Indien wij door de Geest leven, laten wij ook door de Geest het spoor houden. | Laat je dus leiden door Gods Geest. Dan zul je ook door de Geest op het rechte pad blijven. |
Want Hij weet, hoe mijn wandel is; toetste Hij mij, ik kwam als goud te voorschijn. Mijn voet bleef vast in zijn spoor, ik hield zijn weg zonder af te buigen. | Maar Hij weet hoe ik leef. Als Hij me zou toetsen, zou Hij zien dat ik zo zuiver ben als zuiver goud. Ik heb altijd geleefd zoals Hij het wil. Ik ben Hem nooit ongehoorzaam geweest. |
Dan zult gij gerechtigheid en recht verstaan, ook rechtschapenheid, elke goede weg. | En je zal begrijpen wat eerlijk en rechtvaardig is. Je zal weten hoe je op de goede weg kan blijven. |
Laat uw voet een effen pad inslaan en laten al uw wegen vast zijn. | Zorg dat je altijd op de goede weg blijft en dat je altijd te vertrouwen bent. |
Wie verstand verwerft, heeft zijn leven lief; wie inzicht bewaart, vindt geluk. | Wees verstandig – dat beschermt je leven. Wees wijs – dan vind je geluk. |
En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. | Dit is de boodschap die we van Hem hebben gehoord en die we aan jullie bekend maken: God is licht. Er is in Hem helemaal geen duisternis. |
Goed en waarachtig is de Here; daarom onderwijst Hij de zondaars aangaande de weg. Ootmoedigen doet Hij wandelen in het recht, en Hij leert ootmoedigen zijn weg. | De Heer is goed en rechtvaardig. Daarom leert Hij ongehoorzame mensen hoe ze moeten leven. Nederige mensen helpt Hij te leven zoals Hij het wil. Hij vertelt hun wat Hij van hen vraagt. |
De Rots, wiens werk volkomen is, omdat al zijn wegen recht zijn; een God van trouw, zonder onrecht, rechtvaardig en waarachtig is Hij. | Hij is de Rots waarop wij stevig staan. Alles wat Hij doet is volmaakt. Alles wat Hij doet is rechtvaardig. Hij is trouw en nooit onrechtvaardig. Hij doet altijd wat Hij heeft beloofd. |
Maar ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen. | Ik wil jullie waarschuwen, broeders en zusters, dat jullie goed moeten oppassen voor mensen die ruzie maken en verdeeldheid veroorzaken. Ze houden zich niet aan de dingen die ik jullie heb geleerd. Blijf bij hen uit de buurt. |
Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer. | Elk geschenk dat goed en volmaakt is, komt uit de hemel, van de Vader van het licht. Hij blijft altijd en eeuwig Dezelfde. Hij verandert nooit. Er zal nooit een spoortje duisternis in Hem te vinden zijn. |