Hij waakt over de paden van het recht en beschut de weg van wie Hem trouw zijn. | Opdat zij de paden van het recht in acht nemen. Hij bewaart de weg van Zijn gunstelingen. |
Van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven. | Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven. |
Wie zijn tong in toom houdt, waakt over zichzelf, wie zijn lippen hun gang laat gaan, stort zichzelf in het verderf. | Wie zijn mond behoedt, bewaart zijn ziel, wie zijn lippen openspert, hem wacht de ondergang. |
De HEER behoedt je voor alle kwaad, Hij waakt over je leven, de HEER houdt de wacht over je gaan en je komen van nu tot in eeuwigheid. | De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad, uw ziel zal Hij bewaren. De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid. |
Als de HEER het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers; als de HEER de stad niet bewaakt, vergeefs doet de wachter zijn ronde. | Als de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan; als de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. |
Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. | Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal. |
Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak. | Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. |