Sta op, HEER, hef uw hand, God, vergeet de armen niet. | Kom Heer! God, doe er iets aan! Denk alstublieft aan de arme mensen! |
Streef naar wijsheid, zoek naar inzicht, wijk niet af van wat ik zeg, vergeet het niet. | Zorg dat je wijs en verstandig wordt. Vergeet mijn woorden niet, maar doe wat ik je heb geleerd. |
Mijn zoon, vergeet mijn lessen niet, houd in je hart mijn richtlijnen vast. Ze vermeerderen de dagen van je leven, geven je vele jaren van geluk. | Mijn zoon, vergeet niet wat ik je leer. Bewaar in je hart wat ik je zeg. Dan zul je heel veel langer leven en zul je veel meer vrede hebben. |
Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. | Broeders en zusters, houd altijd van elkaar. Vergeet niet om gastvrij te zijn. Want sommige mensen hebben engelen op bezoek gehad, zonder dat ze het wisten. |
Want God is rechtvaardig: Hij vergeet niet wat u hebt gedaan, hoeveel liefde u aan zijn naam hebt betoond door sinds jaar en dag steun te verlenen aan de heiligen. | Want omdat God rechtvaardig is, zal Hij niets vergeten van alle goede dingen die jullie hebben gedaan. Want aan alles wat jullie voor de gelovigen hebben gedaan en nog steeds doen, ziet Hij dat jullie van Hem houden. |
Maar zou een vrouw haar zuigeling vergeten, zich niet ontfermen over het kind dat zij droeg? Zelfs al zou zij het vergeten, Ik vergeet jou nooit. Ik heb je in mijn handpalmen gegrift, je muren staan Mij steeds voor ogen. | Maar kan een vrouw haar baby vergeten? Zou ze niet meer voor haar eigen kind zorgen? Maar zelfs als zíj haar kind zou kunnen vergeten, Ík zal jou nooit vergeten, Jeruzalem! Kijk, Ik heb je naam in mijn handen geschreven. Ik let aldoor op je veiligheid. |
Wie zich daarentegen spiegelt in de volmaakte wet, die vrijheid brengt, en dat blijft doen, niet als iemand die hoort en vergeet, maar als iemand die ernaar handelt – hem valt geluk ten deel, juist in wat hij doet. | Luister dus goed naar de volmaakte wet, namelijk de wet die je vrijmaakt, en doe ook wat die wet zegt. Vergeet niet wat je gehoord hebt, maar dóe het ook. Dan zal het goed met je gaan. |
Ik zal hun wandaden vergeven en aan hun zonden zal Ik niet meer denken. | Ik zal al hun ongehoorzaamheid vergeven. Ik zal er zelfs niet meer aan denken. |
U weet toch dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont? | Vergeet niet dat jullie de tempel van God zijn. In die tempel woont Gods Geest. |
Mijn zoon, houd je vaders richtlijnen vast, verwerp de lessen van je moeder niet. | Mijn zoon, luister naar de goede raad van je ouders. Doe iets met hun wijze lessen. |
Wat is dan de sterveling dat U aan hem denkt, het mensenkind dat U naar hem omziet? | Dan vraag ik mij af: "Hoe kan het dat U aan de mens denkt? Hoe kan het dat U Zich met hem bezighoudt?" |
Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. | Maar vergeet niet, lieve broeders en zusters, dat één dag bij de Heer is als duizend jaar, en dat duizend jaar is als één dag. |
Mijn zoon, heb aandacht voor mijn woorden, geef aan mijn uitspraken gehoor. Houd ze steeds voor ogen, bewaar ze in het diepste van je hart. | Mijn zoon, luister naar mijn woorden. Houd je oren open voor wat ik zeg. Vergeet mijn woorden nooit meer, maar bewaar ze diep in je hart. |
Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij. | Vergeet niet wat Ik tegen je heb gezegd: 'Wees vastberaden en vol vertrouwen!' Wees dus nooit bang. Want Ik, je Heer God, ben met je, waar je ook gaat. |
Wees u er daarom van bewust en laat goed tot u doordringen dat alleen de HEER God is, boven in de hemel en hierbeneden op de aarde; een ander is er niet. | Denk er dus goed om dat de Heer de enige God is in de hemel daarboven en op de aarde hier beneden. Er is geen andere God. |
Kom toch eens echt tot bezinning en zondig niet langer. Sommigen van u hebben geen enkele kennis van God. U moest u schamen. | Gebruik toch je gezonde verstand! Stop met ongehoorzaam te zijn aan God! Sommigen van jullie hebben er geen idee van wie God is. Jullie moesten je schamen! |
Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot nederigheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. | Wees één met elkaar. Verlang niet naar steeds belangrijkere taken, maar wees ook tevreden met eenvoudige taken. Wees niet eigenwijs. |
Denk aan uw barmhartigheid, HEER, aan uw liefde door de eeuwen heen. Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd, maar denk met liefde aan mij, HEER, omwille van uw goedheid. | Denk toch aan wat U in uw liefde allemaal al heeft gedaan. U bent altijd vol liefde geweest. Denk daarom niet meer aan de dingen die ik verkeerd heb gedaan, aan de keren dat ik ongehoorzaam aan U was toen ik nog jong was. Want U houdt immers van mij, Heer. |
Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de HEER, uw God, u met sterke hand en opgeheven arm bevrijdde. Daarom heeft Hij u opgedragen de sabbat te houden. | Vergeet nooit dat jullie slaven in Egypte zijn geweest en dat Ik jullie daaruit op een machtige manier heb gered. Daarom beveel Ik dat jullie je aan de heilige rustdag moeten houden. |
Draag mij als een zegel op je hart, als een zegel op je arm. Sterk als de dood is de liefde, beklemmend als het dodenrijk de hartstocht. De liefde is een vlammend vuur, een vuurgloed van de HEER. | Draag me dicht op je hart, dicht bij je, zoals je een armband om je arm draagt. Want de liefde is net zo sterk als de dood: je kunt er niet aan ontkomen! Het verlangen van de liefde is als vuur, een vuur dat door de Heer is aangestoken. |
Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. | Bewaar in je hart wat ik jullie vandaag leer. Leer het aan je kinderen. Praat er met hen over als je thuis bent, als je onderweg bent, als je opstaat en als je naar bed gaat. |
Kom met woorden van berouw en keer terug naar de HEER. Zeg tegen Hem: ‘Vergeef ons al onze misdaden. Neem wat goed is van ons aan. Als offer brengen wij U oprechte woorden.’ | Vergeet niet wat ik heb gezegd. Zeg tegen je Heer God dat je verkeerd gedaan hebt. Vraag Hem of Hij je wil vergeven. Vraag Hem of Hij weer goed voor je wil zijn. Je woorden van spijt zullen zijn als offers waardoor je vergeving krijgt. |
Wat kosten vijf mussen? Bijna niets. Toch wordt er niet één door God vergeten. Zelfs de haren op jullie hoofd zijn alle geteld. Wees niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. | Jullie weten dat vijf mussen worden verkocht voor maar twee muntjes. Maar niet één van die mussen is door God vergeten. Ook weet Hij precies hoeveel haren jullie op je hoofd hebben. Wees niet bang! Want jullie zijn belangrijker dan een heleboel mussen bij elkaar. |
De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; Hij heeft alleen maar geduld met u, omdat Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. | Sommigen van jullie denken dat de Heer vergeet te doen wat Hij heeft beloofd. Maar dat is niet zo. Nee, Hij wacht en stelt het uit omdat Hij geduld heeft met ons. Want Hij wil niet dat er mensen verloren zullen gaan. Hij wil dat alle mensen in Hem zullen gaan geloven en zullen gaan leven zoals Hij het wil. |
Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God in Christus Jezus roept. | Maar ik doe maar één ding: ik vergeet wat voorbij is en strek mij uit naar wat nog komen gaat. Ik span mij tot het uiterste in om mijn doel te bereiken. Dat doel is: het winnen van de hemelse prijs die God mij in Jezus Christus zal geven. Ik zal die prijs krijgen als ik de taak af heb die Hij mij heeft gegeven. |