Bijbelteksten over 'Red'
Mijn leven is in uw handen. Red mij van mijn vijanden! | Mijn tijden zijn in uw hand, red mij uit de hand van mijn vijanden en vervolgers. |
Help ons, God, vanwege uw eigen eer. Alleen U kan ons redden. Vergeef ons en red ons, omdat U bent wie U bent. | Help ons, o God van ons heil, om de heerlijkheid van uw naam; red ons en doe verzoening over onze zonden om uws naams wil. |
Zorg alstublieft voor mij. Red mij omdat U van mij houdt. | Doe uw aanschijn lichten over uw knecht, verlos mij door uw goedertierenheid. |
Heer, red mij van de mensen die leugens over me rondvertellen. | Here, red mij van de leugenlippen, van de bedrieglijke tong. |
Ik vertrouw op U, Heer, stel me nooit teleur. Red mij, omdat U rechtvaardig bent. | Bij U, Here, schuil ik, laat mij nimmer beschaamd worden. Doe mij ontkomen door uw gerechtigheid. |
Heer, red ons alstublieft! Heer, zorg er alstublieft voor dat het goed met ons gaat! Gezegend is de man die namens de Heer komt. In het heiligdom van de Heer bidden we dat God goed voor jullie zal zijn. | Och Here, geef toch heil, och Here, geef toch voorspoed! Gezegend hij, die komt in de naam des Heren; wij zegenen u uit het huis des Heren. |
En stel ons niet op de proef, maar red ons van het kwaad. Want van U is het Koninkrijk en alle kracht en alle macht en alle hemelse majesteit, tot in eeuwigheid. Amen. Zo is het! | En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. |
En de grote groep van mensen die voor Hem uit gingen en achter Hem aan kwamen, riep: "Hosanna (= 'Red toch!') voor de Zoon van David! Gods zegen op de man die door de Heer is gestuurd! Hosanna in de hoogste hemel!" | En de scharen, die vóór Hem uit gingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna de Zoon van David, gezegend Hij, die komt in de naam des Heren; Hosanna in de hoogste hemelen! |
Jeremia zegt: "Genees mij, Heer, dan zal ik weer gezond zijn. Help mij, dan zal ik gered zijn. U prijs ik." | Genees mij, Here, dan zal ik genezen zijn; help mij, dan zal ik geholpen zijn, want Gij zijt mijn lof. |
Hij stuurde zijn woord en Hij genas hen. Hij redde hen van de dood. | Hij zond zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen. |
Zet de helm van je redding op je hoofd. Neem het zwaard van de Geest in je hand. Dat is het woord van God. | En neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God. |
Bij God ben ik veilig. Hij zal mij redden. | Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil. |
Vandaag is in de stad waar vroeger koning David geboren is, de Messias geboren. Hij is de Redder, de Heer. | U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. |
Want ik weet dat mijn Redder leeft. Uiteindelijk zal Hij mij uit het stof optillen, zodat alles weer goed komt. | Maar ik weet: mijn Losser leeft en ten laatste zal Hij op het stof optreden. |
De Heer is mijn licht en mijn redding. Daarom ben ik voor niemand bang. De Heer is mijn kracht. Daarom hoef ik voor niemand bang te zijn. | De Here is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De Here is mijns levens veste, voor wie zou ik vervaard zijn? |
Heer, ik wil dat U kan genieten van alles wat ik zeg of denk. Heer, U bent de rots onder mijn voeten. U bent mijn Redder. | Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn, o Here, mijn rots en mijn verlosser. |
Ik weet dat U mij zal redden. Heer, wees goed voor uw volk. | De verlossing is van de Here, uw zegen zij over uw volk. sela |
Maar ik zal U prijzen. Wat ik U beloofd heb, zal ik ook doen. Want U redt mijn leven. | Maar ik, met lofzegging wil ik aan U offeren; wat ik beloofd heb, wil ik betalen; de redding is des Heren. |
Want de Heer heeft ons bevolen: 'Ik heb jullie gemaakt tot een licht voor de niet-Joodse volken. Zo zullen jullie redding brengen over de hele wereld.' | Want zo heeft ons de Here geboden: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij tot heil zoudt zijn tot aan het uiterste der aarde. |
De Heer redt de mensen die Hem dienen. Mensen die op Hem vertrouwen, zullen veilig zijn. | De Here verlost de ziel van zijn knechten, allen die bij Hem schuilen, zullen niet boeten. |
Ik was er ellendig aan toe. Toen riep ik de Heer om hulp. De Heer hoorde het en redde mij uit al mijn moeilijkheden. | Deze ellendige hier riep en de Here hoorde, Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. |
Ik zeg tegen mezelf: "Waarom ben je zo treurig? Waarom ben je zo onrustig? Vertrouw op God! Hem zal ik prijzen. Hij is mijn Redder, Hij is mijn God!" | Wat buigt gij u neder, o mijn ziel, en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven, mijn Verlosser en mijn God! |
Slechtheid levert schatten op waar je niets aan hebt. Maar als je goed bent, redt dat je leven. | Schatten, door goddeloosheid verkregen, doen geen nut, maar gerechtigheid redt van de dood. |
Leid mij en help me het goede te doen. Want U bent de God die mij redt. Ik vertrouw de hele dag op U. | Leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag. |
Ik zeg bij mijzelf: "Ik ben van de Heer. Daarom zal Hij mij redden." | Mijn ziel zegt: Mijn deel is de Here, daarom zal ik op Hem hopen. |
Gerelateerde onderwerpen
Redding
Niemand anders dan Hij...
Bevrijder
Je Heer God woont...
Aanbidding
Jesaja zegt: Heer, U...
Zegen
Ik wens jullie toe...
Licht
De Heer zegt: "Sta...
Ziel
Dan zullen jullie daar...