die naar de tempel komen omdat ze vertrouwen op de Heer. |
En stel ons niet op de proef, maar red ons van het kwaad. Want van U is het Koninkrijk en alle kracht en alle macht en alle hemelse majesteit, tot in eeuwigheid. Amen. Zo is het! | Help ons om nooit tegen u te kiezen. En bescherm ons tegen de macht van het kwaad. Want u bent koning, u regeert met grote macht, voor altijd. Amen. |
En de grote groep van mensen die voor Hem uit gingen en achter Hem aan kwamen, riep: "Hosanna (= 'Red toch!') voor de Zoon van David! Gods zegen op de man die door de Heer is gestuurd! Hosanna in de hoogste hemel!" | Ze liepen voor Jezus uit en achter hem aan, en ze riepen: ‘Alle eer aan God! Leve de Zoon van David! Leve de man die door God gestuurd is! Alle eer aan God in de hemel!’ |
Jeremia zegt: "Genees mij, Heer, dan zal ik weer gezond zijn. Help mij, dan zal ik gered zijn. U prijs ik." | Heer, maak mij beter, zodat ik weer gezond ben. Red mij, zodat ik veilig ben. Dan kan ik u danken. |
Hij stuurde zijn woord en Hij genas hen. Hij redde hen van de dood. | Toen de Heer sprak, werden ze beter. Hij redde hen van de dood. |
Zet de helm van je redding op je hoofd. Neem het zwaard van de Geest in je hand. Dat is het woord van God. | Vertrouw erop dat God je zal redden, want dat vertrouwen beschermt je als een helm. En de boodschap van God is je zwaard. De heilige Geest zal je helpen om die boodschap kracht te geven. |
Bij God ben ik veilig. Hij zal mij redden. | Alleen bij God krijg ik rust, alleen hij kan mij redden. |
Vandaag is in de stad waar vroeger koning David geboren is, de Messias geboren. Hij is de Redder, de Heer. | Vandaag is jullie redder geboren: Christus, de Heer. Hij is geboren in Betlehem, de stad van David. |
Want ik weet dat mijn Redder leeft. Uiteindelijk zal Hij mij uit het stof optillen, zodat alles weer goed komt. | Eén ding weet ik zeker: God zal mij redden. Ooit zal hij komen en mij hier op aarde verdedigen. |
De Heer is mijn licht en mijn redding. Daarom ben ik voor niemand bang. De Heer is mijn kracht. Daarom hoef ik voor niemand bang te zijn. | De Heer helpt mij altijd, hij is als een licht in het donker. Ik ben voor niemand bang. Bij de Heer ben ik veilig, daarom heb ik geen angst. |
Heer, ik wil dat U kan genieten van alles wat ik zeg of denk. Heer, U bent de rots onder mijn voeten. U bent mijn Redder. | Heer, luister naar de woorden van dit lied. Het is mijn geschenk aan u. Bij u ben ik veilig, u bent mijn redder. |
Ik weet dat U mij zal redden. Heer, wees goed voor uw volk. | Heer, alleen u bent mijn redder. U geeft geluk en vrede aan mensen die u trouw zijn. |
Maar ik zal U prijzen. Wat ik U beloofd heb, zal ik ook doen. Want U redt mijn leven. | Maar ik niet! Ik zal u met offers danken, en een lied voor u zingen. Alles wat ik beloof, zal ik doen. Want alleen u, Heer, brengt redding! |
Want de Heer heeft ons bevolen: 'Ik heb jullie gemaakt tot een licht voor de niet-Joodse volken. Zo zullen jullie redding brengen over de hele wereld.' | Want in de heilige boeken zegt God tegen ons: «Ik heb jullie uitgekozen om een redder te zijn voor alle volken. Jullie moeten overal op aarde redding brengen.» |
De Heer redt de mensen die Hem dienen. Mensen die op Hem vertrouwen, zullen veilig zijn. | Maar de Heer redt mensen die hem dienen. Zij hoeven niet bang te zijn, want de Heer beschermt hen. |
Ik was er ellendig aan toe. Toen riep ik de Heer om hulp. De Heer hoorde het en redde mij uit al mijn moeilijkheden. | Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. Hij luisterde naar mij, en hij heeft me gered. |
Ik zeg tegen mezelf: "Waarom ben je zo treurig? Waarom ben je zo onrustig? Vertrouw op God! Hem zal ik prijzen. Hij is mijn Redder, Hij is mijn God!" | Waarom ben ik zo bedroefd, waarom zo onrustig van binnen? Ik moet op God vertrouwen. Eens zal ik hem weer danken. Hij zal mij redden, hij is mijn God. |
Slechtheid levert schatten op waar je niets aan hebt. Maar als je goed bent, redt dat je leven. | Niemand wordt gelukkig van gestolen geld, maar eerlijkheid redt mensen van de dood. |
Leid mij en help me het goede te doen. Want U bent de God die mij redt. Ik vertrouw de hele dag op U. | Leer me om trouw te zijn aan u, zeg me wat ik moet doen. Want u bent mijn God, u bent mijn redder. Ik hoop op uw hulp, elke dag weer. |
Ik zeg bij mijzelf: "Ik ben van de Heer. Daarom zal Hij mij redden." | De Heer is alles wat ik nodig heb, op hem vertrouw ik. |