Dwaze mensen worden meteen woedend, maar wijze mensen blijven altijd rustig. | Dwaze mensen zeggen alles wat ze denken. Maar wijze mensen houden hun gedachten voor zich. |
Mensen die zichzelf geweldig vinden, zullen het moeilijk hebben, maar mensen die bescheiden zijn, krijgen respect. | Trotse mensen worden uiteindelijk vernederd. Maar bescheiden mensen zullen worden geprezen. |
Je hoeft niet bang te zijn voor andere mensen. Vertrouw op de Heer, dan ben je veilig. | Als je bang bent voor wat mensen van je vinden, zet je een val op voor jezelf. Maar als je op de Heer vertrouwt, kan niemand je iets doen. |
God, u beschermt iedereen die u om hulp vraagt. Alles wat u zegt, is waar. | Alles wat God heeft gezegd, is waar. Hij is een beschermend schild voor de mensen die op Hem vertrouwen. |
Help me om altijd eerlijk te zijn, en geef me precies wat ik nodig heb. Ik wil niet arm zijn, maar ook niet rijk. | Help me om nooit oneerlijk te zijn en nooit te liegen. Maak mij niet arm en ook niet rijk. Geef me gewoon alle dagen genoeg te eten. |
Lemuel, jij moet zwakke mensen verdedigen, je moet mensen die machteloos zijn, beschermen. | Maar jij moet spreken voor mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen. Jij moet opkomen voor het recht van mensen die vertrapt en uitgebuit worden. |
Blijf niet zwijgen, geef een rechtvaardig oordeel, help arme mensen, help mensen die het moeilijk hebben. | Spreek, en oordeel rechtvaardig. Zorg dat de arme mensen een eerlijke rechtspraak krijgen. |
Een sterke vrouw is veel waard, ze is meer waard dan de mooiste edelstenen. | Wie lukt het om een goede vrouw te vinden? Een goede vrouw is veel meer waard dan edelstenen. |
Je hebt niets aan een vrouw die alleen maar lief en mooi is, want haar schoonheid zal verdwijnen. Maar een vrouw met eerbied voor de Heer moet je waarderen. | Elegant zijn is alleen maar uiterlijk, en schoonheid verdwijnt. Maar een vrouw die diep ontzag heeft voor de Heer, wordt geprezen. |
Je kunt alleen wijs worden als je eerbied hebt voor de Heer. Mensen die geen eerbied hebben voor de Heer, willen geen dingen leren. Zij willen niet wijs worden. | Maar alle wijsheid begint bij een diep ontzag voor de Heer. Wie geen ontzag heeft voor God, wil niets van wijsheid weten. |
Luister goed en doe wat ik jullie zeg. Dan zal ik jullie leren wat wijsheid is, dan zal ik mijn kennis aan jullie doorgeven. | Luister naar mijn woorden! Ik wil mijn wijsheid over jullie uitstorten. Ik wil jullie vertellen wat ik weet. |