Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken, laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft. | Laten we knielen voor de Heer, laten we diep voor hem buigen, want hij heeft ons gemaakt. |
Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? | Wat is nu de conclusie? Moeten we verkeerde dingen blijven doen, zodat God steeds kan laten zien hoe goed hij voor ons is? Nee, natuurlijk niet! De zonde heeft geen macht meer over ons. Dan moeten wij dus ook niet doorgaan met het doen van verkeerde dingen! |
Laat Uw goedertierenheid over ons zijn, HEERE, zoals wij op U hopen. | Heer, laat ons uw liefde zien! Op u vertrouwen wij. |
En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil. | Als we bidden, mogen we vol vertrouwen zijn. Want God luistert naar ons als wij hem iets vragen dat past bij zijn wil. |
Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is. | Lieve vrienden, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we later zullen zijn, weten we nog niet. Maar we weten wel dat we op Jezus zullen lijken als hij terugkomt. Dan zullen we hem zien zoals hij is, als de hemelse Christus. We moeten erop vertrouwen dat God die dingen zal laten uitkomen. Wie daarop vertrouwt, is heilig. Net zoals Jezus Christus heilig is. |
Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. | Jezus, onze hogepriester in de hemel, heeft veel moeten lijden, net als wij. Zelf heeft hij nooit iets verkeerds gedaan. Maar hij weet wel hoe moeilijk het is om geen verkeerde keuzes te maken. |
Kan iemand soms het water weren, zodat deze mensen, die evenals wij de Heilige Geest ontvangen hebben, niet gedoopt zouden worden? | Al deze mensen hebben de heilige Geest gekregen, net zoals wij. Dat betekent dat we hen nu ook mogen dopen. |
De Almachtige, wij kunnen Hem niet vinden; Hij is groot van kracht en recht en hoogst rechtvaardig; Hij onderdrukt niet. | God is een goede rechter, hij onderdrukt mensen niet. Hij is heel machtig, niemand kan dicht bij hem komen. |
Wat dan? Zullen wij zondigen omdat wij niet onder de wet maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! | Betekent dit dat we kunnen doorgaan met het doen van verkeerde dingen? Nee, natuurlijk niet! |
De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. | De heilige Geest geeft ons de zekerheid dat we Gods kinderen zijn. |
Geliefden! Als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan; en wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is. | Vrienden, als we ons niet langer schuldig voelen, kunnen we vol vertrouwen bij God komen. Dan krijgen we van hem alles wat we vragen, omdat we ons houden aan zijn regels en doen wat hij graag wil. |
Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. | We zijn allemaal gedoopt. We hebben allemaal die ene heilige Geest gekregen. Dat geldt voor Joden en voor niet-Joden, voor slaven en voor vrije mensen. Wij vormen samen één geheel. |
En wij zijn Zijn getuigen van deze dingen, en ook de Heilige Geest, Die God gegeven heeft aan hen die Hem gehoorzaam zijn. | Over die dingen vertellen wij, met hulp van de heilige Geest, die in ons is. Want God geeft de heilige Geest aan de mensen die naar hem luisteren. |
Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de kracht zouden hebben om vrijwillig te geven zoals dit? Want van U is alles, en uit Uw hand hebben wij het U gegeven. | Mijn volk en ik hebben heel veel geschenken gegeven voor de tempel. Maar dat kon alleen door u! Alles wat wij voor uw tempel gegeven hebben, hebben we eerst van u gekregen. |
Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. | Dit weet ik zeker: als mijn aardse lichaam sterft, zal God mij een nieuw lichaam geven. Dat is een hemels lichaam, dat eeuwig en onsterfelijk is. |
Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. | God heeft nieuwe mensen van ons gemaakt. Want door Jezus Christus zijn wij mensen geworden die goed leven. Dat was Gods bedoeling, daarvoor heeft hij ons bestemd. |
Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn. | Maar, vrienden, jullie zullen niet plotseling overvallen worden door de komst van de Heer. Want jullie geloven in hem. Jullie horen bij het licht, niet bij het donker. Wij horen niet bij de nacht en het donker, wij horen bij de dag. We moeten dus dingen doen die passen bij de dag. We moeten goed opletten en helder blijven denken. Andere mensen horen bij de nacht. Zij denken niet aan wat er gaat gebeuren. Het lijkt alsof ze slapen, of dronken zijn. |
Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? | Wat moet ik hier verder nog over zeggen? God houdt van ons. Voor wie zouden wij dan nog bang moeten zijn? |
Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar. | Het lichaam is één geheel, maar het bestaat uit veel delen. En al die delen hebben een eigen functie. Net zo vormen wij samen één lichaam, want we horen allemaal bij Christus. Maar we hebben wel allemaal onze eigen functie. |
Laten wij onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laten wij terugkeren tot de HEERE! | Laten we nadenken over ons leven, en laten we de Heer weer gaan dienen. |
Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof. | Zolang we daarop wachten, moeten we dus goed zijn voor iedereen, en zeker voor andere christenen. |
Overeenkomstig Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord van de waarheid, opdat wij in zeker opzicht eerstelingen van Zijn schepselen zouden zijn. | Het was Gods besluit dat wij de waarheid over hem zouden horen. Hij besloot om nieuwe mensen van ons te maken. Want hij wil dat zijn nieuwe wereld met ons begint. |
Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding. Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. | Dus eigenlijk zijn we gestorven, net als Christus. Maar dan zullen we ook opstaan en eeuwig leven, net als Christus. Dit is zeker: ons oude ik is samen met Christus aan het kruis gestorven. Alleen zo kon er een eind komen aan ons zondige bestaan. Nu wordt ons leven niet meer beheerst door de zonde. |
Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt. | Uit de heilige boeken kennen we dus veel mensen met een groot geloof. We moeten hun voorbeeld volgen en de zonde achter ons laten. Want die zonde zorgt er steeds weer voor dat we ons geloof willen opgeven. Maar we moeten juist aan ons geloof blijven vasthouden. |
Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, onze smarten heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. | Gods dienaar heeft pijn gehad, hij heeft voor ons geleden. Hij heeft onze ziektes en onze pijn gedragen. Wij dachten dat God zijn dienaar liet lijden om hem te straffen. |
Gerelateerde onderwerpen
Zonde
Of weet u niet...
Leven
De HEERE zal u...
Schepping
In het begin schiep...
Vertrouwen
Vertrouw op de HEERE...
God
De HEERE, uw God...
Geest
De Heere nu is...
Bijbeltekst van de dag
Een geduldig man is beter dan een dappere held,en wie zijn geest beheerst, is beter dan wie een stad inneemt.