Ik ben bang, maar ik vertrouw op u. | Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U. |
Mensen die zichzelf geweldig vinden, zullen het moeilijk hebben, maar mensen die bescheiden zijn, krijgen respect. | Eens mensen hoogmoed vernedert hem, maar een nederige van geest zal eer ontvangen. |
Jezus zei verder: ‘Stel dat je de hele wereld in bezit krijgt. Wat heb je daaraan als je je leven verliest?’ | Want wat baat het een mens de gehele wereld te winnen en aan zijn ziel schade te lijden? |
Als je jezelf geweldig vindt, zul je het moeilijk hebben, maar als je bescheiden bent, krijg je van iedereen respect. | Vóór de val is het hart van de mens hoogmoedig, maar ootmoed gaat vooraf aan de eer. |
Mensen die rijk willen worden, laten zich verleiden om slechte dingen te doen. Met hun dwaze en verkeerde verlangens brengen ze zichzelf in gevaar. Het loopt verkeerd met hen af, ze verliezen uiteindelijk hun leven. | Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. |
Lemuel, jij moet zwakke mensen verdedigen, je moet mensen die machteloos zijn, beschermen. | Doe uw mond open ten bate van de stomme, ten behoeve van het recht van allen die wegkwijnen. |
Stel dat een man nog maar kort met een vrouw getrouwd is. Dan hoeft hij niet het leger in om oorlog te voeren. Hij hoeft ook geen ander werk voor het leger te doen. Een jaar lang mag hij thuisblijven om zijn vrouw gelukkig te maken. | Wanneer iemand pas een vrouw gehuwd heeft, zal hij in het leger niet uitrukken en men zal hem in geen enkel opzicht bezwaren; gedurende één jaar zal hij vrijgesteld zijn ten behoeve van zijn huis, en de vrouw die hij gehuwd heeft, verheugen. |
Heer, machtige God, geef ons weer kracht. Kom bij ons en bescherm ons, dan zijn we gered. | Here, God der heerscharen, herstel ons, doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden. |
Vertrouw op de Heer als het leven zwaar is. Hij zal voor je zorgen. Goede mensen laat hij nooit in de steek. | Werp uw bekommernis op de Here, Hij zal voor u zorgen; Hij zal nimmermeer toelaten, dat de rechtvaardige wankelt. |
Het doel van al mijn werk is om jullie moed te geven. Ik wil dat jullie een eenheid vormen door jullie liefde voor elkaar. Want alleen op die manier leren jullie alles te begrijpen, en kunnen jullie Christus echt leren kennen. Hij is het geheim dat God bekendgemaakt heeft. | Opdat hun harten getroost en zij in de liefde verenigd worden tot alle rijkdom van een volledig inzicht, en zij het geheimenis Gods mogen kennen, Christus. |
Maar na lange tijd zullen jullie toch de Heer, jullie God, weer gaan zoeken. En als je hem zoekt met je hele hart, dan zul je hem vinden. | En dan zult gij daar de Here, uw God, zoeken en Hem vinden, wanneer gij naar Hem vraagt met uw ganse hart en met uw ganse ziel. |
De heilige Geest was in Jezus gekomen. Hij liet Jezus naar de woestijn gaan, weg van de Jordaan. In de woestijn probeerde de duivel om Jezus te laten zondigen. Veertig dagen lang at Jezus niets. Toen de veertig dagen voorbij waren, had hij erge honger. | Jezus nu, vol van de heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest geleid in de woestijn, waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel. En Hij at niets in die dagen en toen zij voorbij waren, kreeg Hij honger. |
Stel dat je de hele wereld in bezit krijgt. Wat heb je daaraan als je je leven verliest? Het eeuwige leven is niet te koop. | Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn leven? |
Ik heb jullie alles geleerd wat belangrijk voor jullie was. Dat deed ik bij mensen thuis en in het openbaar. | Hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het openbaar en binnenshuis. |
Maar Jezus antwoordde: ‘In de heilige boeken staat: «Alleen van brood kan een mens niet leven. Maar hij leeft van elk woord dat God spreekt.»’ | Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat. |
Mozes zei verder tegen de Israëlieten: ‘Heb eerbied voor de Heer, jullie God. Dat is wat hij van jullie vraagt. Leef zoals hij het jullie leert. Dien hem, en heb hem lief met je hele hart en je hele ziel. Vandaag geef ik jullie zijn wetten en regels. Als jullie je daaraan houden, zal het goed met jullie gaan.’ | Nu dan, Israël, wat vraagt de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen door in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en de inzettingen des Heren, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wèl ga. |
Maar de Heer zei tegen mij: ‘Ik ben goed voor je, meer heb je niet nodig. Want alleen iemand die zwak is en lijdt, kan aan iedereen laten zien hoe machtig ik ben.’ En dus is er toch iets waar ik graag over opschep: dat ik zwak ben en moet lijden. Want dat maakt mij geschikt om de macht van Christus zichtbaar te maken. | En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome. |
Doe wat God, de Heer, van je wil. Ga de weg die hij je wijst. Doe wat in zijn wetten en regels staat, zoals Mozes die opgeschreven heeft. Dan zal alles wat je doet, goed gaan. | En neem uw plicht jegens de Here, uw God, in acht: wandel op zijn wegen en onderhoud zijn inzettingen, geboden, verordeningen en getuigenissen, zoals geschreven staat in de wet van Mozes, opdat gij voorspoedig volvoeren moogt alles wat gij doet en alles wat gij onderneemt. |
Als we ons houden aan de wetten van de Heer, onze God, zal hij vinden dat we goed leven. | En het zal ons tot gerechtigheid zijn, wanneer wij heel dit gebod naarstig onderhouden voor het aangezicht van de Here, onze God, zoals Hij ons geboden heeft. |
Eén ding weet ik heel zeker: God maakt nieuwe mensen van jullie. Hij is daar al mee begonnen, en op de dag dat Jezus Christus terugkomt, zullen jullie volmaakt zijn. | Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus. |
Wij zijn vanuit de dood naar het leven gegaan. Doe daarom geen verkeerde dingen meer. Want daarmee leef je in dienst van de zonde. Maar doe het goede, want alleen dan leef je in dienst van God. | En stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. |
Vrienden, we moeten elkaar niet meer veroordelen. Laten we afspreken dat we het andere gelovigen niet moeilijk maken. En dat we hun geloof niet in gevaar brengen. | Laten wij dan niet langer elkander oordelen, maar komt liever tot dit oordeel: uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven. |
God, u beschermt iedereen die u om hulp vraagt. Alles wat u zegt, is waar. | Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild. |
Op de dag dat God zal straffen, heb je niets aan je geld. Alleen als je goed leeft, word je gered van de dood. | Rijkdom baat niet ten dage des toorns, maar gerechtigheid redt van de dood. |
Gelukkig is het volk dat leeft met de Heer. De Heer is hun God, hij heeft hen uitgekozen. | Welzalig het volk, welks God de Here is, de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. |
Gerelateerde onderwerpen
Materialisme
Toen we op de...
Rechtvaardigheid
Als je eerlijk en...
Jezus
Jezus keek hen aan...
God
De Heer, jullie God...
Wet
Vandaag zal ik jullie...
Zegen
De Heer zal jullie...