Help ons, God, bevrijd ons, tot eer van uw roemrijke naam, red ons en bedek onze zonden, omwille van uw naam. | Help ons, o God van ons heil, om de heerlijkheid van uw naam; red ons en doe verzoening over onze zonden om uws naams wil. |
Laat het licht van uw gelaat over mij schijnen, toon uw trouw en red uw dienaar. | Doe uw aanschijn lichten over uw knecht, verlos mij door uw goedertierenheid. |
Mijn lot en mijn leven zijn in uw hand, bevrijd mij van mijn vijanden en vervolgers. | Mijn tijden zijn in uw hand, red mij uit de hand van mijn vijanden en vervolgers. |
Genees mij, HEER, dan zal ik gezond zijn, red mij, dan zal ik veilig zijn. U wil ik altijd loven. | Genees mij, Here, dan zal ik genezen zijn; help mij, dan zal ik geholpen zijn, want Gij zijt mijn lof. |
Bevrijd mijn ziel, HEER, van lippen die liegen, van de tong die bedriegt. | Here, red mij van de leugenlippen, van de bedrieglijke tong. |
Ach HEER, red ons toch, HEER, geef ons voorspoed. Gezegend wie komt in de naam van de HEER. Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER. | Och Here, geef toch heil, och Here, geef toch voorspoed! Gezegend hij, die komt in de naam des Heren; wij zegenen u uit het huis des Heren. |
En breng ons niet in beproeving, maar red ons van het kwaad. Want aan U behoort het koningschap, de macht en de majesteit, in eeuwigheid. Amen. | En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. |
Bij U, HEER, is redding, uw zegen rust op uw volk. sela | De verlossing is van de Here, uw zegen zij over uw volk. sela |
Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust, van hem komt mijn redding. | Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is mijn heil. |
Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, ik zal niet wankelen. | Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet wankelen. |
Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, nooit zal ik wankelen. | Waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal niet te zeer wankelen. |
Bij u, HEER, schuil ik, maak mij nooit te schande. Bevrijd mij en doe mij recht. | Bij U, Here, schuil ik, laat mij nimmer beschaamd worden. Doe mij ontkomen door uw gerechtigheid. |
Bij God is mijn redding en mijn eer, mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God. | Op God rust mijn heil en mijn eer, mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God. |
De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was. | Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden. |
Ik weet: mijn redder leeft, en Hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen. | Maar ik weet: mijn Losser leeft en ten laatste zal Hij op het stof optreden. |
Vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. | U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. |
Een rijke kan zijn leven redden door losgeld te betalen, een arme wordt niet eens bedreigd. | Het losgeld voor iemands leven is zijn rijkdom, maar de arme krijgt geen bedreiging te horen. |
Omdat ik weet dat dit alles door uw gebed en de hulp van de Geest van Jezus Christus tot mijn redding leidt. | Want ik weet, dat dit mij tot behoud zal strekken door uw gebed en de bijstand des Geestes van Jezus Christus. |
Want de HEER is onze rechter, de HEER is onze wetgever, de HEER is onze koning, Hij zal ons redden. | Want de Here, onze Rechter, de Here, onze Wetgever, de Here, onze Koning, Hij zal ons verlossen. |
Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God. | Maar ik zal uitzien naar de Here, ik zal wachten op de God mijns heils; mijn God zal mij horen. |
Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige onder de hemel die de mens redding biedt. | En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden. |
En verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. | En verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid. |
Ik vertrouw op uw liefde: mijn hart zal juichen omdat U redding brengt, ik zal zingen voor de HEER, Hij heeft naar mij omgezien. | Ik echter vertrouw op uw goedertierenheid, over uw verlossing juicht mijn hart. Ik wil de Here zingen, omdat Hij mij heeft welgedaan. |
En toen Hij naar de uiteindelijke volmaaktheid gevoerd was, werd Hij voor allen die Hem gehoorzamen een bron van eeuwige redding. | En toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden. |
Geprezen zij de Heer, dag aan dag, deze God draagt ons en redt ons. sela | Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil. sela |