Laat de man aan zijn vrouw de verschuldigde bereidwilligheid betonen en evenzo ook de vrouw aan haar man. De vrouw heeft niet de beschikking over haar eigen lichaam, maar de man. En evenzo heeft ook de man niet de beschikking over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. | Het is goed voor een echtpaar om regelmatig met elkaar naar bed te gaan. Als de man graag wil, moet zijn vrouw geen nee zeggen. En als de vrouw graag wil, moet de man geen nee zeggen. |
Maar laat vanwege allerlei vormen van hoererij iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. | Maar om te voorkomen dat jullie verkeerde dingen gaan doen, is het toch beter om te trouwen. Iedere man moet zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. |
Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man. | De mannen moeten dus net zoveel van hun vrouw houden als van zichzelf, en de vrouwen moeten respect hebben voor hun man. |
Zo moeten de mannen hun eigen vrouwen liefhebben als hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. | Op diezelfde manier moet ook elke man van zijn vrouw houden. Hij moet van haar net zoveel houden als van zichzelf. Een man die van zijn vrouw houdt, houdt van zichzelf. |
Wie zal een deugdelijke vrouw vinden? Haar waarde gaat die van robijnen ver te boven. | Wie lukt het om een goede vrouw te vinden? Een goede vrouw is veel meer waard dan edelstenen. |
Huis en bezit zijn een erfenis van de vaderen, maar een verstandige vrouw is van de HEERE. | Huis en bezit erf je van je ouders. Maar een verstandige vrouw is een geschenk van de Heer. |
Wie een vrouw gevonden heeft, heeft iets goeds gevonden, en de goedgunstigheid van de HEERE verkregen. | Als je een vrouw hebt gevonden, heb je iets goeds gevonden. Ze is een geschenk van de Heer. |
En de HEERE God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van huiden en kleedde hen daarmee. | De Heer God maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenhuiden. Daarmee kleedde Hij hen aan. |
Bevalligheid is bedrieglijk en schoonheid vergankelijk, een vrouw die de HEERE vreest, die zal geprezen worden. | Elegant zijn is alleen maar uiterlijk, en schoonheid verdwijnt. Maar een vrouw die diep ontzag heeft voor de Heer, wordt geprezen. |
Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn. | Er staat in de Boeken, dat een man en zijn vrouw samen één zijn: "Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en zijn moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dat moment zijn ze één geheel." |
Wanneer een man pas een vrouw genomen heeft, mag hij niet met het leger uittrekken, en mag men hem geen enkele verplichting opleggen. Een jaar lang zal hij vrij zijn ten behoeve van zijn huis zodat hij zijn vrouw, die hij genomen heeft, kan verblijden. | Als iemand pas getrouwd is, hoeft hij niet met het leger mee te gaan. Hij hoeft op geen enkele manier mee te doen aan de strijd. Eén jaar lang hoeft hij niet in het leger. Dan kan hij voor zijn huis zorgen en kunnen hij en zijn vrouw van elkaar genieten. |
Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals het behoort in de Heere. Mannen, heb uw vrouw lief en wees niet verbitterd tegen haar. | Vrouwen, dien bescheiden en liefdevol je man, zoals dat past als je bij de Heer hoort. Mannen, houd van je vrouw, en wees niet hard en liefdeloos tegen haar. |
En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam. Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn. | Van die rib maakte de Heer God een vrouw. Hij bracht haar naar Adam. Toen zei Adam: "Dit is eindelijk iemand die bij mij past! Ze is van mijn eigen vlees en bloed gemaakt. Ik zal haar 'mannin' noemen, omdat ze uit de man gemaakt is." Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dan zijn ze één geheel. |
U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen. Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft. | Jullie hebben gehoord dat er in de Boeken tegen onze voorouders wordt gezegd dat je niet ontrouw mag zijn aan je vrouw. Dus dat je niet met een andere vrouw naar bed mag gaan. Maar Ik zeg jullie: als je naar een andere vrouw kijkt en denkt: 'Ik zou best eens met haar naar bed willen,' ben je in gedachten al ontrouw aan je vrouw geweest. |
U zult niet begeren het huis van uw naaste. U zult niet begeren de vrouw van uw naaste, noch zijn dienaar, noch zijn dienares, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets wat van uw naaste is. | Wees niet jaloers op wat iemand anders heeft. Je moet niet willen hebben wat al van een ander is: zijn huis, of zijn vrouw, of zijn knecht, of zijn slavin, of zijn koe, of zijn ezel, of iets anders wat van iemand anders is. |
Evenzo, mannen, woon met begrip met haar samen; geef de vrouw, als de zwakkere, haar eer; u bent immers ook mede-erfgenamen met haar van de genade van het leven; opdat uw gebeden niet verhinderd worden. | En mannen, daarom moeten jullie ook verstandig met je vrouw omgaan, zoals je voorzichtig bent met een breekbare kruik. Jullie moeten respect voor je vrouw hebben. Want ook de vrouwen zullen, samen met jullie, het eeuwige leven erven. Als jullie geen respect voor je vrouw hebben, zal God niet naar jullie gebeden luisteren. |
Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals aan de Heere, want de man is hoofd van de vrouw, zoals ook Christus Hoofd van de gemeente is; en Hij is de Behouder van het lichaam. | Vrouwen, dien bescheiden en liefdevol jullie man, zoals jullie de Heer dienen. Want de man is het hoofd van zijn vrouw, net zoals Christus het Hoofd is van zijn gemeente. Hij zorgt voor zijn Lichaam. |
Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord. | Mannen, houd op dezelfde manier van je vrouw als dat Christus van zijn gemeente houdt. Hij heeft Zichzelf voor de gemeente opgeofferd! Hij heeft de gemeente schoongewassen door haar te baden in het woord. Zo kon de gemeente zijn eigendom worden. |
Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen; hoe kan ik dan begerig naar een jonge vrouw kijken? | Ik had met mijn ogen een verbond gesloten: ik had plechtig besloten niet naar de meisjes te kijken. |
Maar vanaf het begin van de schepping heeft God hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. | Maar vanaf het begin van de wereld heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Er staat in de Boeken: 'Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dan zijn ze niet meer twee aparte mensen, maar samen één geheel.' En wat God zo tot één geheel heeft gemaakt, zou een mens niet meer uit elkaar moeten halen. |
En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. | Hij antwoordde: "Hebben jullie niet gelezen dat hun Maker hen vanaf het begin van de wereld als man en vrouw heeft gemaakt? God zei toen: 'Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dan zijn ze niet meer twee aparte mensen, maar samen één geheel.' Wat God zo tot één geheel heeft gemaakt, zou een mens niet meer uit elkaar moeten halen." |
Kan een vrouw haar zuigeling vergeten, zich niet ontfermen over het kind van haar schoot? Zelfs al zouden die het vergeten, Ík zal u niet vergeten. Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd, uw muren zijn steeds vóór Mij. | Maar kan een vrouw haar baby vergeten? Zou ze niet meer voor haar eigen kind zorgen? Maar zelfs als zíj haar kind zou kunnen vergeten, Ík zal jou nooit vergeten, Jeruzalem! Kijk, Ik heb je naam in mijn handen geschreven. Ik let aldoor op je veiligheid. |
En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. | En God maakte de mens. Hij maakte hem zó, dat hij heel veel op Hem leek. De mens leek heel erg op Hem. Hij maakte een man en een vrouw. |
Evenmin als u weet wat de richting van de wind is, of hoe het gaat met de beenderen in de buik van een zwangere vrouw, evenmin kent u het werk van God, Die alles maakt. | Je weet niet waar de wind vandaan komt en waar hij naartoe gaat. En je weet niet hoe een kind groeit in de buik van zijn moeder. Zo weet je ook niet wat God aan het doen is. |
Terwijl hij deze dingen overwoog, zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest. | Toen hij dat besloten had, kwam er in een droom een engel van de Heer God naar hem toe. De engel zei: "Jozef, zoon van David, trouw gerust met Maria. Want haar kind is ontstaan door de Heilige Geest." |