Ik wens jullie toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is. | De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. |
Ik wens jullie toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is. | De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. |
Ik wens jou en alle anderen toe dat onze Heer Jezus Christus goed voor jullie zal zijn. | De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest. Amen. |
Jezus zei nog een keer tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede. De Vader zelf heeft mij gestuurd. En nu ben ik het die jullie stuurt.’ | Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. |
Ik wens jullie toe dat God goed voor jullie is, jullie liefheeft en jullie voor altijd vrede geeft. | Mogen barmhartigheid en vrede en liefde voor u vermeerderd worden. |
Ik wens jullie toe dat God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus goed voor jullie zijn en jullie vrede geven. | Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus. |
Laat hij u alles geven waar u om vraagt, en laat hij zorgen dat al uw plannen slagen. | Moge Hij u overeenkomstig de wens van uw hart geven en al uw voornemens in vervulling doen gaan. |
Het moment dat God jullie de macht geeft om Satan te vernietigen, komt snel. Zo zal God jullie vrede geven. Ik wens jullie toe dat onze Heer Jezus goed voor jullie is. | En de God van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten verpletteren. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u. Amen. |
Ik wens jullie allemaal toe dat de Heer Jezus Christus goed voor jullie is, dat God jullie zijn liefde geeft, en dat de heilige Geest een eenheid van jullie maakt. | De genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen. |
Als iemand je kwaad doet, doe hem dan geen kwaad terug. Als je wordt uitgescholden, scheld dan niet terug. Jullie zijn uitgekozen om goed te doen. Wens mensen dus het goede toe. Dan zal God ook goed voor jullie zijn. | Vergeld geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen bent, opdat u zegen zult beërven. |
U bent alles voor mij, in de hemel en op aarde. | Wie heb ik behalve U in de hemel? Naast U vind ik nergens vreugde in op de aarde. |
Beste vriend, ik hoop dat alles goed met je gaat, en dat je gezond bent. Ik weet dat het in ieder geval goed gaat met je geloof. | Geliefde, ik wens dat het u in alles goed gaat en dat u gezond bent, zoals het uw ziel goed gaat. |
Zoek je geluk bij de Heer, want hij zal je alles geven wat je vraagt. | Schep vreugde in de HEERE, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt. |
De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. De Heer zal bij jullie zijn en voor jullie zorgen. De Heer zal aan jullie denken en jullie vrede geven. | De HEERE zegene u en behoede u! De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede! |
Want in je hart vechten die slechte verlangens en de heilige Geest met elkaar. De Geest wil niet dat je luistert naar je verlangens. En je verlangens willen niet dat je luistert naar de Geest. Je kunt dus niet zomaar doen wat je wilt. | Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. |
Maak je geen zorgen, maar vraag God alles wat je nodig hebt. Bid tot God, wat er ook gebeurt. En dank hem altijd. Dan zal God zijn vrede aan jullie geven. Dat is een vrede die geen mens ooit gekend heeft. Die vrede zal jullie gevoel en jullie gedachten beschermen tegen al het kwaad. Want jullie horen bij Jezus Christus. | Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. |
De wet is trouwens niet in strijd met de belofte. Want we leren uit de wet dat we allemaal slechte mensen zijn. Maar de wet zorgt er niet voor dat we goede mensen worden en eeuwig leven krijgen. Nee, om te krijgen wat God beloofd heeft, moeten we geloven in Jezus Christus. | Maar de Schrift heeft alles onder de zonde opgesloten, opdat de belofte aan de gelovigen gegeven zou worden door het geloof in Jezus Christus. |
De sabbat is een heilige dag. Op die dag moet je uitrusten, je mag dan geen zaken doen. De sabbat is een vrolijke dag, het is een dag om mij te vereren. Op die dag mag je niet bezig zijn met van alles. Je mag geen spullen kopen of verkopen, en je moet geen belangrijke zaken willen bespreken. Als jullie op die dag uitrusten, zal ik jullie vreugde geven. Jullie zullen het land dat ik aan jullie voorvader Jakob gegeven heb, weer in bezit nemen. En jullie zullen genieten van alles wat op dat land groeit. Dat beloof ik. | Indien u uw voet van de sabbat terughoudt, ermee ophoudt om op Mijn heilige dag te doen wat u zelf wilt; indien u de sabbat een verlustiging noemt, opdat de HEERE geheiligd wordt – die geëerd moet worden – indien u die eert door niet uw eigen wegen te volgen, niet uw eigen wensen zoekt of daarover een woord spreekt, dan zult u vreugde scheppen in de HEERE, Ik zal u doen rijden op de hoogten van de aarde en Ik zal u voeden met het erfelijk bezit van uw vader Jakob, want de mond van de HEERE heeft gesproken. |
Ik zal je heel veel nakomelingen geven. Net zo veel als er sterren aan de hemel zijn. Dit hele gebied zal ik aan je nakomelingen geven. Als de volken op aarde elkaar geluk toewensen, zullen ze zeggen: ‘Ik hoop dat je net zo gelukkig wordt als de nakomelingen van Abraham.’ Zo zal het gaan omdat Abraham naar mij geluisterd heeft. Hij heeft gedaan wat ik wilde. En hij heeft zich gehouden aan mijn opdracht en aan mijn regels. | Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven. In uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat Abraham Mijn stem gehoorzaamd heeft en Mijn voorschriften, Mijn geboden, Mijn verordeningen en Mijn wetten in acht genomen heeft. |